114
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938.
(Goslinga e.a.)
Gemeente-begrootiiig Uitgaven.
De heer Goslinga zegt, dat de heer Manders dan van de
bijzondere scholen niets af weet. Wanneer dit besluit niet
goedgekeurd wordt, wie betaalt het dan?
De Voorzitter zegt, dat men dit dan nader zal moeten
bezien.
De heer Tepe zegt, dat mevrouw Braggaar ten onrechte
meent, dat de melkverstrekking vertraagd is tengevolge van
het feit, dat een schoolhoofd zoo lang geaarzeld had met de
verstrekking van de gegevens, waarom verzocht was ter
berekening van het aantal kinderen, die zouden deelnemen
aan de melkdistributie. Het betrof hier een schoolbestuur,
dat 8 scholen beheert. Door het ontbreken van de gegevens
van dat schoolbestuur was nog geen kijk te krijgen op het
aantal leerlingen, dat aan de melkdistributie zou deelnemen.
Inmiddels is dit antwoord binnengekomen en daaruit blijkt
wel, dat dit schoolbestuur waarschijnlijk niet zal deelnemen
aan de melkdistributie. Eerst toen kon de Afdeeling Onderwijs
beginnen de zaak verder uit te werken. De desbetreffende
nota zal in een van de eerstvolgende vergaderingen van het
College behandeld worden.
De heer Goslinga zegt, dat dit besluit toch nog niet goed
gekeurd is door Gedeputeerde Staten.
De Voorzitter zegt, dat er nog geen besluit is, dat door
Gedeputeerde Staten goedgekeurd moet worden. Wanneer
de Raad later hiertoe besluit, zal de begrootingswijziging,
die hiervan het gevolg is en die nog in den Raad moet komen,
door Gedeputeerde Staten moeten worden goedgekeurd.
De heer Goslinga vraagt, of dan de melkverstrekking geheel
buiten den Raad om gaat. Heeft de Wethouder daarvoor
geen machtiging van den Raad noodig?
De heer Tepe zegt, dat er natuurlijk een voorstel in den
Raad zal komen, maar deze zaak moet toch voorbereid
worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten aan de Ver-
eeniging Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding voor
1938 een subsidie te verleenen van 48.325.volgens het
overgelegde ontwerp-besluit, waarna volgnr. 525 eveneens
zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs. 526 tot en met 553 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 554, luidende: „Subsidie voor
(Tepe e.a.)
Gemeente-begrooting Uitgaven.
scholen voor het lager nijverheidsonderwijs
f 91.425.-
De heer Hessing heeft in de sectie gevraagd naar den stand
van zaken ten aanzien van de stichting van een textielschool.
In verband met den herhaaldelijk in den Raad uitgesproken
aandrang tot het scheppen van nieuwe mogelijkheden voor
de industrie in Leiden en in verband met de ook in den Raad
ter sprake gebrachte wenschelijkheid van herscholing van
jeugdige arbeiders acht spreker het wenschelijk dat, indien
dit mogelijk is, zoo spoedig mogelijk tot oprichting van een
textielschool wordt overgegaan. Spreker neemt aan, dat deze
zaak met ambtelijken spoed is aangepakt, maar spreker
verzoekt deze zaak in dezen tijd, nu dit van meer belang is
dan onder normale omstandigheden, met den gewonen spoed
te behandelen.
De heer Tepe zegt, dat deze zaak met veel meer dan
ambtelijken spoed behandeld is, n.l. met abnormalen spoed.
Deze zaak stuit echter op zeer vele moeilijkheden. Spreker
is begonnen samen met den heer van Stralen over deze aan
gelegenheid te hooren een vertegenwoordiger van het Tech
nologisch Instituut; daardoor is hij bitter weinig wijzer ge
worden. Vervolgens heeft een bespreking plaats gehad met
den Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs; uit dat onder
houd bleek spreker al zeer spoedig, dat voor de oprichting
van een geheel zelfstandige textielschool niet op steun van
de Regeering zou zijn te rekenen, in verband met de door
spreker verstrekte gegevens omtrent het aantal leerlingen,
dat voor plaatsing op die school in aanmerking zou komen.
Wel heeft de Inspecteur zijn medewerking toegezegd wanneer
het mogelijk zou blijken een aantal cursussen in deze branche
aan de Ambachtsschool te verbinden. Het was dus weer noodig
overleg te plegen met de Ambachtsschool, om zich te verge
wissen of deze medewerking daartoe zou willen verleenen.
De Ambachtsschool heeft daartoe ten volle willen mede
werken, doch om te kunnen beoordeelen hoe een dergelijke
cursus zou moeten worden ingericht, zijn de textielschool
in Tilburg en een textielcursus aan de ambachtsschool te
Hilversum bezocht. Bovendien moesten gehoord worden de
daarvoor in aanmerking komende organisaties van werk
gevers, met welke spreker 3 a 4 besprekingen heeft gehad,
en de vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties.
Al deze onderzoekingen en besprekingen hebben zeer veel
tijd gekost.
Het resultaat is geweest, dat den directeur van de ambachts
school is verzocht een plan te ontwerpen voor den cursus,
die eventueel door deze school zou worden gegeven, en dat
in overeenstemming met de belangen van de werkgevers en
werknemers. Ook dit is geen eenvoudige arbeid.
Daarbij kwam, dat de directeur in verband met deze zaak
verplicht was met de lokaliteiten rekening te houden en in
de eventueele verbouwingsplannen het onderwerp te be
trekken.
De directeur is nu reeds eenige weken bezig met de plannen
op papier te zetten. Uit het antwoord op een vraag, die de
heer van Stralen deze week heeft gesteld, bleek, dat de
directeur met dit werk reeds een eind gevorderd is, zoodat
spreker verwacht, dat de directeur van de ambachtsschool
binnenkort zijn plannen zal kunnen indienen. Spreker hoopt,
dat het College ze daarna aan den Raad zal kunnen mede-
deelen.
De heer Hessing is den Wethouder dankbaar voor diens
inlichtingen en vooral voor de energie, waarmede deze tracht
de moeilijkheden te overwinnen. Indien spreker het antwoord
goed heeft begrepen, mag hij niet ontevreden zijn met de
voorbereiding van één jaar. Ook spreker hoopt, dat de Raad
spoedig tot resultaten zal kunnen komen.
Volgnr. 554 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De volgnrs. 555 tot en met 557, 557a, 558 en 559 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 560, luidende: Uitgaven voor
het Stedelijk Museum „De LakenhaV f 21.161.
De heer Beekenkamp zegt, dat het tamelijk hooge bedrag
van ƒ21.161.voldoende aanleiding is voor het stellen van
de vraag, of het niet mogelijk is, de Leidsche bevolking meer
te laten genieten van de kunstverzameling in het museum.
Naar aanleiding van de mededeelingen in de Memorie van
Antwoord vraagt spreker hoe klein het percentage van de
Leidsche bevolking is, dat met de mogelijkheid, in deze
Memorie genoemd, op de hoogte is. Spreker acht het gewenscht,
dat de daarvoor aangewezen instantie aan de mogelijkheid
van bezoek onder leiding van de assistente meer bekend
heid geeft.
Spreker heeft verleden jaar tijdens zijn verblijf te Parijs
bemerkt, dat bepaalde gedeelten van het Louvre des avonds
doeltreffend waren verlicht en de daar verzamelde kunst
schatten door groepjes van 10 a 20 bezoekers onder des
kundige leiding werden bekeken. Iets dergelijks zou spreker
in „De Lakenhal" toegepast willen zien. Het is een van de
zaken, die door den nieuwbenoemden Directeur met energie
en spoed dienen aangevat te worden.
Het uitgetrokken bedrag van 300.voor de verlichting
moet zeer laag worden genoemd. Spreker hoopt, dat de Com
missie voor de Lakenhal en de directie met voortvarendheid
de door spreker genoemde zaken ter hand zullen nemen.
De Directeur, met wien spreker hierover reeds gesproken
heeft, is een warm voorstander van dit denkbeeld.
De heer Tepe deelt mede, dat in 1937 op initiatief van den
heer Groeneveld uit de Commissie voor de Lakenhal een
commissie is benoemd om deze quaestie te onderzoeken.
Deze sub-commissie heeft een heel plan uitgewerkt om het
museum meer te populariseeren. De vorige Directeur van
de Lakenhal was reeds met de Afdeeling Onderwijs in overleg
getreden omtrent het rondleiden van de schoolgaande jeugd
onder leiding van het onderwijzend personeel; na zijn heen
gaan heeft de tegenwoordige Directeur zich omtrent deze
zaak opnieuw in verbinding gesteld met de Afdeeling Onder
wijs en zal daaromtrent binnenkort nadere plannen uit
werken. De nieuwe Directeur en ook de Commissie voor de
Lakenhal zullen al het mogelijke doen om aan de verlangens,
ook die van den heer Beekenkamp, die inderdaad zeer ge
rechtvaardigd zijn, zooveel mogelijk tegemoet te komen.
Yolgnr. 560 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.