112
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938.
Gemeenle-begrooting Uitgaven.
(Groeneveld e.a.)
degenen, die altijd op de voorste rijen zitten, geen last
hebben. Misschien zou men het podium ook naar achteren
kunnen laten oploopen.
Spreker dringt nogmaals aan op den aanleg van een
blijvende geluidsinstallatie. De techniek is daarvoor thans
ver genoeg gevorderd en de gemeente kan het door haar
eigen personeel of door anderen in orde laten maken.
Een nood-installatie, die voor rekening van de huurders
der zaal wordt aangelegd, kan niet aan alle eischen voldoen.
Bovendien bevorderen de aanleg en de afbraak van een
dergelijke installatie de beschadiging van het gebouw.
Het eerst noodige is niet, dat het geluid naar de ver
schillende zalen kan worden gedistribueerd; de gevallen,
waarin dit noodig is, behooren tot de zeer groote zeldzaam
heden. Men heeft in de eerste plaats behoefte aan een geluids
installatie in de groote zaal, waarvan de acoustiek zeer
slecht is.
De heer Lombert acht het ongewenscbt, een blijvende
geluidsinstallatie aan te leggen. Ook de deskundigen op dit
terrein zijn deze meening toegedaan. Indien men het doet,
moet men ook kunnen beschikken over goed onderlegd per
soneel, want voor de verzorging van het geluid, dat niet in
alle vergaderingen en bijeenkomsten dezelfde versterking
noodig heeft, heeft men zeer goed geschoold technisch per
soneel noodig, dat dit aparte vak verstaat.
De geluidskabel is van groot belang voor degenen, die
thans de versterkingsinstallaties plaatsen. Indien de gemeente
een blijvende geluidsinstallatie doet aanleggen, zal zij ook
voortdurend alle technische verbeteringen en nieuwe vin
dingen moeten laten aanbrengen. Wanneer thans iemand op
zich neemt, een geluidsinstallatie te plaatsen, zal hij uit
overwegingen van concurrentie zorgen, dat ze goed is.
In den Dierentuin in Den Haag is destijds door niemand
minder dan Philips, die toch wel deskundig is, een geluids
installatie aangelegd, waarover groote moeilijkheden zijn
ontstaan, welke installatie vandaag den dag nog niet voldoet.
Die gebouwen zijn daarvoor niet geschikt. Spreker geeft het
College in overweging om, wanneer het gevolg zou willen
geven aan dien aandrang van den heer Groeneveld, vooraf
bij de op dit terrein deskundige technici goed te informeeren
of het gewenscht is, in de Gehoorzaal een vaste geluids
installatie te laten aanbrengen.
De heer van der Voort is het met den heer Groeneveld eens
dat wanneer een vereeniging voor de huur van de Stads
gehoorzaal een bepaald bedrag betaalt, de gemeente dan
ook verplicht is te zorgen, dat zoowel de menschen voor als
achter in de zaal alles kunnen hooren; wanneer de acoustiek
niet behoorlijk is, heeft de gemeente voor verbetering daarvan
te zorgen. Op het oogenblik moet degene, die de Gehoorzaal
huurt, zelf voor een geluidsinstallatie zorgen, hetgeen extra-
kosten meebrengt, terwijl de zaalhuur gelijk blijft. Spreker
heeft niet evenals de heer Lombert de ervaring, dat de aanleg
van een vaste geluidsinstallatie moeilijkheden zou veroor
zaken. Is dit nu werkelijk zoo'n bezwaar voor de gemeente?
De versterkers van het Radio-distributiebedrijf zullen binnen
kort vernieuwd moeten worden; de oude versterkers, die
dan beschikbaar komen, kunnen zeer gemakkelijk na een
kleinen ombouw gebruikt worden voor deze geluidsinstallatie.
Bovendien beschikt men over het technische personeel van
het Radio-distributiebedrijf, dat dan voor het verzorgen en
in orde maken van de geluidsinstallatie kan zorgen. De
aanleg en de exploitatie van deze geluidsinstallatie behoeft
de gemeente dus niet zoo heel veel te kosten.
De heer Wilbrink sluit zich aan bij den heer Lombert.
Volgens den heer van der Voort moet de gemeente, wanneer
een vereeniging een zaal van haar huurt, zorgen dat zoowel
de menschen voor als achter in de zaal alles goed kunnen
verstaan, wat op het podium gezegd wordt, maar laten de
vereenigingen, die de Gehoorzaal huren, dan zorgen dat zij
sprekers laten optreden, die de Gehoorzaal kunnen bespreken,
al kost dit dan misschien iets extra. Hu zegt de heer Groene
veld, dat slechts enkelen dat kunnen, maar wanneer men
een publiek van 1000 menschen heeft, moet men ook zorgen
dat men een goeden spreker heeft. Het is evenwel een onge
hoorde eisch, wanneer men zegt: als men een zaal verhuurd,
moet men haar zoo installeeren dat iedere spreker, wie ook,
voor ieder verstaanbaar is. Sommige sprekers worden reeds
op de vijfde rij van voren af niet meer verstaan. De ver
eenigingen, die sprekers uitnoodigen, die de Gehoorzaal wel
kunnen bespreken, zouden dan in het nadeel komen, want
die zullen dan toch moeten betalen voor de geluidsinstallatie.
Wil men door alle aanwezigen worden verstaan, dan zal
men daarvoor een offertje moeten brengen. Is 15.daar-
Gemcente-begrooting Uitgaven.
(Wilbrink e.a.)
voor nu te veel? De gemeente zal het ook niet voor niets
kunnen doen. Men kan gemakkelijk zeggen: laat men daar
voor de oude versterkers van de radio-distributie gebruiken,
maar men is natuurlijk nog niet zoo dadelijk gereed met
ze daarvoor geschikt te maken. Bovendien zal den geheelen
avond personeel aanwezig moeten zijn om de installatie te
bedienen. Men moet daarvoor speciaal deskundig personeel
hebben en de ervaring leert dat men aan de gemeente veel
hoogere eischen stelt dan aan hetgeen een particulier doet.
Waar het nu behoorlijk goed gaat, moet men het zoo laten
en de exploitatie op deze wijze laten doorgaan.
Wat betreft de gevraagde verhooging van het podium,
voor de menschen op de eerste rijen is het podium al vrij
hoog. Afgezien van de technische bezwaren moet men tevreden
zijn met hetgeen men heeft.
Men kan tevreden zijn met den aanwezigen geluidskabel,
die ook voor de groote zaal alleen gebruikt kan worden.
Intusschen is spreker bereid te overwegen of het mogelijk
is met geringe kosten de geluidsversterkers van de radio
distributie geschikt te maken voor de Stadsgehoorzaal. De
gemeente zal voor het gebruik van deze installatie dan een
klein bedrag extra moeten heffen; spreker is het niet met
den heer van der Voort eens, dat dit op kosten van de ge
meente zal moeten gaande gemeente kan het geld eenvoudig
niet missen.
De heer Groeneveld vond het buitengewoon interessant
van den heer Lombert te vernemen, dat er moeilijkheden
hebben bestaan met den Dierentuin in Den Haag, maar
begrijpt niet, wat het met deze zaak heeft te maken. De
gemeente Leiden heeft ook weieens moeilijkheden gehad met
den bouw van -het stadhuis, maar dit wil nog niet zeggen,
dat zij geen stadhuis kan bouwen.
Er zijn slechts weinige personen, die een zoo krachtige
stem hebben, dat zij zich in de groote zaal goed verstaanbaar
kunnen maken. De keuze van een spreker, die bovendien
een onderwerp beheerscht, is daardoor zeer beperkt.
Het bezwaar van de slechte acoustiek geldt niet alleen
voor vergaderingen, maar nog meer voor tooneelvoorstel-
lingen. Het beste tooneelgezelschap ondervindt zelfs dit
bezwaar. Ook beroepstooneelspelers kan men slechts in de
voorste helft van de zaal verstaan. Het is schadelijk voor de
gemeente, omdat de groote zaal feitelijk niet als tooneelzaal
kan worden verhuurd. De gezelschappen trachten wel zich
er mede te behelpen, maar hun werk komt nooit goed tot
zijn recht.
Spreker is er van overtuigd, dat door het aanbrengen van
een blijvende geluidsinstallatie verbetering in den toestand
kan worden gebracht en dat de gemeente bij het Radio
distributiebedrijf over voldoend ervaren personeel beschikt,
dat de installatie kan aanleggen en in staat is, er voort
durend op toe te zien.
Een nood-installatie voldoet redelijk, maar een blijvende
installatie is veel beter.
Spreker is het niet met den heer van der Voort eens, dat
de gemeente voor het gebruik van de installatie den huurder
niets in rekening mag brengen.
Het zal niet noodig zijn, de installatie bij elke gelegenheid
te gebruikenzoo zal zij bij concerten niet gebruikt behoeven
te worden en dan behoeft de huurder er ook niet voor te
betalen.
De aanleg van de installatie kan voor de gemeente voor-
deelig zijn, ten eerste doordat zij er geregeld huur van kan
ontvangen en ten tweede doordat het gemakkelijker zal zijn
de zaal te verhuren, zoodat de gemeente ook meer zaalhuur
ontvangt.
De heer Wilbrink heeft geen bezwaar te onderzoeken, of
het mogelijk zal zijn de geluidsversterkers van de radio
distributie met geringe kosten geschikt te maken voor geluids
installatie in de Stadsgehoorzaal. Spreker vreest echter, dat
dit veel geld zal kosten, in verband met de kosten van aan
schaffing, onderhoud en permanente bediening.
Volgnr.394 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 394a, 3946, 395 tot en met 404 worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 405, luidende: Jaaricedden en
wedden der onderwijzers-f234.110.
De heer Groeneveld zegt, dat het College op een vraag in
het Algemeen Verslag, om aan een onderwijzer, die het
hoofd der school vervangt, ook gedurende de eerste zes
dagen dier vervanging de daarvoor vastgestelde vergoeding