16 gezinnen in het algemeen geringer zon zijn dan die van andere gezinnen, terwijl het voor haar niet vaststaat, dat het bezit van een groot aantal kinderen op zich zelf tot een grooter verbruik van gas en electriciteit leidt. En zou het verbruik van kinderrijke gezinnen inderdaad grooter zijn, dan zullen zij als regel reeds om die reden van voor hen voordeeliger tarieven kunnen profiteeren. De kleinst mogelijke minderheid kan zich echter met het door adressante aanbevolen tariefstelsel wel vereenigen; zij meent, dat de kosten daarvan voor Leiden niet hooger zullen zijn dan te Tilburg, waar dit systeem ook bestaat en waar de kosten niet meer bedragen dan i 6000.naar haar meening zal de gemeente dan aan de Lichtfabrieken hebben uit te keeren het bedrag, dat die fabrieken als gevolg van de op de tarieven te verleenen reductie zullen derven. Als Commissie geven wij Uw College mitsdien in over weging den Eaad voor te stellen op het adres afwijzend te beschikken. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. A. v. d. Sande Bakhuyzein, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 36. Leiden, 10 Februari 1938. Zooals uit de ter visie liggende stukken blijkt, verdient het aanbeveling de rechten voor het gebruik van den ge meentelijken ontsmettingsdienst, zoomede de rechten voor het gebruik van den vuilophaaldienst, die tot nog toe bij tarief geregeld zijn, in een belastingverordening vast te leggen. Wij bieden U hierbij mitsdien een ontwerp-verordening, regelende de heffing, enz. van de bedoelde rechten ter vast stelling aan. Tot toelichting van dat ontwerp merken wij nog het volgende op. Ten aanzien van de reinigings- en ontsmettingsrechten heeft de verordening, gelijk uit het intitule blijkt, geen betrekking op de reinigingen en ontsmettingen ingevolge de Besmettelijke Ziektenwet. De rechten voor deze diensten behooren afzonderlijk, tegelijk met de rechten wegens verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten enz., in één verordening te worden geregeld. Binnenkort zijn wij voornemens ook de vaststelling van een zoodanige verordening bij U aanhangig te maken. De rechten voor reinigingen en ontsmettingen moeten, in verband met de omstandigheid, dat een nieuwe ont smettingsinrichting in gebruik is genomen, wijziging onder gaan; die voor het ophalen, vervoeren en storten van vuil zijn in overeenstemming gebracht met hetgeen de praktijk te dien aanzien als wenschelijk heeft aangewezen. Bij het bepalen van de rechten voor reinigingen en ont smettingen is er van uitgegaan, dat de maximaal verschul digde bedragen de werkelijke kosten van den verrichten dienst niet of slechts in geringe mate mogen overschrijden. Ten einde in het belang van de hygiëne reinigingen en ontsmettingen zooveel mogelijk te bevorderen, zijn van betaling in het algemeen vrijgesteld zij, wier inkomen minder bedraagt dan 1000.terwijl voor hen, wier inkomen zich beweegt tusschen 1000.en 3000.een reductie op de rechten voor deze diensten wordt toegekend van 25 75 (art. 3). De bestaande regelingen kennen een dergelijke reductie niet. Met betrekking tot de rechten, terzake van het ophalen, enz. van vuil, is eenerzijds overwogen, dat ook hier de verschuldigde bedragen de werkelijke kosten van den be wezen dienst zooveel mogelijk nabij moeten komen, ander zijds, dat de tarieven zoo laag mogelijk behooren te worden gesteld, ten einde het clandestien storten van vuil in grachten enz. niet te bevorderen. Bij de samenstelling van het ontwerp is rekening gehouden met de wet van 22 April 1937, S. 311, tot wijziging van de Gemeentewet, welke wijzigingswet op 1 Januari j.l. in werking is getreden. Een aparte verordening tot invordering van de te heffen rechten is niet voorgesteld, aangezien de gewijzigde wettelijke bepalingen een dergelijke aparte invorderings-verordening niet meer kennen. Onder mededeeling ten slotte, dat de Commissie van Fabricage en de Commissie van Financiën zich met de ontworpen regeling kunnen vereenigen met de opmerking van de laatste commissie inzake het bezigen van de z.g. gemengde hoofdsom als maatstaf voor de reductie bedoeld in art. 3 is in het U aangeboden concept rekening ge houden geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging over te gaan tot het vaststellen van de volgende ver ordening: VERORDENING regelende de heffing en de invordering van rechten voor diensten door den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst bewezen. Artikel 1. Wegens reiniging en ontsmetting, niet bedoeld in art. 21 van de Besmettelijke Ziektenwet 8. 1928 No. 265 en wegens het ophalen en vervoeren van vuil door en het storten van vuil bij den Gemeentelijken Beinigings- en Ontsmettings dienst worden rechten geheven overeenkomstig de volgende bepalingen. I. Reiniging en Ontsmetting. Art. 2. 1. Behoudens het bepaalde bij art. 3, bedragen de rechten voor: A. het ontsmetten van goederen met stoom: a. een geheele ovenvulling f 8. b. een tweede geheele ovenvulling van tot één partij be- hoorende goederen 7. c. elke volgende geheele ovenvulling van tot één partij behoorende goederen 6. d. minder dan een geheele ovenvulling, doch minder dan 3/4 gedeelte van een ovenvulling ƒ6. e. minder dan 3/4 gedeelte van een geheele ovenvulling, doch niet minder dan een halve ovenvulling 4. minder dan x/2 van een geheele ovenvulling, doch niet minder dan x/4 gedeelte van een ovenvulling ƒ2. g. minder dan x/4 gedeelte van een geheele oven vulling B. het ontsmetten van goederen met formaline in vacuum a. een geheele ovenvulling 12. b. een tweede geheele ovenvulling van tot één partij be hoorende goederen 10.50; c. elke volgende geheele ovenvulling van tot één partij behoorende goederen 9. d. minder dan een geheele ovenvulling, doch niet minder dan 3/4 gedeelte van een ovenvulling ƒ8. e. minder dan s/4 gedeelte van een geheele ovenvulling, doch niet minder dan een halve ovenvulling 6. minder dan x/2 van een geheele ovenvulling, doch niet minder dan x/4 gedeelte van een oven vulling ƒ3. g. minder dan 1/4 gedeelte van een geheele ovenvulling, doch niet minder dan x/8 gedeelte van een ovenvulling 2. h. minder dan 1/8 gedeelte van een geheele ovenvulling ƒ1. G. het ontsmetten van kamers door verdamping van for maline per M3 ruimte of een gedeelte daarvan 0.15. D. het reinigen en/of ontsmetten op andere wijze dan hiervoren bedoeld van gebouwen, vaartuigen en andere voorwerpen met verstrekking van de daarvoor noodige middelen a. indien de werkzaamheden worden verricht door één ontsmetter, per uur of gedeelte daarvan ƒ1.20; b. indien de werkzaamheden door meer dan één ontsmetter worden verricht, behalve het sub a. genoemde recht, per eiken ontsmetter meer dan één, per uur of gedeelte van een uur 0.80. E. het afhalen en bezorgen van ter ontsmetting aange boden goederen: a. in de gemeente per M3 of een gedeelte daarvan 0.60 b. buiten de gemeente: per M3 of een gedeelte daarvan 0.60 zoomede per K.M. af gelegden afstand of gedeelte daar van 0.15. 2. Het onder 1 omschreven tarief wordt verhoogd, wan neer de werkzaamheden des verlangd worden verricht: a. op werkdagen buiten den normalen werktijd met 50%; b. op Zon- en feestdagen met 100%. 3. Voor werkzaamheden buiten de gemeente worden de rechten, verschuldigd volgens het onder 1 omschreven tarief, zoo noodig verhoogd met de werkelijke reis- en verblijf kosten der ontsmetters en de vervoerkosten der ontsmet tingsmiddelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 2