GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 5 IKeEKOKEN STl KliK\. N°. 14. Leiden, 14 Januari 1938. Bij hunne in de Leeskamer ter inzage liggende adressen verzoeken de heeren P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman en S. A. de Graaff bestendiging in de betrekking van stads geneesheer. Aangezien een verandering van de aan de stadsgenees- heeren opgedragen werkzaamheden in onderzoek is, ver dient het aanbeveling, zulks in afwijking van de desbe treffende verordening, de herbenoeming, waartegen noch bij ons College, noch bij de Commissie voor den Gemeente lijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst bezwaar be staat, thans voorloopig slechts voor één jaar, geacht te zijn ingegaan op 1 Januari j.l., te doen geschieden. Ter vervulling van de vacature van stadsgeneesheer, ont staan tengevolge van het aan den heer H. P. Veldhuijzen als zoodanig verleend eervol ontslag, bieden wij Uwe Vergadering, na raadpleging van genoemde Commissie, de navolgende aanbeveling aan: 1°. J. H. F. LAHR, 2°. Dr. E. J. J. G. RENAUD, 3°. Mej. G. J. VERBRUGGE. De benoeming in deze vacature zal kunnen ingaan op 1 Februari a.s. en, in verband met het vorenbedoelde onderzoek, eveneens voorloopig slechts moeten plaats hebben tot 1 Januari 1939. Mitsdien geven wij U, met verwijzing naar de in de Lees kamer ter inzage liggende stukken, in overweging a. de heeren P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman en S. A. de Graaff wederom te benoemen tot stadsgeneesheer, zulks voor het tijdvak van 1 Januari 19381 Januari 1939; b. ter voorziening in de vacature van stadsgeneesheer over te gaan tot benoeming van een stadsgeneesheer, zulks voor het tijdvak van 1 Februari 19381 Januari 1939. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 15. Leiden, 14 Januari 1938. Op 20 Februari 1938 is de heer M. H. de Reede aan de beurt van aftreding als Commissaris van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, zoodat de vergadering van aandeel houders in deze vacature zal hebben te voorzien. Ingevolge de statuten der N.V. zijn aftredenden herkiesbaar, terwijl de benoeming voor den tijd van 3 jaren plaats heeft. De aanwijzing van een candidaat voor deze commissaris plaats geschiedt, overeenkomstig de bij Uw besluit van 29 Mei 1933 (Ingek. Stukken No. 113) nader vastgestelde Regeling inzake de uitoefening van de rechten der gemeente als aandeelhoudster, door Uw Vergadering. Wij geven üw Vergadering derhalve in overweging over te gaan tot aanwijzing van een candidaat, op wien de stemmen in de aandeelhoudersvergadering zullen worden uitgebracht voorde benoeming van een commissaris der N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 16. Leiden, 14 Januari 1938. Bij raadsbesluit van 23 December 1935 (Ingek. Stukken No. 235) werd o.m. verpacht de beweiding van het Schutters veld, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie L nis 330 (ged.) en 338 (ged.), aan wijlen den heer F. A. M. Dieben, voor de jaren 1936, 1937 en 1938 tegen een huursom van 250.per jaar. De N.V. Exploitatie Crediet- en Administratie-Maat schappij „Uitgebreid Bezit", alhier, die het bedrijf voortzet, heeft verzocht de huur voor het jaar 1938 te mogen over nemen op dezelfde basis, als waarop de beweiding thans verpacht is. Vermits o. i. hiertegen geen bezwaren bestaan, geven wij Uw Vergadering, onder verwijzing naar de in de Lees kamer ter visie liggende stukken, in overweging te be sluiten de beweiding van het Schuttersveld, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie L nis 330 (ged.) en 338 (ged.), groot i 5.15.00 H.A., te verpachten aan de N.V. Exploitatie Crediet- en Administratie-Maatschappij „Uit gebreid Bezit", te Leiden, voor het jaar 1938 tegen een pachtsom van 250.en voorts onder de mede overgelegde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 17. Leiden, 14 Januari 1938. Ten vervolge op hetgeen wij schreven in ons voorstel van 7 Januari 1938 (Ingek. Stukken No. 12), deelen wij U nader mede, dat het bestuur van de R.K. Meisjesschool aan het Levendaal 54/56, blijkens zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven van 12 Januari j.l., besloten heeft zijn aanvankelijk gedaan verzoek, om, ter vervanging van de jaarlijksche gebruiksvergoeding, een uitkeering te ont vangen van een som ineens, in te trekken. Dientengevolge moet het jaarlijksch voordeel, dat door ons bij een 3|- annuïteitenleening van 30 jaar was becijferd op ±f 3.550" worden gesteld op 2.950.en dient de conclusie van ons bovenaangehaald voorstel als volgt te worden gelezen: a. de verzoeken van de besturen der na te noemen scholen, om, overeenkomstig artikel 205ter, eerste lid, der Lager- Onderwijswet 1920, ten behoeve van de scholen aan het Rapenburg 48, de Haarlemmerstraat 240, de Haarlemmer straat 32/34, het Noordeinde 38, de Pasteurstraat 2b en de Hooglandsche Kerkgracht 20a, een uitkeering te ontvangen van een som ineens, zulks ter vervanging van de jaarlijksche gebruiksvergoeding, in te willigen; b. door vaststelling van den overgelegden begrootings- staat, model D, een bedrag van ƒ363.200.op den kapitaal- dienst der begrooting 1938 te brengen, ten behoeve van het onder a omschreven doel. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 18. Leiden, 14 Januari 1938. In Uwe Vergadering van 22 November 1937 (Ingek. Stukken No. 177) werd besloten om, zoo noodig, gedurende het le kwartaal 1938, kasgeldleeningen aan te gaan tot een maximaal bedrag van ƒ1.000.000. Van deze machtiging werd voor een bedrag van ƒ600.000. gebruik gemaakt. Bij de bepaling van het maximum bedrag van ƒ1.000.000. werd echter geen rekening gehouden met de uitkeering ad 363.200.aan de besturen van de bijzondere lagere scholen, ingevolge art. 205ter, eerste lid, der Lager Onderwijswet 1920, waarop het bij Uwe Vergadering aanhangig gemaakte voorstel Ingek. Stukken Nis. 12 en 17 betrekking heeft. In verband hiermede geven wij Uwe Vergadering bij aanneming van bovengenoemd voorstel in overweging om met wijziging van het raadsbesluit van 22 November 1937, te besluiten, gedurende het le kwartaal 1938, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met in begrip van het in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten op te nemen bedrag, de som van ƒ1.500.000.te boven gaat en onder de voorwaarden als door ons College zullen worden gesteld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 1