2 met roode kleur aangegeven strook grond, gelegen aan de Grevenstraat achter de perceelen Oude Vest nis 117, 119 en 121. Dit terrein, dat niet benoodigd was voor den woning bouw in het saneeringsplan Paradijssteeg-Bouwelouwensteeg, is reeds bij adressant in gebruik als achteruitgang voor zijn bedrijf. Adressant is bereid een prijs te betalen van 10. per M2. Vermits met dit bedrag genoegen kan worden geno men, geven wij Uw Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken en in overeen stemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging aan H. Compier, te Leiden, te verkoopen de strook grond, groot i 65 M2., op de overgelegde kaart met roode kleur aangeduid, deel uitmakende van de perceelen kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie H, nis 2915, 2568, 1388 en 3127, en gelegen aan de Grevenstraat achter de perceelen Oude Vest nis 117, 119 en 121, voor den prijs van 10.per M2. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. ^o_ 7# Leiden, 7 Januari 1938. Onder mededeeling, dat wij ons met het hieronder afge drukt voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit tot wijziging van de met de ge meente Zoeterwoude gesloten stroomleveringsovereenkomst kunnen vereenigen, geven wij Uw Vergadering alsnu in overweging over te gaan tot wijziging van de op 21 Novem ber 1921 met de gemeente Zoeterwoude gesloten overeen komst betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden, overeen komstig het overgelegde ontwerp. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 3 Januari 1938. Naar aanleiding van den in 1921 door het gemeentebestuur van Zoeterwoude geuiten wensch, om de electriciteitsvoor- ziening dier gemeente uit te breiden tot de buurtschap Gelderswoude en tot den aanleg van verdere electrische straatverlichting aldaar over te gaan, is in dat jaar met de ge meente Zoeterwoude een nieuwe stroomleveringsovereenkomst gesloten, waarbij de door de ingezetenen van die gemeente te betalen enkeltarief prijs op 9 cent boven het Leidsche enkeltarief werd vastgesteld; het gemeentebestuur van Zoeter woude toch gaf toen de voorkeur aan een verhooging van den tot dusver daar geldenden enkeltarief prijs met 1 cent, boven de betaling door de gemeente van een bedrag van rond 28.000.hetwelk met de uitbreiding van het kabel net en van de straatverlichting aldaar was gemoeid. Onlangs nu hebben Burgemeester en Wethouders van Zoeterwoude aan de Directie van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit verzocht een verlaging van de contractueel vastgestelde electriciteitstarieven te willen be vorderen, waartegen de Directie in beginsel geen bezwaar had, omdat het bovengenoemde bedrag van 28.000. thans geacht kan worden geheel aan Leiden te zijn terug betaald. De ter zake met Burgemeester en Wethouders van Zoeterwoude gevoerde onderhandelingen hebben dan ook tot overeenstemming geleid en wel op de basis van de hierbij overgelegde concept-overeenkomst.Volgens dat ontwerp wordt de enkeltarief prijs te Zoeterwoude weder tot 5 cent boven het te Leiden geldende enkeltarief verlaagd, terwijl de stroomprijs ten behoeve van de openbare verlichting in Zoeterwoude eveneens wordt verminderd (art. II). Daar tegenover heeft het gemeentebestuur van Zoeterwoude zich bereid verklaard de overeenkomst met 5 jaren te ver lengen (art. I). Onder mededeeling, dat ook wij ons met de hierboven bedoelde wijziging van de overeenkomst, ingaande 1 Januari 1938, kunnen vereenigen, geven wij alsnu Uw College in overweging den Baad voor te stellen de op 24 November 1924 met de gemeente Zoeterwoude gesloten overeenkomst, be treffende de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden, te wijzigen overeenkomstig het hierbij overgelegde ontwerp. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, A. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter, J. A. v. d. Stok, Secretaris. N°. 8. Leiden, 7 Januari 1938. In Maart 1935 werd de zweminrichting aan het Bijn- Schiekanaal definitief buiten gebruik gesteld. Sindsdien heeft ons College naar een andere bestemming voor dit zwembad gezocht. Zooals uit de in de Leeskamer ter visie liggende stukken blijkt, is het echter niet mogen gelukken een loonende bestemming te vinden. Vermits nu het intact laten van deze inrichting, die op provinciaal eigendom ge legen is, kosten voor de gemeente met zich brengt, is o.i. de beste oplossing de opstallen te slechten. Wij geven Uw Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien in over weging te besluiten de voormalige zweminrichting aan het Bijn-Schiekanaal te doen afbreken, en het terrein weder ter beschikking te stellen van de Provincie Zuid-Holland. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 9. Leiden, 7 Januari 1938. Uwe Vergadering stelde om praeadvies in onze handen een adres van den heer M. C. van Straten, houdende ver zoek het daarheen te leiden, dat hem restitutie wordt ver leend van een gedeelte van de door hem betaalde belasting in verband met het opbreken en herstellen van de bestrating in de van Bemmelen- en de Bakhuis Bozeboomstraat, ten behoeve van het aansluiten van huisrioleeringen aan de straatrioleering. Naar aanleiding hiervan deelen wij U het volgende mede. Ten behoeve van de aansluiting van de huisrioleering van eenige perceelen, gelegen aan genoemde straten, aan het straatriool, werd een oppervlakte bestrating van 28 M2. opgebroken en hersteld. Ingevolge het bepaalde bij de verordening, regelende de heffing van eene plaatselijke belasting op het gebruik van voor den openbaren dienst bestemde gemeentewerken en -bezittingen te Leiden en voor diensten door de gemeente bewezen, moest voor dezen door de gemeente bewezen dienst het tarief worden toegepast, bepaald bij art. 1 E 4° dier verordening. In rekening moest derhalve worden gebracht een bedrag van 28 x 1.875 of ƒ52.50, hetgeen ook heeft plaats gehad. Adressant is van "meening, dat de genoemde verordening onjuist is toegepast en dat hem in dit geval slechts de werkelijke kosten van het door de gemeente verrichte werk in rekening hadden mogen worden gebracht. Hij grondt die meening op de omstandigheid, dat na, het opbreken van de bestrating ten behoeve van de rioolaan sluitingen, de van Bemmelen- en de Bakhuis Bozeboomstraat nog een algeheele herstrating als onderdeel van den voor zijn rekening plaats gehad hebbenden straataanleg moesten ondergaan, voor welke herstrating de benoodigde gelden reeds door hem waren betaald. Door hem het tarief der belastingverordening in rekening te brengen, in welk tarief ook de kosten van een of meermalen herstelling na eerste herstelling van de opgebroken bestrating is begrepen, heeft hij, voor zooveel genoemde oppervlakte van 28 M2. betreft, naar zijn meening te veel kosten van herstrating moeten betalen. Yan een onjuiste toepassing van de desbetreffende belas tingverordening is echter geen sprake. Een ander tarief dan het toegepaste kent de verordening ten aanzien van den onde. werperlijken dienst niet. Het heffen van een vergoeding, gelijk aan de werkelijke kosten, zooals adressant wenscht, kon uiteraard niet plaats hebben, omdat die heffing geheel buiten de desbetreffende belastingverordening zou zijn omgegaan, hetgeen uiteraard niet geoorloofd is. Ofschoon wij met het bovenstaande zouden kunnen vol staan, meenen wij nog het volgende onder Uwe aandacht te moeten brengen. Tot den aanleg van nieuwe straten behoort het na den aanleg algeheel herstraten van de straten. Ook deze algeheele herstating geschiedt, als zijnde een onderdeel van den straataanleg, ten laste van dengene, die straten doet aan leggen. Zoo is ook in het onderhavige geval gehandeld. Vóór de algeheele herstrating is de straat opgebroken ten behoeve van de rioolaansluitingen. De gemaakte gaten moesten natuurlijk worden gedicht, waarmede, gelijk van zelf spreekt, niet kon worden gewacht tot dat de algeheele herstrating ter hand werd genomen. Bij de daarop volgende algeheele herstrating moest, gelijk mede van zelf spreekt, ook de bestrating ter plaatse van de riool aansluitingen weder worden opgenomen en moest ook aldaar herstrating plaats vinden. Zou nu de bestrating ter plaatse van de rioolaansluitingen als gevolg van de algeheele herstrating als definitief in orde kunnen worden aangemerkt, dan zou

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 17