322
MAANDAG 13 DEOEMBEE 1937.
Electriciteits-tarieven.
(van Eek e.a.)
het klein heeft plaats gehad, moet men zich niet blindstaren
op één dekkingsmiddel, maar verschillende middelen met
elkaar vergelijken.
Er is dan ook alles voor te zeggen, de verdere behandeling
van het voorstel aan te houden, indien het daardoor mogelijk
wordt de zaak zoo goed voor te bereiden, dat ieder precies
weet, welk standpunt hij dient in te nemen.
De Voorzitter moet den Baad de aanneming van het voor
stel van den heer van Eek ten sterkste ontraden.
Spreker kan den Eaad niet toezeggen, dat de beschouwin
gen, welke de heer van Eek bedoelt, spoedig aan den Eaad
zullen worden medegedeeld.
Nu het College getoond heeft bereid te zijn, den Eaad van
de verschillende mogelijkheden, die op dit gebied bestaan, op
de hoogte te stellen, dient de Eaad hiermede genoegen te
nemen.
De heer Verweij heeft bezwaar tegen aanhouding. Spreker
gevoelt de verantwoordelijkheid hiervoor eenigszins zwaarder,
omdat hiermede zeer nauw verhand houdt de geheele finan
ciering van de gemeente. De vraag, of er in de tarieven
politiek van de Lichtfabrieken een sociaal element moet
worden gelegd, moet worden beantwoord onafhankelijk
van de vraag, of dat tarief 14, 18, 20 cent of meer per K.W.U.
bedraagt, dus onafhankelijk van de bepaling van de tarieven.
Het College in zijn geheel stelt er zeer hoogen prijs op, dat
deze maatregel met ingang van 1 Januari 1938 in het belang
van de gemeentebegrooting kan worden doorgevoerd. Als
verantwoordelijk voor de gemeente-financiën is spreker er
veel aan gelegen dat deze zaak tijdig doorgang kan vinden.
Het voorstel van orde van den heer van Eek wordt ver
worpen met 22 tegen 10 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Tepe, Beekenkamp, van der
Tas, de Eeede, Bergers, Eikerhout, Lomhert, van Weizen,
Keij, Coster, van der Voort, Dubbeldeman, van der Laan,
Hessing, van Eosmalen, Wiirtz, van der Kwaak, Goslinga,
Wilmer, Wilbrink, van Stralen en Verweij.
Vóór stemmen: de heeren Carton, Groeneveld, van Eek,
Snel, mevrouw de Cler, de heeren Valentgoed, Jongeleen,
mevrouw Braggaar, de heeren Tobé en Schüller.
De heeren van der Kwaak en van der Voort waren inmiddels
ter vergadering gekomen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming op voorstel van den
Electricitcits-tarievcn.
(Tobé e.a.)
Voorzitter besloten, de motie van den heer van Weizen te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
praeadvies.
De heer Tobé handhaaft zijn meening, dat deze tariefs-
verhooging vooral drukt op de minst draagkrachtigen en
dat vermoedelijk de omzet niet zal stijgen; in dat opzicht
heeft men van de Gasfabriek een lesje gehad. Het zou wel
eens kunnen gebeuren, dat verscheidenen van de minder
draagkrachtigen zullen overgaan tot het gebruik van
petroleumverlichting. Niet alleen dus op grond van het
sociaal element, maar ook op grond van het economisch
element voor de Lichtfabrieken, raadt spreker aanneming
van dit voorstel af.
Artikel I wordt aangenomen met 20 tegen 12 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Tepe, Carton, van Weizen,
Groeneveld, Coster, van Eek, van der Voort, Snel, mevrouw
de Cler, de heeren Valentgoed, Dubbeldeman, van der Laan,
Jongeleen, mevrouw Braggaar, de heeren Hessing, Wiirtz,
Schüller, Goslinga, van Stralen en Verweij.
Tegen stemmen: de heeren Beekenkamp, van der Tas,
de Eeede, Bergers, Eikerbout, Lombert, Keij, van Eosmalen
Tobé, van der Kwaak, Wilmer en Wilbrink.
Artikel II wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen
waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke
stemming wordt vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat het College in verband met
het vergevorderd uur heeft besloten deze vergadering te
schorsen tot Maandag 20 December 1937, des namiddags
te 2 uur.
De heer Wilmer geeft het College in overweging in den
loop van deze week ten aanzien van punt 42 der agenda het
nadere advies van Maatschappelijk Hulpbetoon in te winnen,
omdat hij anders in de voortgezette vergadering zou moeten
voorstellen, dit punt aan te houden tot het nadere advies
is ingewonnen, waardoor dan de behandeling van het voor
stel zou worden vertraagd.
De Voorzitter zegt, dat het College bereid is, de opmerking
van den heer Wilmer te overwegen.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot
Maandag 20 December 1937, des namiddags te 2 uur.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN ZOON.