MAANDAG 13 DECEMBER 1937.
311
Verstrekking warm voedsel in plaats van schoolkinder-
(Goslinga c.a.) voeding c.a.
waarop de maatschappij is gegrondvest, worden uiteenge
rafeld en ondermijnd.
De Voorzitter zal thans het voorstel van den heer Goslinga
in stemming brengen.
De heer Beekenkamp acht dit niet juist. In het origineele
voorstel van den heer Goslinga, dat spreker voor zich heeft,
verzoekt deze Burgemeester en Wethouders hun meening aan
den Raad kenbaar te maken over deze zaak. De heer Goslinga
wilde dus alleen de meening van het College over zijn voorstel
weten. Dit is nu geschied. Men kent het standpunt van het
College, en na de discussies daarover in den Raad gehoord te
hebben, zou de heer Goslinga gevoeglijk zijn voorstel kunnen
intrekken.
De Voorzitter zegt, dat dan thans de meening van het
College aan den heer Goslinga voldoende bekend is, om tot
stemming over het denkbeeld van den heer Goslinga over te
gaan. De heer Goslinga kan zijn voorstel evenwel ook in
trekken.
De heer Goslinga zegt, dat het College in zijn praeadvies
sprekers voorstel bestreden heeft en nu stelt spreker toch
wel prijs op stemming over dit voorstel van spreker.
Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen met 27 tegen 4 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Tepe, Beekenkamp, van der Tas,
de Reede, Carton, Lombert, van der Reijden, van Weizen,
Groeneveld, Keij, Coster, van Eek, van der Voort, Snel,
mevrouw de Cler, de heeren Valentgoed, Dubbeldeman,
Jongeleen, mevrouw Braggaar, de heeren Hessing, van Ros
malen, Würtz, van der Kwaak, Schüller, Wilbrink, van
Stralen en Verweij.
Tegen stemmende heeren Manders, van der Laan, Tobé en
Goslinga.
(Ook de heeren Bergers en Eikerbout waren tijdens deze
stemming afwezig).
XXXVIa. Voorstel tot het verkoopen van een strook grond
aan de Boerliaavelaan, deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie L No. 1454, aan
J. J. van Hoeken, te Oegstgeest. (215)
XXXVIb. Voorstel inzake liet aangaan van een dading met
W. Bakker Tzn., te Gouda, ter beëindiging van het geschil tot
het vergoeden aan de gemeente van aan een hoogspannings
kabel c.a. in den weg tusschen Nieuwveen en Kattenburg toe
gebrachte schade. (214)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XXXVIa
en XXXVIfc besloten.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des
avonds te 8 uur.
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering op
Maandag 13 December 1937, des avonds te 8 uur.
Thans zijn afwezig de heeren Splinter, van der Reijden
en Manders.
Aan de orde is thans:
XXXVII. Voorstel tot het verlioogen van het over 1937
aan de vereeniging „Schoolkindervoeding en -kleeding" toe
gekend subsidie en tot het vaststellen van den desbetreffenden
begrootingsstaat. (208)
XXXVIII. Voorstel tot onderhandsche opdracht van de
levering van een gedrukt steno-analytisch verslag van de
Handelingen van den Gemeenteraad en van de Ingekomen
Stukken aan de N.V. Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij
voorheen J. J. Groen en Zoon. (209)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XXXVII
en XXXVIII besloten.
XXXIX. Voorstel om het maken van de volledige werken
ter voltooiing van het stadhuis, met bijlevering van alle
materialen enz. ondershands op te dragen aan de firma
H. Korswagen Nzn., te Leiden. (210)
Afbouw Stadhuis
(Jongeleen e.a.)
De heer Jongeleen verheugt zich er over, dat de Raad
eindelijk een beslissing kan nemen in zake de aanbesteding
van de volledige werken, noodig ter voltooiing van het
Stadhuis, maar vraagt, of het juist is, dat deze aanbesteding
zoolang op zich heeft laten wachten, omdat de architect
het zeer druk had met het ontwerpen van een bouwwerk
in een andere gemeente en of inderdaad op verzoek van de
Amsterdamsche firma Harmsen, die de natuursteen levert,
een Amsterdamsche steenhouwer met de leiding van het
stelwerk zal worden belast.
De heer Wilbrink antwoordt, dat de architect inderdaad
meer werk heeft dan den bouw van het Leidsche Stadhuis.
Het zou kunnen zijn, dat men in deze omstandigheid de
oorzaak van de vertraging zag. Het College is echter niet
overtuigd, dat de oorzaak daarin ligt..
Een belemmerende factor was wel de aanbesteding van
de onderdeelen. De levering van de natuursteen moest af
zonderlijk worden aanbesteed. De prijzen van de buiten-
landsche natuursteen waren zoo enorm gestegen, dat zij
geheel vielen buiten de berekeningen van den architect, die
den Wethouder niet kon adviseeren, de levering tegen den
gevraagden prijs te gunnen. De architect had bovendien
den indruk, dat de prijzen extra waren opgevoerd, waarom
hij besloot op de aanbieding in het geheel niet in te gaan,
maar na wijziging van het bestek te onderhandelen met
eenige Hollandsche firma's. Het resultaat was, behalve
eenige vermindering van werk, een netto besparing van
20.000.Intusschen was hierdoor een oponthoud van
6 weken veroorzaakt. Bovendien moet, voordat de aannemer
met het werk kan beginnen, voor een behoorlijk verloop
van het werk een voldoende hoeveelheid natuursteen aan
gevoerd worden, aangezien de bewerking van die natuur
steen veel tijd vereischt. Door deze oorzaken heeft, ook
tot teleurstelling van het College, de aanbesteding van den
afbouw later plaats gehad dan het had gehoopt. Het College
heeft den architect daarop ook gewezen. Het gaat evenwel
niet aan, om dit zonder meer toe te schrijven aan ander
werk, dat de architect op zich genomen had, omdat er ook
inderdaad andere factoren in het spel waren. De eigenlijke
uitwerking van het bestek voor den afbouw heeft ook meer
tijd gevraagd dan waarop het College had gerekend. Daarin
is niet te voorzien door aanstelling van meer personeel;
het gaat niet alleen om het in teekening te brengen, maar
de leiding van het werk en de te voeren besprekingen vragen
ook zeer veel tijd; door aanstelling van meer personeel zou
men wellicht eenigen tijd hebben bespaard, doch die tijds
besparing zou toch niet in verhouding staan tot de meerdere
kosten daarvan. De opmerking van den heer Jongeleen,
dat het niet noodig was, voor de bewerking van de steen
niet-Leidsche steenhouwers te nemen, is schijnbaar juist,
omdat er in Leiden ook steenhouwers zijn, maar de steen
wordt niet bewerkt door den buitenlandschen leverancier
van de natuursteen, doch in Amsterdam! Het voordeel van
levering door een binnenlandsche firma is, dat zij garantie
geeft voor de bewerkte steen tot op het werk, terwijl bij
levering door een buitenlandsche firma het risico, na ver
scheping of overlading in Rotterdam, voor rekening van
den kooper is, wat er ook gebeurt. Eventueele beschadigingen
komen bij levering door een binnenlandsche firma voor
rekening van den leverancier. Xu heeft men bij hardsteen
en graniet minder last van beschadigingen, ook op het werk,
dan zooals hier geleverd werd, bij zandsteen. Waar de leveran
cier van de natuursteen er prijs op stelde, het werk tot aan
het einde toe goed af te leveren, heeft hij met den architect
overleg gepleegd, dat door den aannemer een steenhouwer
van hem in dienst zou worden genomen, die mede verant
woordelijk was voor de verwerking en bewerking van de
natuursteen, waardoor de minste kans op verwikkelingen en
moeilijkheden tusschen aannemer en leverancier zou ontstaan.
Wanneer er in Leiden nu een groote werkloosheid onder
de steenhouwers bestond, zou daartegen misschien bezwaar
aan te voeren zijn, maar een aantal steenhouwers is reeds
tewerkgesteld bij de restauratie-werkzaamheden voor het
Stadhuis, terwijl ook bij den nieuwbouw voor hetgeen nog
bijgewerkt zal moeten worden enkele steenhouwers noodig
zullen zijn.
Wel komt de arbeider, die de leiding heeft bij het transpor
teeren en het bewerken van de steen uit Amsterdam, maar-
mochten in Leiden nog eenige steenhouwers werkloos zijn,
dan zullen ook zij zeer waarschijnlijk bij dit werk wel kunnen
worden aangesteld.
Het College heeft zich op die gronden er mede kunnen
vereenigen, dat de architect de desbetreffende bepaling in
het bestek opnam en het heeft gemeend daarmede te handelen
in het belang van een goeden gang van zaken. Het College