276
MAANDAG 22 NOVEMBEE 1937."
Verhuring wei- en teclland; c.a.
(Wilbrink e.a.)
die grond gebruikt wordt; gebruikt men hem alleen voor
beweiding, dan is een prijs van 80.100.per HA.
wel behoorlijk te noemen; perceel No. 9 betreft echter grond
in den Stadspolder, dus in de omgeving van de stad, die
ook gebruikt kan worden speciaal voor marktvee; uit dien
hoofde wordt er een extra-voordeel uit gehaald, dat dan
ook maar aan een enkelen bevoorrechte kan toevallen. En
dan is het ook niet ongemotiveerd, wanneer de gemeente
daarvan ook op eenige wijze profiteert, wanneer daartoe de
gelegenheid bestaat.
De andere verhoogingen zijn ontstaan, doordat men voor
allen, die grond van de gemeente willen pachten, dezelfde
normen laat gelden. Dat de bedragen niet overdreven zijn,
blijkt o.a. uit de gemakkelijke wijze, waarop men met elkaar
tot overeenstemming is gekomen.
Overigens is spreker het volkomen eens met den heer
van Eek, dat de prijzen niet opgedreven mogen worden,
zoolang de toestanden op het gebied van den land- en tuin
bouw niet veranderen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
VII. Voorstel tot het aangaan van een geklleening en tot
liet vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat.
(176)
VIII. Voorstel inzake het aangaan van kasgeldleeningen
gedurende het le kwartaal 1938. I "77)
IX. Voorstel inzake het beleggen van kasgelden. (178)
X. Voorstel inzake het wijzigen van de met de X.V. Bank
voor Xederlandsehe Gemeenten te 's-Gravenhage, hij raads
besluit van 6 Juni/4 Juli 1932, aangegane rekening-courant-
overeenkomst. 179)
XI. Voorstel tot het wijzigen van de verordening, betref
fende het verleenen van een hijslag op de pensioenen aan
gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen toe
gekend. (166)
XII. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering
tegen J. Thomas, te Alphen aan den Rijn, strekkende tot
vergoeding aan de gemeente van de schade, haar toegebracht
door aanrijding van een lantaarnpaal en een afsluithek van
de Sehcluwbrug. (161)
XIII. Voorstel tot het verleenen van medewerking aan het
bestuur van de R.K. Parochiale Jongensscholen onder It.K.
Parochiaal Kerkbestuur tot het aanschaffen van sehool-
meubelen en leermiddelen ten behoeve van zijn school voor
uitgebreid lager onderwijs aan het Pieterskerkhof No. 4
en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootings
staat. (162)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen VII tot en
met XIII besloten.
XIV. Voorstel tot het aankoopen van het huis met tuin
aan de Langebrug Xo. 58, kadastraal hekend gemeente Leiden,
Sectie G Xo. 1656 en tot het vaststellen van den desbetref
fenden begrootingsstaat. (163)
De heer Hessing heeft bezwaar tegen den prijs van 7.000.
die volgens hem 1.500.te hoog is. De indruk mag niet
worden gewekt, dat men, indien de gemeente belang heeft
bij een bepaalden aankoop, kan overvragen en de gemeente
bereid moet zijn, op elke vraag in te gaan. Spreker begrijpt,
dat de gemeente het huis noodig heeft, maar maakt er in
het algemeen bezwaar tegen, dat zij zulke panden koopt
tegen dergelijke hooge prijzen.
De heer Wilbrink zegt, dat men bij de reorganisatie van
de brandweer is uitgegaan van de gedachte, dat het personeel,
hetwelk bij het uitbreken van een brand onmiddellijk be
schikbaar moet zijn, zoo dicht mogelijk bij de brandweer
garage moet wonen, waardoor ook des nachts minder wacht-
personeel in het gebouw aanwezig behoeft te zijn. Het heeft
echter geruimen tijd geduurd eer het College dit voorstel
kon indienen, doordat het niet gemakkelijk was geschikte
panden te vinden en de gemeente niet bereid was, op elke
vraag in te gaan. Het College staat op het standpunt, dat
de gemeente eerst dan mag koopen, als de noodzakelijkheid
daartoe dringt en de prijs zooveel mogelijk in overeen
stemming is gebracht met de waarde van het benoodigde pand.
Voor dit pand is oorspronkelijk gevraagd ƒ.10.000.
Aankoop van perceel Lanqehruq 58; c.a.
(Wilbrink e.a.)
later 8.000.en tenslotte heeft de gemeente het in handen
kunnen krijgen voor 7.000.Het College meende toen te
moeten toegrijpen. Niet alleen de gemeente, maar evenzoo
particulieren loopen, wanneer zij een bepaald pand of een
bepaald stuk grond in bezit moeten hebben, zeer groote
kans, iets meer te moeten betalen dan bij een gelegenheids
koop, wanneer de verkooper gedwongen is zijn huis te ver-
koopen; dan krijgt men een zuiverder waardebepaling.
Wanneer de eigenares dit pand had moeten of graag had
willen verkoopen, dan zou het voor de gemeente waar
schijnlijk 1.000.voordeeliger zijn uitgekomen, maar
wanneer men iets moet hebben en wil hebben om dit bedrijf
goed te laten functionneeren, dan is ƒ1.000.te veel toch
niet te duur betaald. Op het oogenblik moeten door de
Politie-brandweer meer wachtdiensten verricht worden dan
wanneer dit pand verbouwd zou zijn tot woning voor twee
brandwachts. Verder is op het oogenblik een brandwacht
woonachtig in het gebouw van de Arbeidsbeurs; zoodra deze
verhuisd is, kan dit pand in gebruik worden genomen door
de afdeeling B-steun van den dienst voor Sociale Zaken.
Waar dit alles in financieel opzicht van belang is voor de
gemeente, kan men er niet op wachten, totdat de gemeente
dit pand misschien eens voor een lageren prijs in handen
krijgt. Op een veiling moet men toch ook iets hooger af
mijnen en dan wordt het verschil zoo miniem, dat het in
het niet verzinkt bij de schade, die door dezen toestand
veroorzaakt wordt. Hierdoor wordt de aankoop volkomen
gerechtvaardigd
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XV. Voorstel inzake het verstrekken van brandstoffen aan
daarvoor in aanmerking komende werkloozen gedurende het
winterseizoen 19371938. (184)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Voorstel tot het wijzigen van de verordening, regelende
de heffing van belastingen voor liet gebruik van hét Openhaar
Slachthuis te Leiden. (167)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De heer Tobé vraagt of het wel juist is, de invoerkeur-
loonen te verhoogen. Daardoor zullen de vleeschprijzen,
zooal niet hooger, dan toch zeker niet lager worden. Men
moet het in een andere richting zoeken, n.l. niet het keurloon
te verhoogen, maar de slachtprijzen te verlagen; misschien
zou daardoor de consumptie van vleesch grooter worden;
dan zou het aantal slachtingen toenemen en dan had men
hetzelfde resultaat bereikt.
Spreker kan niet uit het stuk lezen, dat het invoerkeurloon
alleen voor de particuliere slagers en niet voor de fabrieken
zal worden verhoogd.
De heer Goslinga vraagt, of het noodzakelijk is, de be
staande verordening te wijzigen en hoeveel deze wijziging
de gemeente zal kosten.
De heer Verweij zegt, dat men met de voorgestelde wijziging
hoopt te bereiken een verhooging van het aantal nuchtere
kalveren, dat in Leiden wordt geslacht, waardoor de voor
gestelde verlaging van het slacht-keurloon van nuchtere
kalveren niet alleen geen vermindering van inkomsten voor
het Slachthuis zal veroorzaken, maar deze inkomsten zelfs
zal doen stijgen.
Het is in het belang van de volksgezondheid, dat alle
slachtdieren zooveel mogelijk op het Slachthuis zelf worden
gekeurd en geslacht en daarom is het gewenscht, dat de
wanverhouding, welke op het oogenblik bestaat tusschen
het invoer-keurloon en het slacht-keurloon, wordt verbeterd,
hetgeen zal geschieden, indien de Eaad het voorgestelde
besluit neemt, waarmede tegelijkertijd zal zijn voldaan aan
het verlangen, dat reeds eenige malen door belanghebbenden
is geuit. Onder de verhooging van het invoer-keurloon valt
alles, ook de fabrieken. De wet kent op dit stuk geen uit
zonderingen; de fabrieken vallen niet buiten het invoer-
keurloon, al geldt voor haar een aparte verordening.
Artikel I wordt z. h. st. en artikel II zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening
in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
(De heer Wilmer whs inmiddels ter vergadering gekomen).