296 MAANDAG 22 NOVEMBER 1937. Schoolkindervocding en -kleeding. (Manders e.a.) dit werkelijk een van de motieven zou zijn, dan dringt spreker er op aan in plaats van klompen, schoenen te ver strekken. De heer Keij acht het dragen van klompen minder juist. Een klomp sluit niet geheel aan den voet aan; daardoor blijft de voet in den klomp niet in rust, maar heeft bij het optillen van den voet de klomp altijd neiging om los te schieten. Daarom is het noodig, bij het dragen van klompen de voetzoolspieren extra in te spannen, waardoor de teenen den klomp als het ware vastklemmen. Nu kan spreker onder schrijven de meening van den heer van der Laan, dat daarin de voet droog blijft, wanneer de klomp ook inderdaad intact is. Het groote nadeel van den klomp is echter, dat hij zoo spoedig barst en dan meestal met een ijzerdraadje wordt hersteld. Spreker acht dan ook, in het belang van de kinderen zelf en het bewaren van een goede voetstelling, het stand punt van de Vereeniging voor Schoolkindervoeding en -kleeding onjuisteen goed aansluitende schoen is voor algemeene dracht te verkiezen boven het dragen van klompen. Op deze gronden zal spreker stemmen voor het voorstel van mevrouw Braggaar. De heer van Wclzen zegt, dat de argumenten, welke men tegen het goed gefundeerde, immers op officieele gegevens berustende, betoog van mevrouw Braggaar heeft aangevoerd, geen steek houden. Men mag in sterke mate twijfelen aan de juistheid van het argument, dat de verstrekking van schoenen in plaats van klompen het schoolverzuim bevordert en het dragen van klompen het schoolverzuim beperkt. Het is volkomen juist, dat men het dragen van klompen niet als minderwaardig mag beschouwen. Men kan echter geen vergelijking maken tusschen de stad en het platteland. Op het platteland zal men met het oog op de zindelijkheid in het huis, de voorkeur geven aan het dragen van klompen, die men gemakkelijk voor het binnentreden kan uitdoen. Ten aanzien van de vraag, of de ouders in staat zullen zijn, de verstrekte schoenen in een behoorlijken staat te doen onderhouden, mag men niet generaliseeren. In dit opzicht wordt in te sterke mate gegeneraliseerd. Ongetwijfeld is het een bezwaar, dat naast de schoenen ook niet gelijk tijdig het daarbij behoorende onderhoud verstrekt zou kunnen worden, maar het feit, dat daaraan financieele be zwaren verbonden zijn, brengt niet mede, dat daarmede ook de verstrekking van schoenen, die in het algemeen wel noodig is, zou moeten vervallen. Aan het dragen en op tijd ver strekken van nieuwe klompen zijn tenminste evenveel be zwaren verbonden als aan het verstrekken, onderhouden en repareeren van schoenen. Het feit, dat ook het dragen van klompen kosten meebrengt en dat de kinderen ook bij een ruime verstrekking van klompen toch geruimen tijd met kapotte klompen moeten loopen, doordat zij op nieuwe klompen moeten wachten, doet bij spreker de weegschaal overslaan ten gunste van de verstrekking van schoenen. Op grond van deze overwegingen zal spreker voor het voor stel van mevrouw Braggaar stemmen. De heer van der Kwaak vraagt of bij het in het Ingekomen Stuk genoemde bedrag van 13.767.rekening is gehouden met het feit, dat reeds een bepaald aantal paren schoenen worden verstrekt, dan wel of dit het totaal bedrag der kosten is. Nu hebben de verschillende sprekers uitspraken van deskundigen aangehaald; op het eerste gehoor schijnt het, alsof de door mevrouw Braggaar geciteerde medici weer spreken de door de andere Raadsleden aangehaalde des kundigen, maar dat is niet juist. Uit een staat van de ver strekking van schoenen blijkt, dat in Leiden voorzien wordt in de gevallen, die de door mevrouw Braggaar aangehaalde medici op het oog hebben. Het groote aantal in 1937 uit gereikte schoenen bewijst, hoe grondig wordt gecontroleerd, of verstrekking van schoenen noodzakelijk is. Bovendien krijgen de kinderen om de twee maanden een paar nieuwe klompen; deze verstrekking is dus zeer ruim. Door de aangebrachte wijziging acht spreker het voorstel van mevrouw Braggaar wel verzwakt; het aanvankelijke voorstel was aantrekkelijker. Bij het gewijzigde voorstel vraagt men zich af, wat de klompenvoorziening eigenlijk om het lijf heeft gehad. De reparatie van een paar schoenen weegt op tegen de verstrekking van een paar nieuwe klompen. Waar thans reeds schoenen worden verstrekt op medisch advies aan kinderen, die dit noodig hebben, zal sprekers fractie tegen het voorstel van mevrouw Braggaar stemmen. De heer Tepc heeft met genoegen vernomen, dat mevrouw Braggaar hem aanziet voor een ernstig man, niet omdat Schoolkindervocding en -kleeding. (Tepe e.a.) spreker er tot nog toe aan getwijfeld zou hebben, maar wel omdat hij nu mag verwachten, dat mevrouw Braggaar zich zal laten overtuigen door het betoog, dat spreker ter ver dediging van het praeadvies zal houden en dat betrekkelijk kort kan zijn, omdat zoowel de medische als de sociale voor- en nadeelen van beide soorten van voetbedekking van alle kanten zijn belicht. Spreker zelf acht het gewijzigde voorstel van mevrouw Braggaar nog onaannemelijker dan het oorspronkelijke, omdat het veel minder dan het laatste beantwoordt aan het doel, waarvoor in het algemeen schoeisel wordt verstrekt. Om de ouders te helpen, die door hun financieele om standigheden niet in staat zijn te voldoen aan de eischen van de Leerplichtwet, kan men twee wegen bewandelen: men kan schoenen verstrekken en men kan klompen uit reiken. Indien men het financieele element daarbij geheel zou kunnen, willen en mogen uitschakelen, zou spreker niet het minste bezwaar hebben tegen een voorstel om schoenen te verstrekken. Dit voorstel zou echter geheel anders moeten luiden dan dat, hetwelk belichaamd is in het rapport van de Commissie, die tot onderzoek van deze zaak is ingesteld. Naar sprekers vaste overtuiging verdient het uitreiken van 6 paar klompen in een jaar in verband met het schoolbezoek verre de voorkeur boven het verstrekken van een paar schoenen in de 10 maanden en de daarbij behoorende reparatie. Spreker heeft geen antipathie tegen het dragen van schoenen en geen sympathie voor het dragen van klompen, maar vraagt zich alleen af, waarmede de ouders het best geholpen zijn met het oog op het schoolbezoek. Het bestuur der Vereeniging voor Schoolkindervoeding en -kleeding bestaat uit 7 dames en 6 heeren; 6 leden zijn werkzaam geweest of nog werkzaam bij het onderwijs; alle bestuursleden zijn eenparig van oordeel, dat het ver strekken van klompen de voorkeur verdient boven het ver strekken van schoenen. Hoofden van scholen hebben spreker herhaaldelijk hetzelfde verzekerd. Wanneer men de ver strekking van schoenen goed zou willen doen geschieden, even goed als thans de verstrekking van klompen, dan zouden de meerdere kosten niet 9.000.bedragen, zooals de Commissie zegt, maar tenminste het dubbele en wanneer spreker onder de huidige omstandigheden dat denkbeeld zou lanceeren, dan zou hij het zeker aan den stok krijgen, niet alleen met den Wethouder van Financiën, maar met het geheele College. Voor het tegengaan van het school verzuim acht spreker het voorstel van de minderheid van het College buitengewoon onvoldoende en ontoereikend: één paar schoenen in de 10 maanden, maar de reparatie is voor eigen rekening. Wat komt daarvan terecht? Waar de gemeente financieel niet kan doen wat zij zou wenschen, n.l. verstrekking van schoenen en van voldoende reparatie, is spreker er voor en zoolang die toestand zoo blijft, zal spreker daarvoor opkomen om klompen te verstrekken, hetgeen een afdoende middel is om het doel te bereiken, zij het dat daartegen bezwaren kunnen worden aangevoerd, hetzij medische, die ondervangen worden door verstrekking van schoenen aan kinderen, die klompen niet kunnen dragen, hetzij van socialen aard. Hoe verklaren dan de tegenstanders van de verstrekking van klompen, die daarin zien een ken- teeken van minderwaardigheid of een uit hygiënisch oog punt onverdedigbare voetbekleeding, dat in de meeste groote gemeenten, waaronder ook Amsterdam en Rotterdam, klompen verstrekt worden en in sommige daarvan zelfs uitsluitend klompen, en nog niet eens schoenen op medisch advies? Zijn nu al die gemeenten, in de meeste waarvan toch zeer democratische regeeringen zijn, alle zoo conser vatief of zoo reactionnair geworden of gebleven, dat zij die veelgesmade voetbekleeding, den klomp, handhaven, on danks de blaam, die het dragen daarvan oplegt? Waarom moet het juist Leiden zijn, dat in dezen moet afwijken van een practijk, die in de belangrijkste groote gemeenten wordt toegepast, omdat men ook daar er in ziet het middel om de bevoegdheden, door de Leerplichtwet aan de gemeenten gegeven, op de meest practische wijze te gebruiken. Het beste vergelijkingsobject is Amsterdam, omdat deze ge meente in zoo menig opzicht zoowel wat de normen betreft als de wijze van verstrekking, met Leiden overeenkomt. In Amsterdam wordt evenals in Leiden het geheele jaar door voedsel verstrektaan kleeding wordt in Amsterdam ongeveer hetzelfde verstrekt als in Leiden. In Leiden worden klompen verstrekt, op medisch advies schoenen, in Amsterdam alleen klompen. Het is zeer opmerkelijk, dat de norm voor het eerste kind in Amsterdam 50 cent hooger is dan in Leiden, n.l. 16.dus bij een inkomen van 16.komt men wanneer men één kind heeft in aanmerking voor School kindervoeding en -kleeding. In Leiden is het voor den zomer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 24