MAANDAG 22 NOYEMBEE 1937. 295 Selioolkindervoeding- en kleeding. (Braggaar e.a.) voor de meeste kinderen een moeilijke dracht was, die voor alle rachitische kinderen zeer nadeelig bleek in verband met platvoet- en spreidvoetvorming. De verstrekking van schoenen in plaats van blompen mag zeker niet afstuiten op de kosten, in totaal 2.200.per jaar of 1.30 per kind, een gering bedrag. Het is in dezen tijd onnoodig hard en medisch niet verantwoord met de ver strekking van klompen door te gaan. Het bezwaar dat door de verstrekking van schoenen het schoolverzuim bevorderd zou worden, is niet houdbaar, gezien het feit dat op het oogenblik volgens de door spreekster ontvangen gegevens reeds 1117 kinderen schoenen dragen. De vereeniging School kindervoeding en -kleeding zal hierdoor niet meer werk krijgen, maar integendeel ontlast worden, doordat de kinderen 5 of 6 paar klompen per jaar krijgen en slechts één paar schoenen in de 10 maanden zullen ontvangen. Laten de Eaadsleden bedenken, dat door aanneming van spreeksters voorstel ook de kinderen van christelijke en katholieke ouders gebaat zullen zijn. Spreekster hoopt dat de Eaad in het belang van al dezer kinderen dit voorstel zal aannemen. De Voorzitter concludeert uit het feit, dat mevrouw Brag gaar een tweede voorstel terzake heeft ingediend, dat zij haar oorspronkelijke voorstel heeft ingetrokken. Mevrouw Braggaar antwoordt bevestigend. De Voorzitter constateert dan dat het voorstel van mevrouw Braggaar, luidende: „Ondergeteekende stelt voor, om bij schoolkindervoeding en -kleeding schoenen te verstrekken in plaats van klompen en de daarbij behoorende reparatie.", is ingetrokken. De heer van der Laan deelt uit zijn ondervinding op dit gebied mede, dat hij bij zijn benoeming tot hoofd eener school in Leiden al zeer spoedig een zeer groot schoolverzuim constateerde. Bij zijn bezoek aan de ouders bleek spreker als één van de redenen van dat schoolverzuim, gebrek aan schoeisel. Spreker heeft toen op zijn manier getracht in dat gebrek aan schoeisel te voorzien en brengt vanaf deze plaats een woord van dank aan den toenmaligen Wethouder van Onderwijs, den heer van Hamel, die spreker in zijn pogingen om in het gebrek aan schoeisel te voorzien heeft gesteund. Het merkwaardigste is, dat nooit iemand tot spreker heeft gezegd, schoenen te willen hebben. Spreker wist op een zeer bijzondere manier in het gebrek te voorzien, zonder dat de ouders te weten kwamen, op welke wijze het ge schiedde. Door de maatregelen, die spreker nam, werd het schoolverzuim in belangrijke mate minder. Spreker heeft zelf het dragen van klompen nooit als iets minderwaardigs beschouwd en heeft ook nooit een kind er minder op aangezien, indien het klompen droeg. In het al gemeen zal men dit ook niet doen. Yoetgebreken zullen eerder door het dragen van schoenen dan door het dragen van blompen ontstaan. Yooral in het natte jaargetijde en in den winter is het dragen van klompen voor de kinderen veel gezonder dan het dragen van schoenen, doordat de kinderen met de natte en kapotte schoenen den geheelen dag koude voeten hebben, terwijl de klompen kunnen vervangen worden door eenvoudige, zelfgemaakte droge pantoffels. Wanneer de verstrekte schoenen kapot zijn, zullen de ouders ze niet dadelijk kunnen laten repareeren en indien ze in de reparatie gegeven worden, zullen de kinderen eenige dagen moeten wachten, voor zij ze weer in hun bezit hebben. De kinderen komen gedurende die dagen niet op school. Er zijn natuurlijk goedwillende ouders, die alles in het werk zullen stellen om de zaak spoedig in orde te krijgen, maar spreker weet uit ervaring, dat er vele anderen zijn, die die zaak slepende zullen houden. Wil men nu de ouders de reparaties laten betalen? Daarvan komt totaal niets terecht. Hoe zullen die werklooze minder goed gesitueerden dit kunnen, voldoen? Dan zou men er even goed klompen voor kunnen koopen. Het gevolg zal weer zijn: geen schoenen of halve schoenen en op iedere school weer toeneming van schoolverzuim. Wanneer de gemeente nu die groote uitgave voor het verschaffen van schoenen en geheele of gedeeltelijke reparatie zou moeten doen, zou de Wethouder van Financiën dan niet een weg kunnen wijzen om die groote onkosten te bestrijden? Is ook het oordeel gevraagd van de Yereeniging voor Schoolkindervoeding en -kleeding, die reeds zoolang met dit bijltje heeft gehakt? Spreker zou er prijs op stellen dit oordeel te vernemen. Gehoord de toelichting die gegeven is, meent spreker dat het aanbeveling verdient, om klompen te blijven verstrekken. Schoolkindervoeding- en kleeding. (Bergers e.a.) De heer Bergers sluit zich aan bij den heer van der Laan. Het bestuur van de Vereeniging voor Schoolkindervoeding en -kleeding is unaniem vóór verstrekking van klompen, teneinde het schoolverzuim tegen te gaan; het meent, dat bij de verstrekking van schoenen de kinderen bij nat en koud weer koude en natte voeten zullen krijgen. Het is nu reeds voorgekomen, dat men binnen de 10 maanden voor de geheel versleten schoenen nieuwe vroeg, hetgeen geweigerd is. Door verstrekking van één paar schoenen in de 10 maanden zonder reparatie zou het schoolverzuim zeer toenemen. Wanneer men zich nu door zijn gevoel zou laten meesleepen, zou men vragen: waarom moeten die kinderen nu juist klompen hebben, terwijl alle andere kinderen op schoenen loopen. Spreker gelooft, dat dit argument voor de voor standers van de verstrekking van schoenen eigenlijk nog zwaarder weegt dan het hygiënisch belang van de kinderen. Tegenover de door mevrouw Braggaar genoemde medische verklaringen zou spreker de verklaringen van andere medici kunnen stellen, die klompen voor de kinderen veel beter achten. Natuurlijk moeten kinderen met voetgebreken bij zondere schoenen hebben, die dan ook worden verstrekt, maar die zouden van gewone schoenen even goed nadeel ondervinden als .van klompen. Volgens mevrouw Braggaar worden nergens klompen gedragen, maar spreker wijst op verschillende gestichten in de buurt van Leiden, waar de kinderen wel klompen dragen, den geheelen dag, b.v. het Marth a-gesticht. Ook zouden dan alle boeren gebrekkige voeten moeten hebben. Indien het bestuur der Vereeniging voor Schoolkinder voeding en -kleeding, waarin verschillende personen zitting hebben, die bij het onderwijs werkzaam zijn of zijn geweest, het beter achten en dan ook voorstellen, den kinderen klompen in plaats van schoenen te verstrekken, moet men zich als leek hierbij neerleggen. Spreker zou dit niet doen, indien men van de bestuursleden kon zeggen, dat zij niets gevoelen voor het kind; het zijn echter menschen, wien alle lof toekomt voor de zorg, die zij aan het arme kind besteden. Het moeilijke punt is het standsverschil. Wanneer spreker alleen let op het belang van het kind, ook wat betreft het schoolbezoek, acht hij het beter de kinderen klompen te laten dragen. Waar moeten de ouders het geld vandaan halen voor de noodige reparatie, indien bij aanneming van het voor stel van mevrouw Braggaar alleen schoenen worden ver strekt? De kinderen zullen gedwongen zijn op kapotte schoenen te blijven loopen en zullen alle nadeelige gevolgen daarvan moeten ondervinden. De kinderen, die op klompen loopen, kunnen deze in huis en school verwisselen met een paar gemakkelijk te maken slofjes en zoodoende warme voeten hebben. Dit voorstel is een hobby van mevrouw Braggaar. Spreker loopt nu al 40 jaar in de vereeniging St. Vincentius mee en had over deze zaak al gedacht, vóór mevrouw Braggaar misschien wist, wat klompen zijn. Spreker houdt zich dan ook aan wat deze vereeniging zegt, die uit ervaring weet, wat voor het kind het beste is. De heer Manders heeft de Eaadsleden nauwkeurig gade geslagen, toen zij hedenmiddag het gebouw verlieten. De een na den ander kwam kreupel naar buiten. De Wethouder van Onderwijs hinkte geweldig. Spreker weet dit na al de redevoeringen van heden aan het dragen van schoenen, dat toch wel slecht moet zijn voor de voeten, en spreker vroeg zich af, waarom niet al deze heeren klompen droegen, terwijl zij konden weten, dat de leden van den Eaad met den Burge meester aan het hoofd hen er niets minder op zouden aanzien. Of zijn de bezwaren, die aangevoerd zijn tegen het dragen van schoenen (natte voeten; voetgebreken), toch niet juist? Spreker begrijpt niet, waarom ieder ander van het dragen van klompen afstapt en waarom langzamerhand alle klompen- fabrieken in de buurt failliet zijn gegaan. Spreker pleit dan ook voor het dragen van schoenen, zooals ook alle Eaads leden doen. Niet alle kinderen zijn zoo verstandig als natuur lijk het schoolhoofd, dat de kinderen niet als minderwaardig aanziet, omdat zij klompen dragen en dat hun zal trachten bij te brengen, dat het niet minderwaardig is. De kinderen echter denken daarover geheel anders. Spreker zou liever hebben gezien, dat mevrouw Braggaar haar oorspronkelijke voorstel had gehandhaafd, waarin ook de gratis verstrekking van reparatie was opgenomen. Deze behoeft niet zooveel te kosten. Als voorzitter van een van de Commissies tot wering van schoolverzuim heeft spreker vaak ondervonden, dat het gemis van schoeisel inderdaad een reden is voor schoolverzuim. Dikwijls betwijfelt spreker echter of dit nu werkelijk het juiste motief is, maar wanneer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 23