292
MAANDAG 22 NOVEMBER 1937.
Aankoop gas- en clcetrieiteitsbedrijf te Rijnsburg, enz.
(de Reede c.a.)
lijke wijze verminderd. De winst d.w.z. de winst van het
Electriciteitsbedrijf, verminderd met het verlies van het
Gasbedrijf bedroeg in 1935 5.800.en in 1936 slechts
2.500.Aangenomen nu, dat in de toekomst de toestanden
beter zullen worden en dat de afschrijvingen, die in de af-
geloopen jaren normale percentages bedragen hebben, in
de toekomst iets zullen verminderen doordat sommige be
zittingen geheel afgeschreven zijn, dan komt spreker toch
nooit verder dan tot een winst van 8.000.of 9.000.
per jaar uit beide bedrijven, terwijl de gemeente een last
op zich neemt van 10.000.per jaar. Welke is nu de
grond voor een dergelijke transactie? Een zakelijke grond
is hiervoor niet te vindenEr zou een ander motief kunnen
zijn: men zoekt altijd naar monopolies en wil altijd op alles
de hand leggen, maar ook dat argument gaat niet op, want
niet alleen Rijnsburg heeft een eigen gasbedrijf en een eigen
electriciteitsdistributie. Daarnaast heeft men de gasfabrieken
van Katwijk, Noordwijk, Lisse, Hillegom en Alphen; op die
gemeenten kan Leiden dus in het geheel geen invloed uit
oefenen. Bovendien heeft de bollenstreek tusschen Hillegom
en Sassenheim zijn eigen groot electriciteitsdistributie-bedrijf,
dat Leiden zeker nooit in handen zal krijgen. Dus ook met
het oog op het geheele terrein van de levering van gas en
electriciteit behoeft men de zaak niet te entameeren.
Welk belang heeft de gemeente Leiden bij een dergelijke
groote kapitaalsuitgave, die zich zelf niet dekt, terwijl de
koop voor de gemeente geen nut heeft? In 1927 heeft de
gemeente Leiden de fabrieken aan de gemeente Rijnsburg
verkocht en nu koopt zij ze terug. De Rijnsburgers, die deze
zaak hebben behandeld, zijn goede zakenlui; het gemeente
bestuur van Rijnsburg zal in zijn vuistje lachen, wanneer
deze overeenkomst tot stand komt.
Spreker wil gaarne vernemen de sterke argumenten,
welke het College er toe hebben geleid dit voorstel te doen,
dat zoo weinig perspectieven biedt voor de gemeente
Leiden.
De heer Goslinga zegt, dat de gemeente Leiden verplicht
is de prijzen, welke zij in het contract met de gemeente
Rijnsburg, dat in 1959 eindigt, heeft bedongen, te verlagen,
wil zij het gebruik van gas en electriciteit in de gemeente
Rijnsburg bevorderen. De gemeente Leiden heeft dit ook
ten aanzien van andere gemeenten gedaan. Zij heeft voor
de gemeente Voorschoten den inkoopsprijs verlaagd om die
gemeente in staat te stellen de producten goedkooper aan
haar ingezetenen te leveren; zij heeft het geweigerd aan de
gemeente Alp hen, maar zij heeft verlaging van de prijzen
toegestaan aan Hillegom, Lisse en Sassenheim. Herhaaldelijk
heeft de gemeente Leiden daarbij den eisch gesteld, dat de
andere gemeente ook haar prijzen zou verlagen, om zoo
doende te bereiken, wat men bereiken wilde.
Het belangrijke van dit voorstel is, dat de 'gemeente
Leiden in plaats van engros-gemeente, concessie-gemeente
van Rijnsburg wordt. De ervaring van de directie der Stede
lijke Lichtfabrieken is, dat rechtstreeksche levering aan de
particulieren in het belang van het bedrijf is. Ook provin
ciale besturen (Noord-Holland, Utrecht, Gelderland) streven
naar rechtstreeksche leverantie van de producten der provin
ciale bedrijven aan de particulieren. Waar men dan het
debiet in Rijnsburg in handen heeft, en waar men daar door
tariefsverlaging een grooter verbruik van gas en electriciteit
kan bewerkstelligen, ziet de directie er belang in, in deze
belangrijke gemeente concessie te krijgen. De directie raamt
de verlaging van den prijs engros op 5.000.en raamt
een winst van 7.000.tegenover een verlies van 10.000.
het is van belang deze cijfers niet over het hoofd te zien.
Nu zegt de heer de Reede, dat hij die cijfers in zijn berekening
verwerkt heeft; dat is echter niet gebleken. Wanneer de
Raad dit voorstel afstemt, moet Leiden per sé komen met
een verlaging van den prijs engros, hetgeen ook een verlies
geeft van ƒ5.000.daardoor zal Rijnsburg in staat zijn
voor lageren prijs te leveren, doch die prijs is aanzienlijk
hooger dan wanneer het concessie-gemeente wordt. De
prijzen in Oegstgeest en Rijnsburg, welke gemeenten aan
weerszijden van denzelfden weg gelegen zijn, verschillen op
het oogenblik 12 centdie prijzen zullen nu gelijk of nagenoeg
gelijk worden. Spreker geeft den heer de Reede toe, dat de
aankoop van een dergelijk bedrijf uitermate goed overwogen
moet worden, maar de grond voor dit voorstel is gelegen
in het feit, dat Rijnsburg concessie-gemeente wordt in plaats
van engros-gemeente. De practijk heeft geleerd, dat het
hebben van concessie in andere gemeenten een voordeel is
voor Leiden op, den langen duur. Men moet echter het voor
deel niet a la minute willen hebben, men moet zien naar
de toekomst en dan is aanneming van dit voorstel in het
belang van Leiden. Spreker zal gaarne zijn stem aan dit
Aankoop gas- en electriciteitsbedrijf te Rijnsburg, enz.
(Goslinga e a.)
voorstel geven, omdat de directie in wier beleid spreker
altijd groot vertrouwen heeft gehad, hierin uiteindelijk een
voordeel voor Leiden ziet. Nu zijn er meer gemeenten, waar
Leiden engros levert, maar hoe komt het nu, dat Alphen
en Hillegom b.v. er niet over denken, het eigen grootbedrijf
uit handen te geven, en Rijnsburg wel? Dit komt, doordat
in Alphen en Hillegom de onkosten zoo laag zijn, dat men
tegen een redelijken prijs kan leveren. Dit is echter bij Rijns
burg niet het geval. Rijnsburg is te kleinde onkosten, aan
dit bedrijf voor Rijnsburg verbonden, zijn doorloopend te
groot; daarom moet Rijnsburg een te hoogen prijs in rekening
brengen, waardoor het debiet daalt en de verliezen ontstaan.
In de grootere gemeenten, zooals Lisse, Hillegom of Sassen
heim, verdient men nog zeer behoorlijk op de stroomleve-
rantie. Spreker zal dus stemmen voor het voorstel van het
College, in het vertrouwen dat Leiden in de toekomst, door
dat Rijnsburg concessie-gemeente wordt, er meer aan zal
verdienen dan op het oogenblik mogelijk is.
De Voorzitter dankt den heer Goslinga voor den steun,
dien deze aan het voorstel van het College heeft gegeven.
Rijnsburg heeft met reden gevraagd, de engros-prijzen te
verlagen. Het zou volgens de Directie der Stedelijke Licht
fabrieken en Commissarissen niet wel mogelijk zijn, aan
deze roepstem geen gehoor te verleenen.
De verlaging van de engros-prijzen zou voor Leiden ten
gevolge hebben vermindering van de winst op de levering
van gas en electriciteit engros, terwijl de détail-prijzen in
Rijnsburg dan niet zooveel zouden kunnen worden verlaagd,
dat men een zoo groot mogelijke opvoering van het verbruik
in Rijnsburg zou mogen verwachten.
De Directie achtte het daarom beter te trachten, zelf de
levering en détail aan een zoo nauw aan een détail-gemeente
(Oegstgeest) aansluitende gemeente in handen te krijgen.
Aldus wordt het mogelijk geacht in Rijnsburg, waar het
verbruik van gas en electriciteit de laatste jaren aanzienlijk
is gedaald, het verloren terrein terug te winnen. De prijzen
zullen, zooals uit het Ingekomen Stuk blijkt, voor de inge
zetenen van Rijnsburg veel aantrekkelijker worden.
De heer de Reede nam aan, dat jaarlijks een winst van
7.000.zal worden gemaakt, waartegenover een jaar-
lijksche uitgave van 10.000.staat. De Directie van de
Stedelijke Lichtfabrieken berekent echter, dat de meerdere
inkomsten, die men door de détail-levering aan Rijnsburg
zal verkrijgen, per jaar ƒ20.000.a 22.000.zullen be
dragen. Daartegenover staat een annuïteit, berekend over
het bedrag van 142.500.van ongeveer 7.000.-a.
8.000.Neemt men aan, dat de annuïteit 8.000.is,
dan bedragen de meerdere ontvangsten 12.000.per jaar.
De gemeente moet ook betalen de rente en aflossing van
het bedrag van 100.000.dat voor de activa van Rijns
burg wordt besteed; berekend naar een rente van 4
moet uit dezen hoofde door Leiden ƒ6.700.per jaar be
taald worden. Dan blijft er dus nog rond 6.000.— beschik
baar voor de voor rekening van Leiden komende kosten
van onderhoud, bediening en wachtgelden. Naar het oordeel
van de Directie nu kunnen uit het aldus overblijvende
bedrag zeker de bovenbedoelde kosten betaald worden;
ontstaat er echter als gevolg van de toeneming van het
verbruik door de verlaging van de tarieven een overschot,
dan zal de winst, welke Leiden tot dusver genoot bij de
levering engros volgens het bestaande contract, met het
bedrag van dat overschot worden verhoogd. Op grond nu
van de in Leiden opgedane ervaring, dat tariefsverlaging
tot stijging van het verbruik leidt, mag worden verwacht,
dat dit ook in Rijnsburg het geval zal zijn, zoodat de voor
gestelde transactie voor Leiden zeker niet nadeelig, doch op
den duur zelfs voordeelig zal zijn.
Aanvaardt men deze transactie niet, dan zullen Burge
meester en Wethouders ongetwijfeld in een van de volgende
Raadsvergaderingen moeten komen met een voorstel om de
engros-prijzen, waartegen de levering aan Rijnsburg geschiedt,
te verlagen, waarmede zeker een bedrag van 5.000.
gemoeid is; een verzoek van Rijnsburg om de engros-prijzen
te verlagen, zou toch door Leiden onmogelijk geheel kunnen
worden afgewezen. De Directie van de Lichtfabrieken acht
het mede met het oog daarop beter den détail-verkoop in
Rijnsburg zelf in handen te krijgen en is van meening, dat
de voorgestelde transactie, ook op grond van de cijfers, in
alle opzichten te rechtvaardigen is. Het College sluit zich
daarbij aan. Spreker hoopt, dat de heer de Reede wil aan
vaarden, dat de door de Lichtfabrieken opgemaakte be
rekeningen op juiste gegevens berusten en dat op grond
daarvan deze transactie ook door den Raad kan worden
goedgekeurd. Het spreekt van zelf, dat de berekeningen, die
de Lichtfabrieken maken, altijd min of meer op schattingen