282
MAANDAG 22 NOVEMBER 1937.
Ambtenarenreglement en YVaohtgeldverordening; e.a.
(Tepe e.a.)
moet worden opgenomen, maar heeft uitsluitend bedoeld,
de bestaande fouten te herstellen. Het Georganiseerd Over
leg zou het spreker te recht euvel duiden, indien een voorstel,
als door den heer Eikerbout bedoeld, klakkeloos door den
Raad zou worden aangenomen.
De zaak, waarover men uitvoerig heeft gediscussieerd in
het Georganiseerd Overleg, is opgelost in de verzekering van
het College, dat eventueele fouten bij de opwachtgeldstelling
voor 100 zullen worden hersteld.
De heer Hcssmg is het volkomen met den heer Eikerbout
eens en zou het toejuichen, indien een voorstel in dien zin
werd ingediend.
De opwachtgeldstelling van personeel in een bedrijf voor
onderstelt een overcompleet van het personeel door de
reorganisatie van het bedrijf of ten gevolge van een andere
oorzaak. Indien door uitbreiding van het bedrijf, ziekte van
een groot aantal leden van het personeel of door welke
andere omstandigheid ook, indienstneming van personeel
noodzakelijk wordt, komt, indien zich overigens geen dienst
belang daartegen verzet, daarvoor in de eerste plaats in
aanmerking het op wachtgeld gestelde personeel, zijnde
technisch het meest bekwaam en financieel voor de gemeente
het eerst aangewezene.
Wanneer een wachtgelder gedurende eenigen tijd als
arbeider in een bedrijf medewerkt, maakt hij gedurende dien
tijd geen gebruik van zijn wachtgeld en is het billijk, dat
de termijn van zijn wachtgeld wordt verlengd met een
periode, die even lang is als de periode, waarin hij dienst
heeft gedaan.
Bij het Rijk is deze regeling wel is waar niet volledig
ingevoerd, maar er is een semi-overheidsbedrijf, waarbij zij
wel bestaat. Indien in dit bedrijf een wachtgelder gedurende
ten minste 6 kalenderdagen een minimum aantal uren heeft
gewerkt, wordt zijn wachtgeldperiode met evenveel weken
verlengd als hij een aantal van zes achtereenvolgende
kalenderdagen (feestdagen uitgezonderd) dienst heeft gedaan.
Het voordeel van deze regeling is voor het bedrijf, dat dit
in de periode, waarin het personeel noodig heeft, ter zake
kundig personeel krijgt en men het personeel niet 70% van
het loon behoeft te betalen, terwijl het daarvoor niets doet,
maar loon naar arbeid betaalt.
Het voordeel van deze regeling is voor den wachtgelder,
dat de periode tusschen zijn ontslag en het einde van zijn
wachtgeldtermijn langer wordt.
De heer Eikerbout zal geen voorstel doen, omdat dit den
Raad wel zeer rouwelings op het dak zou vallen, maar toch
dient deze zaak wel eens onder het oog gezien te worden.
Spreker behoudt zich het recht voor, hierop bij de begrooting
terug te komen.
De Voorzitter acht dit ook het verstandigst. Het College
heeft deze zaak niet besproken en wil ook niet verondersteld
worden, het met deze bespreking eens te zijn. Deze discussie
is niet voorbereid en kan dus niet voldoende grondig zijn.
De artikelen I en II worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming
wordt vastgesteld.
De heer Tepe vervangt den Burgemeester op den Voor-
zittersstoel.
XIX. Praeadvies op het verzoek van de X.V. Leidsche
Duinwater Maatschappij om toestemming tot het uitbreiden
en verbeteren van de waterwinningsmiddelen in de duinen
onder de gemeenten Wassenaar en Katwijk. (169)
De heer Manders zegt, dat men het mettertijd te vreezen
watertekort wil dekken eenerzij ds door uitbreiding van de
waterwinningsmiddelen en anderzijds door vermindering van
het verbruik. Het voorstel tot uitbreiding van de water
winningsmiddelen juicht spreker van ganscher harte toe,
doch het middel, dat aangegrepen wordt tot vermindering
van het verbruik, acht spreker niet zoo fraai. Wanneer het
niet allerdringendst noodig is, is het niet gewenscht, uit
hygiënisch oogpunt, het waterverbruik te beperken. Boven
dien zijn de middelen, daartoe toegepast, n.l. om alle aan
geslotenen tot het metertarief te doen overgaan, ook al
wordt dit tarief daarbij verlaagd van 30 tot 27 cent per M3.,
voor hen zeer nadeelig. Bij een prijs van 27 cent per M3.
zal niemand minder moeten betalen dan onder het abonne
mentstarief, integendeel zeer veel meer, ook al wordt het
verbruik beperkt. Door de mededeeling in het Ingekomen
Leidsche Duinwater Mij.
(Manders e.a.)
Stuk, dat voor de kleinste woningen het geldende abonne
mentstarief aanzienlijk lager is dan het nieuwe metertarief,
wordt door het College reeds erkend, dat er voor die woningen
bij aansluiting volgens het meter tarief een nadeel zal ont
staan.
De heer Vcrweij zegt, dat daarom voor deze woningen de
bestaande toestand gehandhaafd zal worden.
De heer Manders zegt, dat dit wel zoo wordt voorgesteld,
maar er zullen maatregelen genomen worden om vervanging
van een bestaand abonnementscontract door een meter
contract te bevorderen, wanneer het abonnementstarief te
laag blijkt, dus wanneer veel meer water verbruikt wordt
dan tegen 27 cent per M3. geleverd kan worden. Bovendien
zullen, doordat bij nieuwe aansluitingen uitsluitend water
over den meter geleverd zal worden, alle kleine woningen,
die een nieuwe aansluiting vragen, doordat zij b.v. afge
sloten zijn geweest, automatisch over den meter worden
aangesloten en in de toekomst veel meer moeten gaan betalen.
Hoeveel bedraagt het totale waterverbruik in Leiden en
omgeving en welke onkosten heeft de Leidsche Duinwater
Maatschappij in totaal! Daaruit zou te berekenen zijn de
gemiddelde prijs van het water per M3. en dien prijs zou
spreker gaarne aangepast willen zien zooveel mogelijk aan
den door de verbruikers te betalen prijs. Er is nogal een
groote speling tusschen den kostprijs van het product en
den verkoopprijs. Nu zegt de heer de Reede: daarover moet
je niet praten, maar spreker meent dat men daarover juist
wel moet praten, want het komt niet te pas de kleine woningen
te veel te laten betalen.
De heer Coster zegt, dat dit voorstel inhoudt een uit
breiding van de waterwinningsmiddelen, welke noodzakelijk
is, om in de toekomst Leiden van drinkwater te kunnen
blijven voorzien, en een bezuiniging op het waterverbruik,
strekkende om het verspillen van water zooveel mogelijk
tegen te gaan. Er zit echter ook een bezuiniging voor de
verbruikers in, n.l. door het aanbrengen van kleinere spoe
lingen en dergelijke.
Spreker wilde echter een wensch kenbaar maken aan
gaande den administratieven dienst en verzoekt den Wet
houder te bevorderen, dat ook de verbruikers, die de door
hen verschuldigde bedragen automatisch laten gireeren, ook
een rekening thuis krijgen.
De Voorzitter wijst er op, dat de heer Coster met deze
zaak buiten de orde is.
De heer Snel zegt, dat de nieuwe tarievenregeling hem
niet bevredigt.
De Voorzitter zegt, dat deze zaak op het oogenblik niet
aan de orde is; deze zaak staat wel in het Ingekomen Stuk,
maar niet als voorstel aan den Raad, doch als mededeeling
aan den Raad.
De heer Snel zegt, dat zijn bezwaren van anderen aard
zijn dan die van den heer Manders. Het bezwaar van den
heer Manders, dat degenen, die bij een metertarief meer
verbruiken dan zij onder het abonnementstarief verbruikt
hebben, dat grooter verbruik ook moeten betalen, acht
spreker niet zoo groot.
De heer Manders ontkent, dat hij dit bezwaar geopperd
heeft.
De Voorzitter verzoekt den heer Snel zich te beperken tot
het aan de orde zijnde voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De heer Snel meent, dat hij toch binnen de orde ishet
gaat hier toch over de tarievenregeling.
De Voorzitter ontkent dit; het nieuwe tarief is reeds door
de Leidsche Duinwater Maatschappij vastgesteld. Spreker
heeft er niettemin geen bezwaar tegen, dat de heer Snel
daarvan iets zegt, maar laat hij het dan zeer kort doen.
De heer Snel zegt, dat het geen moeilijkheden oplevert,
wanneer men meer dan het vastgestelde minimum gebruikt,
want dan betaalt men het oververbruik.
Maar zij, die de vastgestelde minimum hoeveelheid niet
gebruiken en dit gemakkelijk kunnen bemerken, wanneer
zij het water over den meter betrekken, zullen er echter
bezwaar tegen hebben om ook het niet gebruikte water te