113
N°. 179. Leiden, 12 November 1937.
Ingevolge raadsbesluit van 6 Juni 1932 /4 Juli 1932 (Ingek.
Stukken No. 114) werd met de Bank voor Nederlandsche Ge
meenten een rekening-courant-overeenkomst aangegaan,
waarbij inzake de rentevergoeding o.m. is bepaald, dat deze
niet meer zal mogen bedragen dan 2 boven het promesse
disconto der Nederlandsche Bank over het debetsaldo en
niet minder dan 2 beneden dat promesse-disconto over het
creditsaldo.
Aangezien de Bank tengevolge van de abnormale geld
markt van het grootste gedeelte van haar tijdelijk beschikbare
middelen geen rente ontvangt en van de rest slechts zeer
weinig, ziet zij zich genoodzaakt de rente voor creditsaldi te
beperken, en wel in dier voege, dat ingaande 1 Januari 1938
over creditsaldi, voor het gedeelte, dat tien ten honderd van
de gewone ontvangsten volgens de laatst goedgekeurde be
grooting te boven gaat, geen rente meer wordt vergoed,
zoolang het promesse-disconto 2| of minder bedraagt.
In het algemeen blijven de creditsaldi van de gemeente
tot lagere bedragen beperkt, zoodat de nieuwe bepaling voor
haar weinig of geen toepassing zal vinden.
Echter dient de rekening-courant-overeenkomst met de
Bank in den aangegeven zin te worden aangevuld.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging vast
te stellen het in de Leeskamer ter visie gelegde ontwerp
besluit tot wijziging van het raadsbesluit van 6 Juni 1932/4
Juli 1932 inzake de rekening-courant-overeenkomst met de
N. V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten, zulks voor zoo
veel betreft het daarin vermelde omtrent de rentevergoeding
over creditsaldi.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 180. Leiden, 12 November 1937.
Onder verwijzing naar onze in vorige jaren gedane voor
stellen (zie laatstelijk Ingek. Stukken No. 226 van 1936),
geven wij U in overweging te besluiten, om ook voor het
jaar 1938 weer een bijslag op de in die voorstellen bedoelde
pensioenen te verleenen, overeenkomstig de thans geldende
bepalingen.
Wij stellen U mitsdien voor over te gaan tot vaststelling
van de volgende verordening:
VERORDENING,
tot wijziging van de verordening van 2 Augustus 1920 Ge
meenteblad No. 35), laatstelijk gewijzigd bij de verordening
van 21 December 1936 Gemeenteblad No. 40), betreffende
het verleenen van een bijslag op de pensioenen aan
gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen
toegekend, krachtens de verordening regelende het
verleenen van pensioen en wachtgeld aan gemeente
ambtenaren en de verordening, regelende het
verleenen van pensioen aan weduwen en
kinderen van gemeente-ambtenaren, zooals
deze luiden na de wijziging van 26
Maart 1914.
Eenig Artikel.
In artikel 6 van bovengenoemde verordening worden de
woorden ,,1 Januari 1938" vervangen door de woorden
„1 Januari 1939".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 181. Leiden, 12 November 1937.
Eenigen tijd geleden werd door een auto, toebehoorende
aan J. Thomas te Alphen aan den Rijn, door aanrijding
schade veroorzaakt aan een lantaarnpaal en een afsluithek
van de Scheluwbrug. Aangezien voornoemde Thomas voor
de daardoor aangerichte schade, in totaal 24.98 bedragende,
aansprakelijk is te stellen en het, ondanks daartoe aange
wende pogingen, tot dusverre niet is mogen gelukken deze
vordering voldaan te krijgen, zal dit bedrag thans langs
gerechtehjken weg moeten worden ingevorderd.
Onder overlegging van het advies van den rechtsgeleerden
raadsman der gemeente en onder verwijzing naar de verdere
op deze aangelegenheid betrekking hebbende, in de Lees
kamer ter visie gelegde stukken, geven wij Uw Vergadering
mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van
een rechtsvordering tegen J. Thomas te Alpheri aan den Rijn,
strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade,
haar door bovenbedoelde aanrijding veroorzaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 182. Leiden, 12 November 1937.
Door Uwe Vergadering werd om praeadvies in onze handen
gesteld een verzoek van het bestuur van de R.K. Parochiale
Jongensscholen onder R.K. Parochiaal Kerkbestuur alhier,
om op grond van artikel 72 der Lager-Onderwijswet 1920
medewerking te verleenen tot de aanschaffing van meubelen
en leermiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid
lager onderwijs aan het Pieterskerkhof, zulks in verband
met de toeneming van het aantal leerlingen.
Deze aanschaffing strekt niet tot vervanging van leer
middelen, die tengevolge van langdurig gebruik niet meer
gebruikt kunnen worden, of tot aanvulling van den voorraad
van schoolbehoeften in verband met vermindering door
verbruik, terwijl daardoor evenmin de normale eischen, aan
het geven van lager onderwijs te stellen, zullen worden
overschreden. De kosten, welke door het schoolbestuur
worden geraamd op rond 400.behooren naar onze meening
dan ook tot de buitengewone uitgaven, bedoeld in artikel 72
der Lager Onderwijswet 1920 en niet tot die, welke moeten
worden bestreden uit de exploitatievergoeding, bedoeld in
artikel 101 dier wet.
Met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies
van de Commissie voor het Onderwijs, geven wij Uwe Ver
gadering mitsdien in overweging te besluiten:
a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de
R.K. Parochiale Jongensscholen onder R.K. Parochiaal
Kerkbestuur, alhier, tot aanschaffing van schoolmeubelen
en leermiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid
lager onderwijs aan het Pieterskerkhof 4;
b. over te gaan tot vaststelling van den overgelegden
begrootingsstaat, groot 400.teneinde ons College in
staat te stellen, de voor de sub a bedoelde schoolmeubelen
en leermiddelen benoodigde gelden te zijner tijd ter be
schikking van het schoolbestuur te stellen.
Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag-
moet worden afgeschreven, is nog beschikbaar ƒ6.628.35.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 183. Leiden, 12 November 1937.
Aan de gemeente is voor den prijs van 7.000.te koop
aangeboden het op de overgelegde kaart met roode kleur aan
geduide woonhuis met achtertuin aan de Langebrug No. 58,
groot 183 M2.
Aankoop van dit perceel is voor de gemeente van belang,
omdat het grenst aan de brandweergaragedoor verbouwing,
waarvan de kosten op ƒ2.600.worden geraamd, is het
pand geschikt te maken voor twee woningen ten behoeve
van personeel der politiebrandweer. Dit is vooral ook daarom
van belang, vermits dan het perceel Garenmarkt 4a vrijkomt,
welk perceel thans door een hoofdagent van de politiebrand
weer wordt bewoond, doch waarover moet worden beschikt
voor de uitbreiding van bureau-ruimte voor den Gemeente
lijken Dienst voor Sociale Zaken (Ingek. Stukken No. 50).
Aangezien voorts de gevraagde prijs, gelet op de ligging
van het perceel, aannemelijk is te achten, geven wij Uw Ver
gadering, in overeenstemming met het advies van de Commis
sie van Fabricage en onder verwijzing naar de in de Leeskamer
ter visie liggende stukken, in overweging te besluiten:
a. aan te koopen het huis met tuin aan de Langebrug
No. 58, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G. No.
1656, groot 183 M2, tegen den prijs van 7.000.—;
b. door vaststelling van den overgelegden begrootings
staat, model D., tot wijziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1937, een bedrag van 9.900.ten laste van den
kapitaaldienst, te onzer beschikking te stellen ten behoeve
van den sub a bedoelden aankoop en de kosten op den aan
koop vallende, alsmede voor de kosten van verbouwing van
het perceel.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.