83 genoemde functionarissen te gelden, en behoort zij voorts een bepaling te bevatten, dat Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn, ten aanzien van door hen aan te wijzen ambtenaren afwijking toe te staan, door hetzij geen limiet te doen gelden, hetzij de limiet op een hooger bedrag vast te stellen. En waar nu ons College, gelijk reeds gezegd, op zich zelf genomen, niet gekant is tegen het denkbeeld, om een begrenzing van het aantal gesprekken over de huis-aanslui tingen in te voeren, hebben wij na ampele overweging besloten met het voorstel-Groeneveld mee te gaan, echter gewijzigd en aangevuld als zooeven werd aangegeven. Voortaan zal derhalve ten aanzien van de vergoeding van de gesprekken over de woningaansluitingen de volgende regeling gelden: a. voor gesprekken van de Wethouders en den Gemeente secretaris over de woningaansluitingen wordt ten hoogste 20.per jaar vergoed; b. voor gesprekken van de overige ambtenaren over de woningaansluitingen wordt ten hoogste 10.per jaar vergoed, zulks met bepaling: le. dat de sub a en b gestelde limiet niet zal gelden voor den Burgemeester en de ambtenaren van de politie;- 2e. dat Burgemeester en Wethouders van de regeling, voor zooveel punt b betreft, kunnen afwijken, ten aanzien van de door hen aan te wijzen ambtenaren, door hetzij geen limiet te doen gelden, hetzij de limiet op een hooger bedrag vast te stellen, of anderszins. In verband met een en ander geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging het voorstel-Groeneveld hiermede als afgedaan te beschouwen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 150. Leiden, 24 September 1937. Onder mededeeling, dat wij ons met het hieronder afge drukte voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit kunnen vereenigen, geven wij, met verwijzing naar den inhoud van de missive van Commis sarissen, Uw Vergadering in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENING houdende wijziging van de verordening van 20 April 1931 Gemeenteblad No. 14), betreffende de aansluiting van particulieren aan het gemeentelijke Radio-distributie- net, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 2 December 1935 Gemeenteblad No. 36). Artikel I. Het tweede, derde en vierde lid van art. 13 van boven genoemde verordening worden gelezen als volgt: ,,De bijdrage in de kosten van aansluiting bedraagt voor één aansluiting: a. f 5.indien zij ineens wordt voldaan, voordat tot aan sluiting wordt overgegaan; b. f 5.50, indien zij wordt voldaan door betaling ineens van 1.50, voordat tot aansluiting wordt overgegaan, en voorts door betaling hetzij in vier achtereenvolgende maandeüjksche termijnen van 1.hetzij in zestien achtereenvolgende wekelijksche termijnen van 0.25, tegelijk te voldoen met den abonnementsprijs over de eerste vier maanden, resp. over de eerste zestien weken; c. f 1.ineens te voldoen, voordat tot aansluiting wordt overgegaan, indien in het betreffende perceel of perceelsge deelte reeds een aansluiting aanwezig is. De geabonneerde, die de bijdrage in de kosten van aan sluiting, bedoeld in het vorige lid, geheel heeft voldaan, is bij verhuizing niet opnieuw een zoodanige bijdrage ver schuldigd, indien de aansluiting in het verlaten perceel of perceelsgedeelte ten minste zes maanden in de gevallen onder a of b, onderscheidenlijk tenminste twaalf maanden onder c vóór de verhuizing is tot stand gekomen; bij ver huizing, vóórdat laatstgenoemde termijnen zijn verstreken, is de geabonneerde echter een bijdrage van 1.verschuldigd. De abonnementsprijs, welke ook verschuldigd is, indien van de aansluiting geen gebruik wordt of kan worden ge maakt, bedraagt binnen het in art. 14 bedoelde minimum- tariefsgebied en bij gebruik van ten hoogste één normalen woonkamerluidspreker per aansluiting naar verkiezing 2. per maand of 0.50 per week. Artikel II. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1937. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 September 1937. In verband met de huidige economische omstandigheden hebben verschillende aangeslotenen bij het Gemeentelijk Radiodistributie-net den laatsten tijd hun abonnement moeten opzeggen. Weliswaar komen er geregeld nieuwe aansluitingen bij, doch momenteel overtreft het aantal op zeggingen dat der nieuwe aansluitingen. Wij achten het dan ook wenschelijk, dat tot eenige verlaging van de aansluitings- kosten, waarvan wij verwachten, dat zij de schaal weer ten voordeele van de aansluitingen zal doen overslaan, wordt overgegaan. In dè hierbij gaande verordening tot wijziging van de Radio ver ordening stellen wij dan ook voor de kosten van aansluiting, thans bedragende 7.50, 8.en 2.50, te verlagen tot 5.5.50 en 1.waarbij de mogelijk heid tot betaling in wekelijksche termijnen is opengesteld. De termijn van verhuizing is naar omstandigheden op 6 of 12 maanden gesteld, terwijl het bij verhuizing binnen dezen termijn verschuldigde bedrag van f 2.50 op 1.is terug gebracht. Verder geven wij in overweging betaling van het abonnementsgeld ook in wekelijksche termijnen mogelijk te maken, waarbij wij opmerken, dat zij, die gewend zijn met bonnen te betalen, onder de „maand-betalers1' gerangschikt blijven. De datum van inwerkingtreding van het nieuwe tarief zouden wij ten slotte bepaald willen zien op 1 Sep tember j.l. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College in overweging den Raad de hierbij gaande ontwerpver ordening tot wijziging van de Radio-verordening ter vast stelling aan te bieden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, Burgemeester. N. J. Rowaan, plv. Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 151. Leiden, 24 September 1937. Evenals in verschillende andere gemeenten geschiedt ook te Leiden de contróle op georganiseerde werkloozen, die steun ontvangen ingevolge de steunregeling voor valide werkloozen, door de vakorganisaties van welke zij lid zijn. Die controle bestaat in het dagelijks toezien op het stempelen door de betrokkenen. Uiteraard brengt zij voor de organisaties kosten met zich, o. a. voor het gebruik van de benoodigde localiteiten, personeel, enz. Bij hun in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven van 19 April j.l. verzoeken de Leidsche Christelijke Besturenbond, de af deeling Leiden van den R.K. Volksbond en de Leidsche Bestuurdersbond een vergoeding in die kosten. Het komt ons voor, dat er wel aanleiding bestaat, om aan dat verzoek tegemoet te komen. Weliswaar hebben de betrokken organisaties indertijd vrijwillig en zonder dat van eenige vergoeding in de kosten daarvan sprake was, de contróle op zich genomen en bestaat er ook overigens geenerlei aanspraak op eenigerlei vergoeding, ontkend kan niet worden, dat het verrichten van de contróle door de organisaties aan de gemeente niet onbelangrijke kosten bespaart. Een vergoeding van 3 cent per gesteunde werklooze per week, gelijk de verzoekende bonden vragen en waartoe de Sub-Commissie voor de Steunverleening, wier advies wij terzake inwonnen, adviseert, achten wij evenwel te hoog. Naar onze meening kan met een vergoeding van 2 cent per gesteunde werklooze per week worden volstaan. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat een dergelijke vergoeding, in vergelijking met die in verschillende andere gemeenten, niet aan den lagen kant is. Berekend naar het gemiddeld aantal werklooze leden van de bij de bonden aangesloten organisaties over het eerste halfjaar 1937, zal daarmede toch nog het niet onaanzienüjke bedrag van 2.000.per jaar gemoeid zijn. Indien de vergoeding vanaf 1 Mei j.l. wordt toegekend, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 3