37 N°. 73. Leiden, 30 April 1937. Tri verband met bet voorschrift, opgenomen in het Konink lijk besluit van 19 November 1900 (S. 202), geven wij U in overweging aan Gedeputeerde Staten het volgend verslag uit te brengen aangaande de verstrekking van schoolkin- derkleeding en -voeding gedurende het jaar 1936. Ten behoeve van de Yereeniging Schoolkinderkleeding en Schoolkindervoeding alhier, welke zich het verstrekken van voeding en kleeding ten doel stelt, werd voor het dienst jaar 1936 uitgetrokken 47.400.terwijl werd uitgekeerd 45.839.24. Aan voeding werden in totaal verstrekt 393160 porties. Ook in 1936 werd tot aanneming van leerlingen niet overgegaan, dan nadat de aanvragen daartoe door den Armenraad waren onderzocht. In sommige gevallen had een heronderzoek plaats. De kinderen, die voedsel ontvingen, bezochten de volgende scholen O. I. school aan: het Schuttersveld de Duivenbodestraat de Haverstraat de Paul Krugerstraat den Zuidsingel A en B de Vrouwenkerksteeg. de Medusastraat A en B Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar School voor buitengewoon l. o. aan: de Caeciliastraat Bijz. I. school aan: de Pasteurstraat de Middelstegracht het Plantsoen de Pelikaanstraat de Oude Vest de Krauwelsteeg i 57 41 160 88 187 100 126 40 47 76 106 47 109 94 57 Uitgereikt werden 774 jongenshemden, 774 jongensbroeken, 880 jongensblouses, 880 bovenbroeken, 788 meisjeshemden, 788 meisjesbroeken, 822 meisjesjurken, 822 meisjesschorten, 3264 paren kousen, 3607 paren klompen en op medisch advies 483 paren schoenen. De contröle op een behoorlijk gebruik van kleedingstukken had ook thans weder regelmatig plaats. De kosten van het voedsel bedroegen per portie met inbegrip van de kosten van bediening 8.49 cent. Gemiddeld was de grootte van de porties 0.582 liter. Behalve het subsidie van de gemeente ontving de ver- eeniging aan contributiën 287.25 en aan andere ont vangsten 73.16. Uitgegeven werd 46.199.65, waarvan voor: voeding /29.756.64, kleeding ƒ12.036.69, uitgaven van allerlei aard als loonen, advertentiën en drukwerken, meubilair, mate rialen, enz. ƒ4406.32. Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat de voorwaarden bedoeld in artikel 10 van aangehaald Koninklijk besluit behoorlijk werden nageleefd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 79. Leiden, 30 April 1937. Blijkens het in de Leeskamer ter visie liggend schrijven van het bestuur der Vereeniging voor het houden van ten toonstellingen in het algemeen en in het bijzonder van vee, paarden, zuivel en bodemproducten te Leiden, genaamd „Vebo", bestaat het voornemen, dit jaar weder een vee tentoonstelling te houden; het bestuur verzoekt ook voor deze expositie weder financieelen steun van de gemeente te mogen ontvangen, ditmaal door het verleenen van een subsidie van 2500. Gelijk Uwe Vergadering zich zal herinneren, verleende de gemeente ten behoeve van de het vorige jaar gehouden tentoonstelling in tweeërlei vorm financieel© medewerking, n.l. door toekenning van een subsidie van 2500.die in elk geval ten volle zou worden uitgekeerd ook indien en daarnaast nog een die derhalve eerst zou het tekort lager mocht zijn garantie van ten hoogste 500.— worden uitgekeerd, indien en voorzoover het tekort groo ter was dan 2500. Deze opzet had ten doel, de vereeniging voor het houden van verdere tentoonstellingen zoo spoedig mogelijk finan cieel onafhankelijk van de gemeente te maken (zie Ingek. Stukken No. 104 van 1936). Nu heeft de rekening van de vorige tentoonstelling een tekort opgeleverd van 2039,47, zoodat de gemeente ter zake van de garantie niets had te betalen, en de vereeni ging, na ontvangst van de subsidie, het nieuwe jaar met een reserve van 460,53 kon ingaan. Hoezeer de tentoonstelling 1936 op zich zelf alleszins geslaagd mag heeten, wijst dit resultaat der rekening er toch wel op, dat de vereeniging voorloopig nog niet in staat zal zijn zich financieel te bedruipen en dat zij dus bij voortzetting van haar werkzaamheden voorshands nog wel geldelijken steun zal behoeven. De begrooting voor de nieuwe tentoonstelling bevestigt zulks eveneensopgemaakt zooveel mogelijk op de basis van de uitgaven en ontvangsten over 1936, geeft zij een tekort aan van 3000.in verband waarmede het bestuur een subsidie vraagt van 2500. terwijl de garantie thans achterwege zal kunnen blijven. De Commissie voor den Markt- en Havendienst vestigt in haar rapport er de aandacht op, dat onder deze omstandig heden aan inwilliging van het verzoek min of meer de con sequentie zou zijn verbonden van financieelen steun ook in volgende jaren. Uiteraard moet de gemeente telken jare afzonderlijk en in volle vrijheid een beslissing kunnen nemen omtrent het al of niet toekennen van subsidie; doch ook indien een dergelijke consequentie aanwezig moest worden geacht, zou daarin naar ons oordeel nog geen aanleiding kunnen zijn gelegen om de gevraagde bijdrage voor de tentoonstelling 1937 te onthouden. Terecht wijst de Commissie niet slechts op het belang, dat de gemeente bij tentoonstellingen als deze heeft voor het op peil houden en zoo mogelijk vergrooten van den aanvoer op de veemarkt; zij vestigt ook de aandacht op andere voordeelen, die uit de werkzaamheid van de veree niging voortvloeien. Zoo is een nieuwe fok- en contróle- vereeniging opgericht en is het aantal leden van bestaande vereenigingen op dit gebied uitgebreid; voorts bestaat het voornemen nabij de markt een laboratorium voor melk- onderzoek te vestigen en pogingen in het werk te stellen om de kwaliteit van de z.g. boerenboter te verbeteren. Het is duidelijk, dat door al deze maatregelen de aantrekkelijk heid van onze veemarkt zeer wordt bevorderd. Met de Commissie zijn wij daarom van oordeel, dat aan het verzoek behoort te worden gevolg gegeven. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging: a. aan de „Vereenigingvoor het houden van tentoonstellingen in het algemeen en in het bijzonder van vee, paarden, zuivel en bodemproducten" te Leiden ten behoeve van de te dezer stede te houden vee-tentoonstelling 1937 een sub sidie tot een vast bedrag van 2500,te verleenen onder voorwaarde dat de begrooting en de rekening van de tentoonstelling de goedkeuring van ons College behoeft; dat de Directeur van den Markt- en Havendienst als gedelegeerde van de gemeente zitting in het bestuur der vereeniging heeft; dat de gemeente het recht van volledige contröle van boeken en kas heeft; b. ten behoeve van de sub a vermelde subsidie vast te stellen den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1937. Op den post voor „Onvoorziene uitgaven", waarvan de subsidie ad 2500.moet worden afgeschreven, is nog 21.918.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 30. Leiden, 30 April 1937. Vertegenwoordigers van verschillende in deze gemeente op maatschappelijk gebied werkzaam zijnde organisaties, hebben een commissie gevormd, die zich ten doel stelt meerdere bekendheid te geven aan de groote voordeelen, die onze stad biedt als woongemeente en als zomer- en vacantieverblijf door haar buitengewoon gunstige ligging bij strand, bosch en meren en door haar bijzonder rijke outillage aan onderwijsinrichtingen, musea, enz. Deze commissie en het uit haar midden gekozen werk comité heeft ter bereiking van dit doel verschillende plannen Aanduiding van de scholen. Aantal kinderen dat aan de voeding deelnam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 3