136 MAANDAG 22 MAAET 1937. Herstel pereeelen Vischmarkt 6 en Maarsmanssteeg 12. (Wilmer e.a.) zeer langdurig en voor de betrokkenen ook zeer nadeelig. Is het College voornemens, volkomen de rechten van de gemeente handhavende, met de betrokkenen samen te werken, opdat zoo spoedig mogelijk een oplossing in deze zaak zal kunnen worden verkregen? Spreker hoopt, dat het College dit zal kunnen toezeggen. Sprekers bedoeling is, er naar te streven, dat de betrokkenen en het gemeentebestuur niet tegenover elkaar staan, maar zooveel mogelijk met elkaar samenwerken, althans in dit opzicht, dat er zoo spoedig mogelijk een be slissing komt, wie de schade, die de betrokkenen hebben geleden, zal moeten dragen. De heer Coster zegt, dat deze adressanten den fatsoenlijken weg hebben gevolgd door niet de gemeente in rechten aan te spreken en aldus dwang uit te oefenen. Is het nu niet wenschelijk, dat het College den Raad een toezegging doet, waardoor het mogelijk wordt, dat deze het praeadvies van het College aanneemt? De Voorzitter zegt, dat de stemmen uit den Raad klonken als die van personen, die instemden met het voorstel, dat het College gemeend heeft den Raad te moeten doen naar aanleiding van het verzoek, dat bij het College is ingekomen. De verschillende sprekers hebben wel duidelijk doen uit komen, dat zij zich als het ware slechts noode bij deze af wijzende beschikking neerleggen, maar hopen, dat het ge meentebestuur toch nog zijn best zal doen om tot een schikking te komen met de personen, die nadeel hebben gehad van hetgeen gebeurd is. Ook is uit hun betoog naar voren ge komen, dat zij er niet ten volle van overtuigd zijn, dat het College al het mogelijke heeft gedaan om de benadeelde personen te gemoet te komen en die welwillendheid tegenover hen heeft betracht, welke naar het oordeel dier leden mogelijk zou zijn geweest. Spreker wil, met alle waardeering voor die gevoelens, toch zeer scherp naar voren brengen, dat aan het gemeente bestuur geenerlei onwelwillendheid in dezen kan worden verweten. Het gemeentebestuur betreurt met de Raadsleden, wat er gebeurd is en dat het zoo lang moet duren, alvorens de moeilijkheden, die ontstaan zijn, voor alle partijen uit den weg zijn geruimd. Het is den Raad voldoende bekend, hoe deze zaak inge wikkeld van aard is geworden door de verhoudingen, welke zijn ontstaan tusschen eenerzijds de benadeelde personen, anderzijds de gemeente, die een groot werk laat uitvoeren en daarnaast als den derden driehoekspunt de beide aan nemers, op wie ook een zekere verantwoordelijkheid in dezen drukt. Er kan geenerlei sprake zijn van onwelwillendheid van de zijde van het gemeentebestuur tegenover deze benadeelde personen, in de eerste plaats al niet, omdat de benadeelde personen het naar het oordeel van het gemeentebestuur volkomen in hun macht hadden, zich recht te verschaffen. Ieder weet, dat er moeilijkheden gerezen zijn tusschen de gemeente en de aanneemster, welke kwesties onderworpen moesten wor den aan het oordeel van een commissie van advies, welke in het leven is geroepen krachtens de bepalingen van de Algemeene Voorschriften, en die zich niet zoo heel vlug laten oplossen. Aan de andere zijde hadden deze belanghebbenden vol maakt het recht om tegen de gemeente of tegen de aan nemers, tegen wien zij ook maar denken, dat tot schade vergoeding verplicht is, een actie te beginnen bij den rechter, welke actie niets ter wereld te maken heeft met hetgeen tusschen de gemeente en de aannemers zal worden beslist door de Commissie van Advies, maar alleen er op gericht zal zijn om te vragen en zoo mogelijk te verkrijgen datgene, wat de benadeelden meenen, dat hun toekomt. Deze belanghebbenden hebben dit nagelaten, terwijl die mogelijkheid voor hen bestond, hetgeen spreker niet anders kan zien dan het niet gebruik maken van een mogelijkheid om zich zelf recht te verschaffen, waardoor zij blijkbaar in de positie zijn geraakt, dat zij wachtende zijn op de be slissing, welke door de Commissie van Advies krachtens de Algemeene Voorschriften zal worden gegeven, een beslissing, die weliswaar van groot belang is, maar waarvan de rech ten van deze belanghebbenden allerminst afhangen. Spreker aanvaardt echter niet en mag niet onweersproken laten, dat ook het gemeentebestuur niet welwillend tegenover hen zou zijn geweest. Voortdurend is door het gemeente bestuur, bij alle genomen maatregelen, rekening gehouden met de zorg, die het gemeentebestuur toch ook voor zijn gemeentenaren moet hebben, vooral ingeval hun nadeel is berokkend door iets, wat gebeurd is in zoo nauw ver band met hetgeen het gemeentebestuur zelf onderneemt, n.l. den bouw van het Stadhuis. Spreker wijst allereerst op de uitlokking door de gemeente van de benoeming van Herstel pereeelen Vischmarkt 6 en Maarsmanssteeg 12; e.a. (Voorzitter e.a.) drie deskundigen door den President van de Rechtbank, die de opdracht hadden den feitelijken toestand vast te leggen en de maatregelen aan te geven noodig tot herstel van de schade. Het heeft de gemeente aanzienlijke bedragen gekost om deze uitspraak en deze benoeming te verkrijgen; dit is geschied om de positie van de eigenaren in de moeilijk heden te versterken; dit is voor hen een groote steun. De aanzienlijke kosten daarvan zijn door de gemeente gedragen. Nog op een ander punt is het gemeentebestuur tegenover hen zeer welwillend geweest. Het afbreken van voor de veiligheid gevaarlijke pereeelen moet volgens de verordening geschieden door den eigenaar en indien deze weigerachtig of nalatig is, door de bouwpolitie op kosten van den eigenaarde gemeente kan dan deze kosten op den eigenaar verhalen. De zeer aanzienlijke kosten daarvan zijn op deze eigenaren vooralsnog niet verhaald. Bovendien werd het pand van de weduwe Feld bewoond en gebruikt door den heer Peld Jr., die het in huur had. De heer Feld Jr. is ook degene, die zich tot den Raad gewend heeft met de mededeeling dat hij aanzienlijke schade daardoor geleden heeft. Nu heeft volgens het Burgerlijk Wetboek de huurder geenerlei aan spraak op schadevergoeding; desondanks heeft het gemeente bestuur zijn verhuizing en zijn installatie betaald; het heeft hem een pand van de gemeente aangeboden, dat perceel in behoorlijken toestand gebracht, waarbij geheel rekening is gehouden met de wenschen van den heer Feld Jr.bovendien is dat pand aan hem in huur afgestaan, onder bepaling dat de huurpenningen moeten worden betaald, indien hij die als schadevergoeding op derden zal kunnen verhalen, hetgeen eigenlijk neerkomt op het verstrekken van een vrije woning aan den heer Feld Jr. Wanneer hij die kosten op een ander kan verhalen, moet hij ze teruggeven, maar wanneer dat niet lukt, heeft hij daar vrij wonen en is hij dus wat die schade betreft volkomen vrij. Spreker kan dus niet onder schrijven de meening, dat het gemeentebestuur tegenover deze benadeelden in welwillendheid tekortgeschoten zou zijn, maar altijd blijft dan nog de moeilijkheid dat deze personen in moeilijke omstandigheden geraakt zijn, moeilijkheden hebben gehad, nadeel in hun zaak, dat dit te betreuren is en dat het dus het streven van het gemeentebestuur moet zijn zoo spoedig mogelijk aan dezen onbevredigenden toestand een einde te maken. Nu kan de gemeente iets verder gaan dan een particulier zou doen bij het tegemoetkomen aan bezwaren, door anderen wedervaren, aan nadeelen die zij hebben ondervonden, maar de gemeente heeft hier toch te behartigen de belangen van alle gemeentenaren; hetgeen de gemeente aan den een zou geven, moet zij van andere men- schen vragen. Daarom kan de gemeente niet verder gaan dan in redelijkheid van haar verlangd kan worden. Nu erkent spreker gaarne, dat de gemeente in casu wat tegemoetkomend kan zijn, maar men mag nooit uit het oog verliezen, dat het gemeentebelang door het gemeentebestuur gediend moet worden. Nu is het College bereid nog eens te overwegen of niet een regeling kan worden getroffen met de eigenaren zonder dat daarbij de rechten van de gemeente in het gedrang komen, of niet op een of andere wijze een overeenstemming te verkrijgen zou zijn tusschen de belanghebbende eigenaren en de gemeente, waarbij ongetwijfeld eenigermate rekening gehouden zal worden met de onaangenaamheden, die hen door den bouw van het stadhuis hebben getroffen, maar waarbij anderzijds wel degelijk het belang van de gemeente zelf in acht genomen zal worden; daarover zal men niet transigeeren. Spreker hoopt, dat de Raad met deze toezegging van het College genoegen zal nemen. Het College zal ernstig daarnaar streven en indien bij de belanghebbenden de wensch bestaat, ook tegemoet komend te zijn en zij niet het onderste uit de kan willen hebben, bestaat bij het College de hoop, dat een regeling kan worden gevonden, die allen partijen bevrediging schenkt en een spoedige oplossing mogelijk maakt. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVII. Voortzetting van de behandeling van het voorstel in zake reorganisatie van de Stedelijke Werkinrichting. (15 en 54) De heer Wilmer stelt er zeer veel prijs op te verklaren, waarom de groote meerderheid van de Roomsch-Katholieke fractie tot haar leedwezen niet haar stem aan het voorstel van het College kan geven. Spreker zou kunnen verwijzen naar wat hij bij de vorige behandeling van dit voorstel heeft gezegd. Hij behoeft daarin geen woord te wijzigen, al vindt, hij het na de onderhandelingen welke tusschen het Leger des Heils en de Roomsch-Katho-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 8