126 VRIJDAG 26 FEBRUARI 1936. Schoonmaken gemeentegebouwen door C.E.M.S.T.O. (Goslinga e.a.) één groot bestek, perceel Init de aannemingssom kon men echter niet zien, welke bedragen op de verschillende soorten onderwijs drukken. Ten aanzien van de Lichtfabrieken en van Endegeest is de aannemingssom wel gespecificeerd; het is echter van algemeen belang, dat men ook weet en uit de stukken kan zien, hoe die kosten verdeeld zijn over de ver schillende deelen van het onderwijs, omdat daarbij de be langen van derden, n.l. van de bijzondere scholen, betrokken zijn. Dit moet uit de openbare rekeningen of uit de openbare raadsstukken kunnen worden nagezien. Dit is de reden tot sprekers voorstel sub a. Het voorstel van het College kan niet zoo aangenomen worden, wanneer de door spreker in zijn voorstel sub b gevraagde inlichting niet gegeven wordt. Spreker stelt zich voor, dat wanneer bekend wordt het bedrag, waarmee de aannemingssom verhoogd wordt bij doorbetaling van de schoolschoonmaaksters en de stokers van de centrale ver warming in de lagere scholen, er dan voorstellen uit den Raad zullen komen om die doorbetaling tijdens de vacanties te doen plaats hebben. Spreker erkent, dat de loonen een epineus punt zijn, maar spreker kan niet het algemeene, absolute standpunt innemen van mevrouw de Cler, die ver klaart aan geen enkele loonsverlaging meer te kunnen mede werken. Het Rijk betaalt voor het schoonhouden van de verschillende rijksgebouwen in Leiden 30 cent per uur. De heer van Weizen zegt, dat dat vaste werksters zijn, die meer dan 30 uren per week werken. De heer Goslinga betaalt bij den Raad van Arbeid voor een werkster, die geen volledige dagtaak heeft, 30 cent per uur. Onder arbeidsvoorwaarden is echter nog iets anders te verstaan dan alleen het loon. Men kan twisten, of iemand voor een bepaald werk 6.of 7.krijgen moet, maar laat men niet twisten over de vraag, of iemand doorbetaald moet worden tijdens gedwongen vacanties. Principieel is dit veel erger, want spreker meent, dat men daarover niet moet praten. Indien de Voorzitter nu interrumpeert, dat zij worden doorbetaald, begrijpt spreker het geheele rapport van den Directeur niet. De Voorzitter zegt, dat het College overleg heeft gepleegd met de N.V. Cemsto en deze verklaard heeft, niet bereid te zijn thans mede te deelen, hoe het bedrag, waarvoor zij aangeboden heeft het werk de eerstkomende drie jaren te doen, voor de openbare scholen, de bewaarscholen en de andere scholen moet worden gesplitst. De N.V. Cemsto heeft voor deze weigering een zeer aannemelijke reden opgegeven. Zij vindt het al niet zoo pleizierig, dat de cijfers, die in ver trouwen aan het gemeentebestuur zijn medegedeeld, open baar zijn gemaakt. Indien haar het contract niet wordt gegund, staat zij daardoor in een zeer ongunstige positie ten opzichte van haar concurrenten. Zij wenscht den toestand niet nog ongunstiger voor haar te maken door mede te deelen, en te laten publiceeren, hoe de bedragen in verschillende onderdeelen gesplitst zijn. Zij heeft er echter geen bezwaar tegen om zoodra haar het werk gegund is, inzage te geven van haar boeken en bescheiden, door middel waarvan kan worden vastgesteld, hoe de uitgaven gesplitst zijn, zooals het College het ook weet voor het afgeloopen jaar. Spreker hoopt, dat de heer Goslinga door deze mededeeling bevredigd zal zijn. De werksters worden in de vacanties doorbetaald. De N.V. Cemsto heeft het College medegedeeld, dat tijdens de Kerstvacantie gestookt wordt, waarom de stokers van de centrale verwarming in deze vacantie worden doorbetaald. In de herfstvacantie wordt niet gestookt. De N.V. Cemsto is echter bereid, ook in die vacantie de stokers door te be talen. Spreker hoopt, dat hiermede ook op deze punten aan de verlangens van den heer Goslinga is voldaan. Men is met de loonen van de werksters in Leiden altijd iets aan den hoogen kant geweest. Eén keer, n.l. in 1934, is een korting op deze loonen toegepast. De gegevens, die spreker uit andere gemeenten heeft gekregen, zijn zeer sprekend. In Delft betaalt men aan de werkvrouwen van de Tech nische Hoogeschool en het Hoogheemraadschap van Delfland 0.28 per uur. In Rotterdam is het uurloon voor de werksters van alle gemeentelijke schoolgebouwen ƒ0.30; de werksters van het kantoor van de Arbeidsinspectie, de gebouwen van de Gemeentepolitie, het Havenbedrijf, den Haven- en Loods- dienst verdienen 0.27 per uur. Deze loonen worden betaald ongeacht het aantal uren, dat gewerkt wordt. Schoonmaken gemeentegebouvven door C.E.M.S.T.O. (Voorzitter e.a.) In Amsterdam ontvangen de werksters van den Armenraad, het Oostindische Huis, het kantoorgebouw van het telefoon district Amsterdam, en het Bureau Handelsinlichtingen 0.30 per uur. Op het oogenblik verdienen de werksters in Den Haag ƒ0.33 bij: het Hoofdbestuur van den P.T.T.-dienst, den Centrale Postchèque- en Girodienst, het Departement van Financiën, de Provinciale Griffie van Zuid-Holland en den Rijksgebouwendienst, maar men heeft besloten dit loon met ingang van 1 April a.s. te verlagen tot 0.30 per uur. In Utrecht verdienen de werksters van de Electriciteit- Maatschappij 0.30 per uur. In Velsen betaalt men den werksters bij het Hoogoven- bedrijf en andere instellingen een uurloon van 0.29. In Leiden zelf betaalt men aan de werksters van het Sinologisch Instituut, het gebouw aan de Boerhaavestraat en het kantoor van de Posterijen 0.30 per uur. De loonen in Leiden wijken dus zeer af van de loonen, die algemeen in de grootere gemeenten worden aanvaard en ook van de loonen, die door het Rijk worden betaald. In dit geval worden ze gebracht op de hoogte van de loonen der particuliere werksters, 25 cent met kost en 30 cent zonder kost. De arbeidsvoorwaarden voor de 3 volgende jaren dus een loon van 30 cent voor de werksters, waarbij haar werktijd iets wordt verruimd, doordat het aanmaken van de kachels er bij komt kunnen dus den toets der critiek doorstaan. Mevrouw de Cler noemt het aanmaken van de kachels mannenwerk; spreker weet niet of dit bijzonder zwaar werk is voor de schoonmaaksters; vroeger werd het ook reeds door haar verricht en spreker heeft van dit personeel nooit dat bezwaar vernomen. De argumenten, door mevrouw de Cler aangevoerd voor openbare aanbesteding, acht spreker niet erg sprekend; zij acht openbare aanbesteding noodig, omdat het bij aanneming van haar amendement 5.000. duurder wordt. Maar dan wordt de aannemingssom voor iedereen 5.000.hooger bij verandering der besteks- voorwaarden. Dat is geen reden voor openbare aanbesteding. Spreker heeft ernstig bezwaar tegen openbare aanbesteding. In 1935 is voor dit werk een contract voor één jaar met de Cemsto gesloten en nu verdient het aanbeveling bij een dergelijk werk als het schoonmaken van gemeentegebouwen een zekere continuïteit in de uitvoering daarvan te ver krijgen. Men moet toch ook aannemen, dat als een firma zich eenmaal daarop geworpen heeft, zij zich ook wel eenige kosten voor inrichting, toerusting en organisatie van haar bedrijf getroost heeft, die niet dadelijk in dat eerste jaar terugverdiend worden en die berekend zijn om over een langeren tijd op de exploitatierekening te drukken. Spreker zou het ook niet geheel billijk vinden, dit werk niet onders hands aan de Cemsto te gunnen; de Cemsto heeft dit werk een jaar lang gehad, terwijl zij het oorspronkelijk voor twee jaren had gevraagd; bovendien heeft de Cemsto zeer goed voldaanvan alle kanten hoort men tevredenheidsbetuigingen. In dit geval is er alle reden voor om de Cemsto dit werk ondershands te gunnen. Bovendien is door een fout van het gemeentebestuur de positie van de Cemsto bij eventueele openbare aanbesteding, zeer nadeelig beïnvloed. Bij een openbare inschrijving zou de N.V. Cemsto moeilijk voor een ander bedrag kunnen inschrijven dan zij nu genoemd heeft. Schreef zij voor een lager bedrag in, dan zou men zeggen, dat zij bij de onderhandelingen te veel had gevraagd. Schreef zij voor een hooger bedrag in, dan was zij uitge rangeerd, want haar concurrenten zullen het niet doen. Bij de inschrijving, welke verleden jaar heeft plaats gehad, heeft de N.V. Cemsto verreweg de redelijkste aanbieding gedaan. Er waren Leidsche ondernemingen, die toen voor bijna het dubbele bedrag van de N.V. Cemsto inschreven. Waar gebleken is, dat laatstgenoemde het voor het aangeboden bedrag heeft kunnen doen, is er zeker aanleiding om te zeggen, dat zij de gemeente den eersten keer niet zoo slecht heeft behandeld. De meerderheid van het College meent dan ook, dat het contract met deze N.V. kan worden aan gegaan en men in dit geval van een openbare aanbesteding moet afzien. De heer Wilmer neemt aan, dat, indien het uurloon van de werksters, die geen volle weektaak hebben, verlaagd wordt van 0.35 tot 0.30, men met dit bedrag niet komt beneden het loon, dat in het algemeen voor dergelijk werk betaald wordt. Spreker acht het echter thans het psycholo gisch minst gewenschte oogenblik, om tot een dergelijke loonsverlaging te besluiten, nu men niet meer leeft in een tijd van loonsverlagingen. Spreker is het niet eens met mevrouw de Cler, dat loonsverlagingen altijd, dus ook in dezen tijd, moeten worden uitgesloten, maar, nu de loons verlagingen niet meer aan de orde van den dag zijn, is het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 16