68
DINSDAG 23 PEBRÜAEI 1937.
Gemeentebegrooting Algenieene beschouwingen.
(Snel.)
Arbeid vindt aangegeven de richtlijnen voor het stuiten van
den neergang van velen, moet vechten voor de verwezen
lijking van dit Plan. Wie de gevaren ziet van de verwildering,
welke in Nederland is waar te nemen, wie de dreiging speurt
van het verlies van de beste volksrechten en daarmede van
de mogehjkheid van ontplooiing van duizenden naar hart
en geest, zal willen medewerken aan het pohtiek en econo
misch herstel, dat deze dreiging kan afwenden.
De jeugd hongert tegenwoordig meer dan zij ooit gedaan
heeft naar gerechtigheid, maar vooral naar arbeid en brood.
Het werk, dat den jongen tot man en den man tot mensch
maakt, wordt haar onthouden en daardoor verliest een groot
gedeelte van de tegenwoordige jeugd het geloof in zich zelf
en tevens in de maatschappelijke omwenteling, die alleen
haar bevrijding zal zijn. De poort des levens blijft voor de
tegenwoordige jeugd gesloten. Duizenden jonge zielen ver-
keeren in nood. Het zenuwvernielende gif der werkloosheid
sloopt deze gansche generatie. Van huis uit worden haar
de machten genoemd, waaraan zij heeft te gehoorzamen:
de maatschappij, het vaderland en voor velen de kerk, maar
elke jeugd komt op haar beurt hiertegen in opstand.
Spreker herhaalt dan ook het verzoek, dat hij in de sectie
vergaderingen heeft gedaan om een onderzoek te doen in
stellen naar het aantal jeugdige werkloozen in den leeftijd
van 14 tot 24 jaar, alsmede naar de vakken, waarvoor zij
zijn opgeleid of waarin zij reeds hebben gewerkt. Dit onder
zoek is onontbeerlijk bij het beramen van maatregelen ter
bestrijding van de werkloosheid, aangezien over het algemeen
niet meer dan de helft van het aantal jeugdige werkloozen
beneden de 24 jaar bij de arbeidsbeurs staat ingeschreven.
Het is zeker ook noodig, als men wil overgaan tot het stichten
van centrale werkplaatsen, de openstelling van werkobjecten,
de uitzending naar werkkampen enz.
Spreker vertrouwt, dat het College ook zijn ernstige aan
dacht zal willen wijden aan de vraag, of herscholing van
oudere werkloozen niet noodig is, opdat zij bij de te verwachten
economische opleving een kans tot opneming in het bedrijfs
leven krijgen.
Met genoegen vernam spreker uit de Memorie van Ant
woord, dat vanwege de Regeering een onderzoek zal worden
ingesteld naar den gezondheids- en budgetairen toestand in
de gezinnen der werkloozen, doch hij betreurt het, dat men
met dit onderzoek nog moet beginnen. Een grootere voort
varendheid van gemeentewege ten aanzien van deze ernstige
zaak ware geboden geweest.
Spreker vertrouwt, dat nu de mogelijkheid van verstrekking
van goedkoope schoenreparaties aan werkloozen bij de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon in
onderzoek is en de Commissie den Directeur heeft opge
dragen, haar ter zake advies uit te brengen, het advies van
den Directeur gunstig zal zijn en dat spoedig tot deze ver
strekking zal worden overgegaan.
Spreker juicht van harte toe het overbrengen van de onge
organiseerde valide werkloozen van den Dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon naar den Dienst vóór Sociale Zaken,
want daardoor is aan een grief, die langen tijd bestaan heeft,
een einde gekomen.
Met de stichting van een centrale werkplaats is in een
lang gevoelde behoefte voorzien. Spreker heeft waardeering
voor het werk van hen, die hieraan hun beste krachten
hebben gegeven. Het is gewenscht, deze centrale werkplaats
uit te breiden, opdat aan een grooter aantal jeugdige personen
bezigheden kunnen worden verschaft. Het is noodzakelijk de
werklooze jeugd door geregelden arbeid te brengen in een
sfeer, waarin zij gevoel krijgt voor plichtsbetrachting en ook
tot een gezonde levensopvatting komt.
Het is zeer noodig, dat in de bestrijding van de stijgende
criminaliteit der jeugd, vooral der oudere jongens, in de
plaats van de gevangenis iets anders komt. Spreker dringt
er in dit verband op aan, de centrale werkplaats de plaats
te geven, die haar toekomt. Het geld, hieraan besteed, is
stellig goed besteed.
Spreker blijft het ernstig betreuren, dat het College niet
bereid is geweest, tot de Regeering het verzoek te richten
om de verslechtingen van de steunregeling terug te nemen,
die door den Minister van Sociale Zaken in een circulaire
waren aangekondigd, zonder dat deze Minister ook maar
in groote lijnen de gevolgen van zijn maatregelen voor
duizenden werkloozen had overzien. Het motief, dat Burge
meester en Wethouders zich hebben te houden aan de taak,
die de Regeering hun oplegt, gaat niet op, want zij en de
Raad hebben volgens spreker den plicht, op de Regeering
aandrang uit te oefenen ten aanzien van zaken, die hun in
stemming niet hebben, vooral nu het zelfstandig optreden van
de gemeenten meer en meer door de centrale Overheid aan
banden wordt gelegd.
Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen.
(Snel.)
Vele andere gemeentebesturen begrepen hun taak beter
en gaven de Regeering openlijk van hun afkeuring blijk.
Het slot van de door de arbeidersbeweging gevoerde
actie was echter niet onbevredigendde verslechtingen
werden ingetrokken, al was dan de devaluatie de vlag, die
de lading moest dekken; voor den huurtoeslag werd een
overgangs- en aanvullingstoelage vastgesteld. Toch is ook
thans nog de aanvullingstoelage onvoldoende geregeld; voor
Leiden is deze vastgesteld op 0.40, hetgeen hoogst onvol
doende moet worden geacht; immers, de gemiddelde huur
toeslag in Leiden bedroeg volgens opgave van den Dienst
van Sociale Zaken 0.75. Door dezen maatregel is de steun
regeling nog gecompliceerder geworden. De Minister heeft
hierdoor een kunstmatig verschil geschapen tusschen ar
beiders, die reeds lang werkloos zijn en arbeiders, die pas
werkloos zijn geworden. Deze regeling brengt den arbeider,
die misschien jarenlang werkloos is geweest, doch dank zij
zijn energie of dank zij eenige opleving in zijn vak gedurende
de maanden MaartOctober 1936 heeft gewerkt, in een
slechtere positie dan dengene, die in deze maanden werkloos
was of is geworden. Eenig aannemelijk argument voor deze
onrechtvaardigheid was er niet en het is ook niet mogelijk
eenig argument hiervoor te vinden. Er is alle reden den
Minister te verzoeken voor Leiden een aanvullingstoelage
van 0.75 vast te stellen. Spreker zal hiertoe een voorstel
indienen.
Met instemming nam spreker kennis van de mededeeling,
dat door het College de samenstelling van een meer-werk-
of welvaarts-commissie zal worden voorbereid, terwijl ook
door deze commissie ter bestudeering zal worden genomen
het in overweging gegeven denkbeeld tot het verstrekken
van voorschotten. Misschien ware het wenschelijk hieraan
toe te voegen het in uitzicht stellen van premies voor hen,
die werken laten uitvoeren; dit zal zeerzeker de werkgelegen
heid bevorderen en is ook reeds in andere gemeenten met
succes toegepast. Op het oogenblik zou aan duizenden
woningen zoowel van binnen als van buiten heel wat werk
gedaan kunnen en moeten worden, dat nagelaten wordt
omdat de eigenaar dezer woningen niet over voldoende
liquide middelen beschikt. Het resultaat van de in Rotterdam
opgezette meer werk-actie is geweest, dat in de laatste drie
weken voor 600.000.extra werk is uitgegeven. Spreker
vertrouwt, dat deze commissie met ernst haar taak zal aan
vatten, waarmede zoowel het aanzien der stad als de belangen
van den middenstand en van de arbeiders in hooge mate
gebaat zullen zijn.
Spreker deelt niet de meening van het College, dat het
het vraagstuk van de regeling van het huurauto- en taxi
bedrijf met voldoenden ernst zou hebben behandeld. Immers,
18 maanden nadat door de Nederlandsche Unie van Chauf
feurs een adres was ingezonden, heeft op verzoek van deze
organisatie een bespreking met den Burgemeester plaats
gevonden, waarbij onder anderen ook verzocht werd een
onderzoek te doen instellen in andere gemeenten, waar de
regeling als door deze organisatie voorgesteld reeds eenigen
tijd werkt. Sindsdien hebben de voor deze bespreking uit-
genoodigde organisaties niets meer vernomen. Dit is dan het
contact, door de adresseerende organisatie gedurende de
twee jaren, dat deze zaak hangende is, met het gemeente
bestuur tot stand gebrachtdit kan zeer moeilijk bevredigend
worden genoemd. Inmiddels hebben met het oog op den
onhoudbaren toestand in dit bedrijf werkgevers en werk
nemers contact met elkaar verkregen en zijn dezen tot over
eenstemming gekomen, en zijn reeds nadere voorstellen tot
ordening van het huurauto- en taxi-bedrijf bij het College
ingediend. Sinds de indiening van het adres door de Neder
landsche Unie van Chauffeurs in 1934 hebben echter minder
gewenschte toestanden in het taxibedrijf te Leiden door
allerlei omstandigheden en oorzaken kunnen voortwoekeren.
Op dit terrein bestaan tal van uitwassen; het behoort tot
de taak van de gemeentelijke Overheid daaraan een einde
te maken. Deze uitwassen hebben geleid tot een onvoldoende
algemeene verkeersveiligheid en ordelijkheid, tot geen of
tot een onvoldoende algemeene bescherming van passagiers
en van derden bij ongevallen, tot een ongebreidelde en uit
economisch oogpunt bezien oneerlijke concurrentie, zoowel
ten nadeele van de chauffeurs-werknemers als ten nadeele
van bona-fide ondernemingen. Het is niet meer dan billijk,
dat de lasten voor alle ondernemingen, van welken omvang
ook, naar verhouding gelijk gesteld worden en het is nood
zakelijk dat zij alle, zonder eenige uitzondering, voldoen aan
de eischen, die ten behoeve van goede maatschappelijke toe
standen in het taxibedrijf kunnen worden gesteld. Dit kan
worden bereikt bij invoering van een verordening als aan
den Burgemeester is aangeboden. Spreker vertrouwt, dat het
opnieuw ingediend verzoek door den Burgemeester op een