DINSDAG 23 FEBRUARI 1937. 67 Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen, (de Clcr e.a.) diverse inrichtingen worden verpleegd, komen 76 in aan merking voor opneming in zulk een tehuis en dit aantal zou het betrachten van spoed bij de behandeling van deze zaak zeer zeker wettigen. Evenals verleden jaar vestigt spreekster thans de aan dacht van het College op het voormalige Militair Invaliden huis aan den Hoogen Rijndijk, dat zonder veel verbouwingen gemakkelijk tot een tehuis voor ouden van dagen kan worden ingericht. Mocht het tehuis voor het aantal verpleegden van de gemeente te groot zijn (men moet altijd bij den opzet van een zaak als deze rekening houden met de mogelijkheid van uitbreiding), dan zou men wellicht oude echtparen in de gelegenheid kunnen stellen voor eigen rekening intrek in het tehuis te nemen. Spreekster geeft daarom het College in overweging om bij het voortgezet onderzoek ook met het voormalige Militair Invalidenhuis rekening te houden. Het doet spreekster genoegen, dat met de geuite bezwaren tegen de particuliere rusthuizen in zooverre rekening is gehouden, dat bijna alle particuliere rusthuizen, waarin de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon ouden van dagen doet verplegen, thans binnen de grenzen van de gemeente zijn gevestigd, en dat de inrichting, waarover spreekster in de sectievergaderingen in het bijzonder heeft gesproken, inmiddels door een betere gelegenheid is vervangen. Een particulier zal niet uit philanthropise!] e overwegingen een tehuis voor ouden van dagen inrichten, maar doet dit met het doel, daardoor iets te verdienen. Het is echter de gewoonte, dat iemand, die pension houdt, het beste gedeelte van zijn woning aan den huurder afstaat. In een van de rusthuizen, waarin de Gemeentelijke Commissie voor Maat schappelijk Hulpbetoon ouden van dagen doet verplegen, bewoont het echtpaar, dat aan het hoofd van dit rusthuis staat, zelf het mooiste gedeelte van het huis en worden de ouden van dagen in het overige gedeelte geherbergd, terwijl zij op de bovenverdieping moeten slapen. Het trappen loopen is een bezwaar voor deze ouden van dagen. Spreekster is het met den heer van der Kwaak eens, dat de gemeente er op heeft toe te zien, dat in de rusthuizen een behoorlijke verpleging bestaat. Het echtpaar, dat voren bedoeld rusthuis exploiteert, heeft zelf geen diploma's op het gebied van ziekenverpleging. Spreekster geeft daarom in overweging voor te schrijven, dat door het in dienst nemen van een interne verpleegster te allen tijde zorg gedragen wordt voor een behoorlijke verpleging in geval van ziekte. De heer Snel sluit zich aan bij het woord van waardeering, dat sommige leden hebben gesproken aan het adres van het College voor het werk, dat het in het afgeloopen jaar onder moeilijke omstandigheden heeft verricht, maar heeft ook eenige critiek op de wijze, waarop sommige zaken in het afgeloopen jaar zijn behandeld. Het College erkent thans zelf in de Memorie van Antwoord, dat het graven van een kanaal onder Wassenaar voor de Leidsche Duinwater-Maatschappij voor uitvoering als normaal werk in aanmerking kwam. Het bezwaar van het College, dat bij uitvoering als normaal werk het werk voornamelijk met machines zou zijn verricht, had men kunnen onder vangen door in het bestek een bepaling daaromtrent op te nemen. Spreker is het dan ook niet eens met de opvatting van het College, dat door de uitvoering van dit werk als werkverschaffingsobject gehandeld is in het belang van een groote groep werkloozen. Tegenover het voordeel, dat een aantal werkloozen te werk gesteld is en het gemiddelde weekloon 21.78 heeft bedragen, staat het nadeel, dat dit werk is onthouden aan een zelfde aantal werklooze leden van de diverse bouwarbeidersbonden, die nu op de uit- keering volgens de steunregeling bleven aangewezen. Op het bouwbedrijf wordt roofbouw gepleegd. De uit voering van normale werken in werkverschaffing wordt regel; men maakt thans misbruik van de werkverschaffing. Ook de transportarbeiders hebben daaromtrent gerecht vaardigde klachten. Bij de demping van het Levendaal hebben chauffeurs grond vervoerd en zijn de steenen voor de bestrating van het Levendaal in werkverschaffing gelost en vervoerd; de transportarbeiders, die dit werk anders in het vrije bedrijf verrichten, waren op de steunverleening aangewezen. Van deze verplaatsing van de werkloosheid zijn de nadeelen grooter dan de voordeelen. Geen bedrijf wordt erger door de crisis getroffen dan het bouwbedrijf; de werk loosheid is grooter en individueel langer dan in welk ander bedrijf ook. En nu is het logisch, dat deze arbeiders voor zich het werk opeischen, dat tot hun bedrijf behoort, vooral nu er voor hen reeds zooveel minder aan de markt komt dan in normale tijden. Doch het tegendeel geschiedt: veel werk, dat voor normale uitvoering in aanmerking moest Gemcentebegrooling Algcmeene beschouwingen. (Snel.) komen, wordt in werkverschaffing of als werkfondswerk uit gevoerd. De aanvankelijke opzet, dat de werkverschaffing zich zou beperken tot improductieve werken, is reeds lang verlaten; langzamerhand is het gebruik geworden belangrijke openbare werken met veel grondverzet in werkverschaffing uit te voeren. De heer Goslinga zegt nuhier in Leiden niet. Hier komt het ook voor, niet veel, maar wat in dit opzicht gebeurd is, is te veel gebeurd. Tal van noodzakelijke en urgente werken zijn reeds op deze wijze uitgevoerd en daar door aan de bouwvakarbeiders onthouden. Het wordt nu mode om alle graaf- en grondwerken in werkverschaffing uit te voeren. Daardoor heeft de werkverschaffing haar eigenlijk karakter verloren en is ze geworden een wapen om de loonen te drukken, ook al kost dit het Rijk veel geld en ook al wordt daarmede de crisis in het algemeen in stand gehouden en speciaal voor de bouwvakarbeiders tot in lengte van jaren bestendigd. Daarnaast worden, voorzoover bij dergelijke werken nog bouwvakarbeiders tewerkgesteld worden, deze gedwongen hun arbeid te leveren aan de Over heid voor weinig meer dan hun karige steungelden. Spreker spreekt de verwachting uit, dat in het vervolg normale werken op normale wijze, althans niet in werkverschaffing, zullen worden uitgevoerd. Hoewel van gemeentewege in 1936 belangrijke werken zijn aangevangen, was de stand van zaken bij den aanvang van dezen winter buitengewoon onbevredigend. De werk loosheid heeft een hoogte bereikt als nooit tevoren; meer dan 5.000 arbeiders stonden bij de arbeidsbeurs ingeschreven en het zal zaak zijn om op nog grooter schaal dan tot nu toe groote werken aan te vatten. Na zes jaren van economische marteling door de aanpassingspolitiek vertoont de Neder- landsche bevolking het beeld van een familie, die uit den mond van den dokter, die een verkeerde behandeling had toegepast, verneemt dat de patiënt thans buiten gevaar is. Tot die familie behooren ook de gemeentebesturen. Deze zijn in de afgeloopen jaren het kind van de rekening geworden; van middelen ontbloot dreigen zij in een staat van verval te komen, want zij kunnen niet zoo gemakkelijk van jasje verwisselen als de Regeering gedaan heeft met het loslaten van den gouden standaard. Geld voor het uitvoeren van groote werken hebben zij niet; hierin is groote achterstand en hoe zullen zij den nieuwen tijd ontvangen? Steden zijn als levende wezens; als zij niet voldoende verzorgd worden, gaan zij achteruit. Noodzakelijke verbeteringen, teneinde de aantrekkingskracht van de stad te verhoogen, worden naar betere tijden verschoven. Deze achterstand moet dus in gehaald worden en thans klemt de vraag, hoe de gemeenten den kost moeten verzorgen, die voor de baat uitgaat. Voor nieuwe werken heeft de Regeering een uitweg geboden; deze kunnen als werkfondswerken worden uitgevoerd. Deze objecten bieden het niet te onderschatten voordeel, dat rente en aflossing over de jaren, waarin de gemeente nog niet in staat wordt geacht de daarvoor benoodigde bedragen op de begrooting te brengen, niet verschuldigd zijn. Hoe langer de crisis duurt, des te langer worden de hoogst noodige ver beteringen uitgesteld, des te grooter drang zal steeds worden uitgeoefend tot uitvoering van werken, noodig uit een oog punt van verkeer, hygiëne en stadsverfraaiing. De grond slagen van het Werkfonds behoeven daardoor geen verande ring te ondergaan, omdat te verwachten is, dat de leening- mogelijkheid eerder toenemen zal dan afnemen, terwijl indien alles normaal verloopt ook de rentevoet bevredigend zal zijn. Inderdaad zal dan, door grootere bedrijvigheid ook in de industrie, door het krachtig aanvatten en doorzetten van groote werken, door het nalaten van Overheidsdruk op loonen en salarissen, de welvaart terugkeerendan zal binnen enkele jaren de gemeente weer in staat zijn de eventueel opgeschorste verplichtingen tot betaling van rente en af lossing van de van het Werkfonds geleende kapitalen te voldoen. kSpreker dringt er in dit verband op aan voor een aantal werken een beroep te doen op het Werkfonds. Leiden telt het nog niet gekend aantal van ruim 5.000 werkloozen; er is stellig in Leiden nog wel iets te doen om deze menschen aan werk te helpen, al is het voorloopig maar 1/3 van dit aantal. Indien de werken worden voorbereid, dan zal indien straks een nieuwe Regeering optreedt, die, naar spreker hoopt, bereid is het Plan van den Arbeid uit te voeren, het voor bereidend werk reeds gedaan zijn. Wanneer de sociaal- democratie het Plan van den Arbeid in het centrum van haar actie stelt, doet zij dit omdat zij met felle onverzettelijkheid den strijd wil voeren tegen hen, voor wie een verdere econo mische ontreddering de basis vormt voor een campagne van ophitsing en verwildering. Deze actie is daarom een politieke noodzakelijkheid, maar zij is ook voor de sociaal-democraten een zedelijke plicht. Wie een uitkomst uit de ellende ziet en in het Plan van den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 17