17
„en die, aangebracht krachtens het bepaalde bij de artt. 13,
28 en 29" gelezen: en de contrêlemerken, aangebracht krach
tens het bepaalde bij de artt. 25 en 26.
Artikel XXYI.
Art. 28 wordt genummerd 25 en gelezen als volgt:
Art. 25.
Goedgekeurd vleesch, afkomstig van dieren, welke door
of ten behoeve van hier ter stede gevestigde fabrikanten van
verduurzaamde levensmiddelen tegen het verminderde tarief,
bedoeld in art. 2 van de verordening, regelende de heffing
van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slacht
huis te Leiden, zijn geslacht, wordt, onverminderd het
bepaalde bij art. 50 van het Koninklijk Besluit, op de plaatsen,
in art. 21 genoemd, van een door Burgemeester en Wet
houders vast te stellen contröle-merk voorzien.
Artikel XXVII.
Art. 29 wordt genummerd 26 en gelezen als volgt:
Art. 26.
Onverminderd het bepaalde bij art. 29 der Vleeschkeurings-
wet, wordt ingevoerd buitenlandsch vleesch bij goedkeuring
te Leiden van een door Burgemeester en Wethouders vast
te stellen contrölemerk voorzien, op de plaatsen, genoemd
in art. 21 van deze verordening.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, met inacht
neming van het bepaalde bij art. 50 van het Koninklijk Besluit,
ook ander vleesch, dan genoemd in het eerste lid en in art. 25,
bij goedkeuring te Leiden van een door hen vast te stellen
contróle-merk te doen voorzien, indien zij dit met het oog
op de contróle noodig achten.
Artikel XXVIII.
Art. 30 wordt genummerd 27 en in het eerste lid van dit
artikel wordt in plaats van „op het bureau van Politie, als
in art. 7 bepaald" gelezen: op de wijze, als in art. 4 bepaald.
Artikel XXIX.
Art. 31 wordt genummerd 28 en gelezen als volgt:
Art. 28.
Hij, wiens vleesch is afgekeurd of wiens vleesch of vleesch-
waren krachtens de Vleeschkeuringswet of deze verordening
zijn in beslag genomen of aan een nader onderzoek moeten
worden onderworpen, is verplicht deze onmiddellijk op eerste
aanmaning van de ambtenaren, genoemd in art. 41 van de
Vleeschkeuringswet, af te geven, of op hun vordering over
te brengen of te doen overbrengen naar het Openbaar
Slachthuis.
Bij weigering zal de overbrenging op zijn kosten geschieden,
onverminderd de strafvervolging ter zake van de weigering.
Artikel XXX.
De artt. 32 en 33 worden genummerd 29, resp. 30 en in
deze artikelen wordt in de plaats van: „vee" gelezen: slacht
dieren.
Artikel XXXI.
Art. 34 wordt genummerd 31 en in het derde lid van dit
artikel wordt in de plaats van: „art. 33" gelezen: art. 30.
Artikel XXXII.
Art. 35 wordt genummerd 32 en in het tweede lid van dit
artikel wordt in de plaats van „art. 34" gelezen: „art. 31".
Artikel XXXIII.
De artt. 36 en 37 worden genummerd 33, resp. 34.
Artikel XXXIV.
Art. 38 wordt genummerd 35 en in het eerste lid van dit
artikel wordt in de plaats van „art. 43" gelezen: art. 44 van
de Vleeschkeuringswet.
Het tweede en derde lid van dit artikel vervallen.
Artikel XXXV.
Art. 39 vervalt.
Artikel XXXVI.
Art. 40 wordt genummerd 36 en gelezen als volgt:
Art. 36.
Hem, die een slachtdier of vleesch ter keuring heeft aan
geboden, geeft de Directeur desgewenscht een schriftelijk
bewijs af van voorwaardelijke goedkeuring of van afkeuring,
met vermelding van den dag, en, zoo mogelijk, ook het uur
van keuring.
Artikel XXXVII.
De artt. 41, 42, 43 en 44 vervallen.
Artikel XXXVIII.
Art. 45 wordt genummerd 37 en in dit artikel wordt in
de plaats van: „art. 43" gelezen: art. 44 van de Vleesch
keuringswet.
Artikel IXL.
Art. 46 wordt genummerd 38 en in dit artikel wordt in
de plaats van „art. 20" gelezen: art. 17.
Artikel XL.
Deze verordening treedt in werking op een door Burge
meester en Wethouders nader te bepalen dag.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
A. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
X. J. Ito waan, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
X°. 34. Leiden, 9 Maart 1937.
De Commissie voor den Markt- en Havendienst acht het
in verband met de vernieuwing van de Veemarkt en de
opheffing van de Beestenmarkt als veemarkt noodig, dat de
Verordening op de Veemarkt op verschillende punten wordt
gewijzigd, teneinde deze in overeenstemming te brengen met
den feitelijken toestand.
Ook voelt deze Commissie behoefte aan een bepaling in
de verordening, waarbij het verboden zal zijn op het terrein
der veemarkt te venten, zonder dat hiertoe een staanplaats
is aangewezen.
Zooals door ons in ons hiernevensgaand voorstel tot
wijziging van de verordening op den Keuringsdienst van Vee
en Vleesch werd uiteengezet, zullen in verband met door
Gedeputeerde Staten geopperde bezwaren de artt. 2 en 3
uit die verordening moeten verdwijnen. Ingevolge ons daar
vermeld voornemen wordt thans voorgesteld deze artikelen
in de onderhavige verordening op te nemen.
In de onderstaande ontwerp-verordening houden de artt. I,
III, IV, V, VI, VIII en IX verband met de vernieuwing en
verplaatsing van de veemarkt. Kaar onze meening behoeven
deze artikelen onzerzijds geen nadere toelichting.
Art. II bevat de bepaling tot het beperken van het venten.
Hierbij is aansluiting gezocht aan de redactie van art. 51 e. v.
van de verordening op de Straatpolitie. Van het verbod
hebben wij niet uitgesloten het te koop aanbieden, enz. van
gedrukte stukken, aangezien o. i. op een terrein als de vee
markt deze colportage mag en moet worden beperkt.
In art. VII zijn de artt. 2 en 3 van de verordening op den
Keuringsdienst van Vee en Vleesch, redactioneel in overeen
stemming gebracht met de eischen van de. huidige practijk,
opgenomen.
Aangezien het met het oog op de handhaving van het
toezicht op ziek marktvee noodig is, dat de verordening in
werking treedt tegelijk met die tot wijziging van de ver
ordening op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch, is de
bepaling van het tijdstip van inwerkingtreding aan Burge
meester en Wethouders overgelaten.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
gelegde stukken geven wij Uw vergadering alsnu in over
weging vast te stellen de volgende
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 25 September 1922
Gemeenteblad No. 56), op de Veemarkt, laatstelijk
gewijzigd bij verordening van 25 Februari 1935
(Gemeenteblad No. 10).
Artikel I.
Art. 2 der bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
De veemarkt wordt, met uitsluiting van ieder ander terrein,