MAANDAG 1 FEBRUARI 1937. 9 Militair oefenterrein Haagweg (Voorzitter e.a.) het dan niet in het huurcontract zeggen l Het Rijk vraagt niet meer, maar is er uiteraard tegen, dat op een terrein, waarvoor het huur betaalt, propaganda wordt gemaakt tegen een zaak, waarvoor het juist opkomt. Spreker ontraadt zeer beslist het voorstel-van Eek; dit is ook niet terzake dienende omdat het contract een geheel andere bedoeling heeft en een geheel anderen geest ademt. Er is niet het minste bezwaar tegen, te voldoen aan den wensch van de heeren Coster en van der Laan, om het Schuttersveld zoolang mogelijk intact te houden, teneinde zoolang mogeüjk daar het 3 Octoberfeest te kunnen vieren het College zal daarmee rekening houden en er is niet de minste twijfel, dat in 1937 nog op het Schuttersveld feest gevierd zal kunnen worden; daarna zal het evenwel anders zijn. Den heer Goslinga antwoordt spreker, dat het uitbreidings plan ten aanzien van het Schuttersveld en omgeving door Gedeputeerde Staten niet is goedgekeurddezen hebben in hun besluit eenige wenschen te dien aanzien te kennen gegeven de Raad heeft in 1935 zich daarnaar gedragen en een ander uitbreidingsplan voor dat gebied vastgesteld en dat ter goed keuring ingezonden. De goedkeuring daarop is nog niet ver kregen het is ook zeer de vraag of die verkregen zal worden er zijn onderhandelingen gaande met Gedeputeerde Staten over enkele wijzigingen in dat plan, die noodig zijn, en in het algemeen is daaromtrent nog wel overeenstemming verkregen. Een goedgekeurd uitbreidingsplan voor het Schut tersveld is er op het oogenblik dus niet, maar het is wel zeker, dat er een uitbreidingsplan zal komen, waarbij echter geen rekening gehouden zal worden met het daar ter plaatse handhaven van een terrein voor volksfeesten. Natuurlijk zal rekening gehouden worden met de belangen van de 3 Octobervereeniginghet College zal trachten dit zoo goed mogelijk te regelenspreker weet echter niet of men daarbij aan de 3 Octobervereeniging nu alles kan vergoeden, wat zij daar op het Schuttersveld had, maar met deze ver- eeniging zal ongetwijfeld wel eenig overleg gepleegd worden door de directie van Gémeentewerken bij de inrichting van het terrein. Al schijnt het belang van de 3 Octoberver eeniging niet gebaat te zijn met de ligging van het nieuwe terrein, het College hoopt, dat het zal meevallen en dat het niet tot calamiteiten zal leiden. Het College wil met genoegen voldoen aan het verzoek van den heer Goslinga, om den huurders van de volks tuintjes zooveel mogelijk terwille te zijn, maar spreker kan niet toezeggen, dat alle loodsen die daar staan op kosten van de gemeente naar een ander terrein zullen worden verplaatst; spreker wil zich op dit punt niet binden, hoewel het College dezen menschen in alle mogelijke opzichten tegemoet komen wil. De datum van opzegging is inderdaad zeer ongunstig, maar men was verplicht dien huurders de huur op te zeggen met ingang van den datum, waarop dat formeel mogelijk was; spreker heeft zich echter bij den Directeur van Gemeentewerken overtuigd, dat met hun belangen rekening gehouden zal worden, al moest de opzegging officieel tegen 1 September geschieden. Deze ruiling van een niet zeer voordeelig stuk bouwgrond aan den Haagweg voor een wel zeer waardevol stuk bouwterrein, het Schutters veld, is voor de gemeente inderdaad uit financieel oogpunt van belang. Het is ongetwijfeld voor de gemeente uit financieel oogpunt een voordeel, de beschikking te krijgen over het Schuttersveldcijfers dienaangaande noemt spreker liever nog niet; dat kan ook niet, zoolang er nog niet een uitbreidingsplan officieel vaststaat. Spreker geeft den heer van Weizen toe, dat het Rijk zeer beknibbeld heeft op den huurprijs, maar het Rijk heeft het ook niet breed; het Departement van Defensie betaalt voor dit nieuwe, zeer goede terrein, dat voor alle wapens geschikt zal moeten zijn, toch al meer dan voor het tegenwoordige terrein, waarmee het echter tevreden is. Den heer Würtz, die er bezwaar tegen maakt, dat de gemeente zich verbindt het nieuwe oefenterrein vóór 1 Mei 1938 gereed te maken, vóórdat Gedeputeerde Staten het raadsbesluit inzake het sportfondsenbad hebben goedgekeurd, antwoordt spreker dat de gemeente van dit terrein natuurlijk geen gebruik zal maken, zoolang zij dit niet noodig heeft; zoodra Gedeputeerde Staten het raadsbesluit inzake het Sportfondsenbad hebben goedgekeurd, zal de gemeente daarvan gebruik maken. De heer van Eek verzekert den heer Beekenkamp, die een verschil heeft ontdekt tusschen sprekers voorstel en het artikel, door spreker indertijd in De Sociaal-Democraat geschreven, dat hij volkomen staat op het standpunt van den inhoud van het destijds door hem geschreven artikel. De sociaal-democratie heeft buitengewoon belang bij deel- Militair oefenterrein Ilaagweg e. a. (van Eek e.a.) neming aan de Regeering; dat is de beste wijze om het fascisme te bestrijden; vanzelfsprekend moet een partij, die pogingen aanwendt om aan de Regeering deel te nemen, zich volkomen op wettelijk standpunt plaatsen. De sociaal-democratie heeft den laatsten tijd meer en meer de waarde van de democratie en van de wettelijkheid leeren erkennen en er is geen sprake van, dat de S.D.A.P. in dat opzicht niet volkomen te vertrouwen zou zijn. Wanneer de sociaal-democraten zouden deelnemen aan de regeering, zouden zij het doen als democraten, d.w.z. als voorstanders van de vrije meeningsuiting, die een elementair deel is van de democratie. De sociaal-democraten zijn er zeer gevoelig voor, indien men poogt inbreuk te maken op het recht van vrije meeningsuiting en daarom hebben zij zich aan de voorgestelde bepaling gestooten. Practisch beteekent het zeer weinig, of de door spreker voorgestelde bepaling al of niet in het con tract wordt opgenomen, want ten slotte beslist het gemeente bestuur in overleg met den garnizoenscommandant. Spreker kan zich voorstellen, dat de militaire autoriteiten bezwaar maken tegen het toelaten van bijeenkomsten van bepaalde vereenigingen op grond van haar doelstellingen of uitingen. In dat geval wordt voorzien door de bepaling, dat geen enkele bijeenkomst kan toegelaten worden zonder overleg van het gemeentebestuur met den garnizoenscommandant. Spreker wil echter de beoordeeling van de vraag, of iets al of niet revolutionnair is, niet laten aan de militairen, omdat zij al heel spoedig in iets een revolutionnaire strekking ontdekken, terwijl er volgens spreker geen sprake van is. Wat ,,de goede vaderlanders" betreft, is het met Leiden zeer ongelukkig gesteld, want onder degenen, die de bevolking als haar vertegenwoordigers naar den Raad heeft gezonden, is het aantal goede vaderlanders dan wel zeer gering. De sociaal-democraten meenen echter ten minste even goede vaderlanders te zijn als de heer Würtz en de zijnen, al hebben de sociaal-democraten van het begrip „goed vaderlander" een andere opvatting dan de heer Würtz is toegedaan. Er was voor de sociaal-democraten alle reden om van hun meening in dezen te doen blijken en de Raad zou verkeerd handelen met de gewraakte bepaling, die onnoodig en onge- wenscht is, in het contract op te nemen. Wanneer het zou gelden vereenigingen, die een onwettig doel beoogden en opwekten tot het plegen van onwettige daden, zou spreker er anders over denken, maar deze be paling kan ook vereenigingen treffen, die niets anders doen dan in het algemeen propaganda maken voor denkbeelden, die al heel gauw door militairen revolutionnair zullen ge noemd worden. Wanneer de sociaal-democraten zeggen, op het wettelijke standpunt te staan, beteekent het niet, dat zij zijn tegen de vrije meeningsuiting. Spreker kan zich niet vereenigen met het Koninklijk besluit, waarbij de heer van der Laan zich dadelijk heeft neergelegd. Spreker vindt het een buitengewoon zwakke regeering, die het revolutionnair noemt, als een vereeniging een ver gadering bijeenroept om te protesteeren tegen een bepaalde daad van die Regeering, die het niet kan verdragen, dat haar handelingen in het openbaar gecritiseerd worden. Bij de democratie behoort ook het recht van de minderheid om zich vrij te kunnen bewegen en vrij haar meening te kunnen uiten; een sterke Regeering behoeft dit niet te vreezen. Spreker blijft dus voorstander van een groote mate van vrije meeningsuiting. De eerste alinea (zie bi. 6, le kolom) en de tweede gewijzigde alinea (zie bi. 6, 2e kolom) van het voorstel van den heer van Eek worden achtereenvolgens verworpen, elk met 17 tegen 15 stemmen. Tegen stemmen: de heeren van der Laan, Bergers, Tepe, Manders, de Reede, van Rosmalen, Coster, Würtz, Eiker bout, Goslinga, Beekenkamp, van der Reijden, Tobé, van der Kwaak, Wilmer, Wilbrink en Lombert. Vóór stemmen: de heeren van Weizen, Schüller, van Stralen, Verweij, Carton, Groeneveld, van Eek, Snel, mevrouw Braggaar, de heer Dubbeldeman, mevrouw de Cler, de heeren Valentgoed, Jongeleen, van der Voort en Hessing. Wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIV. Voorstel tot het verkoopen aan den Staat der Neder landen van het viselirecht op de z.g. Vroonwateren, gelegen onder de gemeenten Warmond, Alkcmadc, Rijnsatcrwoude en Woubrugge. (10) De heer Coster zegt, dat vanaf de inpoldering van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 9