8 MAANDAG 1 FEBRUARI 1937. Militair oefenterrein Haagweg. (Wiirtz e.a.) het Rijk gebruikt wordt. Dit voorstel-van Eek is dan ook absoluut in strijd met de goede nationalistische gevoelens. Het heeft spreker niet weinig bevreemd, dat dit voorstel van de zijde der sociaal-democraten gekomen is, waar dezen den laatsten tijd zoovele blijken van nationaal gevoel hebben willen geven en ook bun inzichten ten opzichte van de weer macht zeer zijn gewijzigd. De houding van de sociaal-demo craten ten aanzien van het Oranjehuis is zelfs zoozeer ver anderd, dat de V.A.R.A. thans op nationale feestdagen haar uitzendingen besluit met het spelen van het Wilhelmus. Men staat hier dus voor een dilemma. Welke van heide moet spreker nu au sérieux nemen? Die gewijzigde inzichten of dit voorstel, dat lijnrecht daartegen ingaat? Spreker wil geen politiek debat ontketenen en zal er daarom maar niet verder op ingaan, al heeft hij wel zijn ideeën daarover. Wat aangaat de bereidwilligheid van het Rijk om het gedeelte van het terrein, bestemd voor den houw van het Sportfondsenbad, reeds terstond te verlaten mits de gemeente zorge dat het nieuwe terrein 1 Mei 1938 gereed zal zijn, acht spreker het gewenscht dat de gemeente tegenover het Rijk geen bindende voorwaarden aanvaardt, alvorens Gedepu teerde Staten het Raadsbesluit inzake het Sportfondsenhad hebben goedgekeurd. De heer Goslinga vraagt, hoe het staat met het uitbreidings plan voor het Schuttersveld; volgens den heer van der Laan is het goedgekeurd; maar spreker heeft vernomen, dat het niet is goedgekeurd, dat Gedeputeerde Staten daaraan hun goedkeuring hebben of zullen onthouden. Is het wel nood zakelijk het Schuttersveld te verlaten? De door het College genoemde aanzienlijke uitgave van 54.000.is niet het eenige; het College verzwijgt in zijn voorstel listiglijk, dat er nog meer uitgaven zullen komen, al laat het dit wel door schemeren. Zijn de kosten van het aanleggen van den toe gangsweg en van de bruggen in die 54.000.begrepen? Spreker meent van niet. De Voorzitter zegt, dat de stukken hieromtrent uitsluitsel geven. De heer Goslinga neemt dat dan terug. Over die uitgave ad 54.000.kan spreker om twee redenen heen stappen. In de eerste plaats is het in het belang van de gemeente, dat zij het garnizoen behoudt, waarvoor een ëxercitietëfhé'ih beschikbaar moet worden gesteld, in de tweede plaats is het voor de gemeente van belang, dat het Schuttersveld, dat gemeente-eigendom is, als bouwgrond in exploitatie kan komen. Maar dan moet ook vaststaan, dat dit gebeuren zal. Daarin ligt dan een vergoeding voor de kosten voor het in orde maken van het exercitieterrein. Bij exploitatie als bouwgrond zal er wel een halve ton verdienste in zitten. Maar dan moet er een uitbreidingsplan komen. Anders zullen er hier nog meer stemmen opgaan, om het Schutters veld te behouden als terrein voor volksfeesten en dan zal het toch wel heel duur worden. Een tweede opmerking van spreker betreft de huurders van de volkstuintjes, die thans op dit terrein liggen. Dit terrein is thans gehuurd door de firma Clos en Leembruggen, ten behoeve van haar personeel, dat daar volkstuintjes heeft. Nu heeft het College de huur van dit terrein opgezegd met ingang van 1 September, voor de houders van volkstuintjes een buitengewoon ongunstigen datum. Wanneer de huur was opgezegd met ingang van 1 April, dan zou men hebben ge weten, dat men niets meer kon verbouwen; was de huur opgezegd met ingang van 1 October, dan had men de oogst nog kunnen binnenhalen. Dit is voor deze menschen dus een zeer groote teleurstelling. Kan het College niet een toe zegging doen ten aanzien van den datum, waarop dit terrein moet worden ontruimd en ten aanzien van het geven van een tegemoetkoming in de kosten van verplaatsing van het geen de huurders op dit terrein hebben tot stand gebracht? Kort geleden is een materialenloods gebouwd van 900. en zijn eenige voorzieningen getroffen; dit alles moet nu op nieuw gemaakt worden. Het is niet onredelijk uit dit crediet aan die menschen daarvoor eenige tegemoetkoming te geven het personeel van de firma Clos en Leembruggen, dat die volkstuintjes heeft, bestaat niet uit kapitaalkrachtige per sonen. De heer Hessing vraagt, of hij het beding, ,,dat de feesten en vermakelijkheden niet worden gehouden met een revolu- tionnair doel en tijdens die feesten en vermakelijkheden geen revolutionnaire propaganda of propaganda tegen de weer macht op het terrein worden toegelaten" aldus moet ver staan, dat bijeenkomsten, welke noch het karakter van een feest, noch het karakter van een vermakelijkheid dragen h.v. een doodgewone vergadering van de vereeniging Bellamy Militair oefenterrein Haagweg. (Hessing e.a.) of de organisatie Kerk en Vrede of van een of andere politieke partij wel zullen mogen gehouden worden op dit terrein. Spreker vleit zich met de hoop, ten minste een even goed vaderlander te zijn als de heer Wiirtz, maar stemt toch vol komen in met het voorstel van den heer van Eek. Spreker vermoedt, dat dit het gevolg is van het feit, dat de heer van Eek en hij te allen tijde voorstanders zijn van een vrije meeningsuiting. Spreker kan zich voorstellen, dat de partij, waartoe de heer Wiirtz behoort, min of meer huiverig van een dergelijk standpunt is. Deze partij heeft in het verleden getoond niet afkeerig te staan tegenover, zelfs bij verkiezingen daadwerkeüjken steun te verleenen aan, een vereeniging, die in het algemeen in het land als revolutionnair wordt be schouwd, met name de N.S.B., die zelfs dermate tot de troetelkinderen van het Verbond voor Nationaal Herstel behoort, dat het zijn leden aanmoedigde hun stem uit te brengen op deze vereeniging. Men weet nu, dat de N.S.B. een nauwkeurig afgietsel is van de N.S.D.A.P. in Duitschland en om die reden ontzegt spreker den heer Wiirtz zeer zeker het recht, zich zelf een beter "vaderlander te achten dan een sociaal-democraat, die geenerlei orders heeft af te wachten van politieke partijen in het buitenland. De Voorzitter constateert met genoegen, dat de Raad zeer weinig aanmerkingen heeft gemaakt op de zaak zelve. Men heeft nu voornamelijk gesproken over een zaak, die de heer van Eek aan het roeren heeft gebracht, hetgeen hij niet had moeten doen, omdat de Raad binnenkort de de begrooting zal behandelen en deze zaak eigenlijk daarbij behoort. De heer van Eek heeft zich helaas op de stang laten jagen en kan zelfs op zijn leeftijd geen vlammetje laten branden en uitgaan, zonder dat hij er een grooten straal water opwerpt. De gemeente verhuurt een terrein aan het Rijk en kan dan niet de voorwaarde stellen, dat vereenigingen van eiken aard in de gelegenheid moeten worden gesteld, van het terrein gebruik te maken. WH de gemeente dit recht behouden, dan moet zij het terrein niet verhuren, maar tot het Rijk zeggen, dat het zich tot haar kan wenden, wanneer het het terrein als exercitieveld wenscht te ge bruiken. In het oude contract heeft spreker gelezen, dat de gemeente voor het Schuttersveld ,,zich het gebruik voorbehoudt voor buitengewone gevallen". Het is de bedoeling geweest, deze buitengewone gevallen (het Koninginnefeest, het 3-October- feest, de lustrumfeesten en de circusvoorstellingen) in het nieuwe contact over te brengen. Spreker heeft zich verbaasd over de vereenigingen, die nu dit terrein dringend noodig hebben, maar nooit hebben verzocht toegelaten te worden tot het Schuttersveld. Intusschen misgunt spreker den leden van den Raad niet het recht eenige opmerkingen te maken over hun nationale gevoelens en te spreken over de vraag wat „revolutionnair" is. De heer van Eek is in het onzekere geraakt en vindt het dubieus geworden. De heer van Welzen, wien het heel duidelijk is geworden, heeft het zoo gezegd, dat men voortaan precies weet, wat men aan de Communistische Partij heeft. Niemand heeft echter gelet op de practische reden, die aan te voeren is tegen het beschikbaar stellen van dit terrein voor alle mogelijke bijeenkomsten. Wanneer tal van vereenigingen van dit terrein gebruik zouden willen maken, zou een onhoudbare toestand ontstaan, want zij zouden haar bijeenkomsten twee a drie weken van te voren moeten uitschrijven om zeker te zijn van een goede voorbereiding en het gemeentebestuur zou telkens overleg moeten plegen met den garnizoenscommandant, die er rekening mede zou moeten houden, dat den eenen dag de artillerie geen gebruik van het veld zou kunnen maken en den anderen dag de infanterie er minder zou kunnen oefenen. Het is in het belang van de gemeente, dat het garnizoen in Leiden büjft en daarom is het gemeentebestuur in bijzondere mate toeschietelijk geweest bij het stellen van de voor waarden, hetgeen het Rijk ook heeft gewaardeerd. Men moet nu niet deze gelegenheid aangrijpen om allerlei andere zaken te regelen en af te wijken van een zeer gewoon huurcontract, dat met het Rijk wordt gesloten. Spreker vindt het jammer, dat het Rijk geen lioogere huur betaalt en heeft ook getracht een hoogeren prijs te bedingen, maar het Rijk wenscht niet meer te betalen, omdat het het Schuttersveld uitstekend vindt en uit zich zelf daar niet vandaan zou zijn gegaan. Het nieuwe terrein zal beter zijn dan het Schuttersveld, maar het Rijk zal ook iets meer betalen dan voor het Schuttersveld. Spreker is er tegen, dat op het terrein propaganda wordt gemaakt tegen de weermacht, maar spreker heeft begrepen, dat ook de heer van Eek daartegen is. Waarom zou men

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 8