MAANDAG 1 FEBEUAEI 1937.
7
Militair oefenterrein Haagweg.
(Voorzitter e.a.)
revolutionaire propaganda tegen de weermacht, op die
terreinen worde toegelaten, komt te vervallen."
De heer Coster dringt er op aan, het 3 October-feest zoo
lang mogelijk in de omgeving van het Schuttersveld te laten
voor de zaken daar in de omgeving is het 3 October-feest de
kurk, waarop ze drijven. Bovendien zal bij verplaatsing van
het 3 October-feest de opbrengst van de vermakelijkheden-
belasting met een aanzienlijk bedrag dalenhet ledenaantal
van de 3 October-vereeniging zal dan met -j dalen en de
inkomsten van die vereeniging, voorzoover die bestaan uit
de opbrengst van de feestelijkheden op het Schuttersveld,
zullen dan met 3/4 dalen.
De heer van Weizen is getroffen door het feit dat het Eijk,
ondanks de kosten, die de gemeente zich moet getroosten
om dit exercitieveld te doen beantwoorden aan de door het
Departement van Defensie gestelde eischen, toch op den
huurprijs beknibbeld heeft. In verband met het feit, dat dit
nieuwe exercitieveld aan de hoogste eischen moet voldoen in
dien zin, dat het geschikt is voor alle wapens, moet deze
huurprijs zeer gering worden geacht. Spreker heeft bezwaar,
dat dit terrein slechts bij uitzondering voor het houden van
bijeenkomsten door de bevolking gebruikt zal kunnen worden;
schakelt men bepaalde sportfeesten en het 3 October-feest
uit, dan zal in verband met de beperkende bepalingen, die
het Eijk nu stelt dit terrein, dat ongetwijfeld dan tot de
best geoutilleerde zal behooren, slechts bij hooge uitzondering
voor andere dan militaire doeleinden gebruikt kunnen worden.
Ook andere belangen van de bevolking dan uitsluitend
militaire zouden min of meer aanspraak kunnen maken op
het gebruik van dit terrein; alleen als boeman wordt het
revolutionnair zijn gebruikt, als een verzamelnaam, waarbij
men naar willekeur kan uitschakelen die groepeeringen,
onder de bevolking, die opvattingen verkondigen, die niet
strooken met die van de militaire autoriteiten; hoewel die
groepen niet revolutionnair zijn, worden ze toch als zoodanig
gebrandmerkt, teneinde ze in de toekomst van dit terrein
te weren. Spreker denkt daarbij niet in de eerste plaats aan
de pogingen, die door de communisten worden aangewend
De Voorzitter vraagt of die revolutionnair zijn in dien zin.
De heer van Weizen zegt, dat de communisten zich stellen
op den bodem van de burgerlijke democratie onder de huidige
omstandigheden; met betrekking tot de weermacht stellen
zij zich niet op het standpunt, dat zij het Nederlandsche
volk weerloos zouden willen overleveren in den zin, dien de
tegenstanders der communisten er vaak aan meenen te
moeten toekennen. De communisten meenen echter, dat de
weermacht in de huidige omstandigheden niet volledig aan
haar doel, de verdediging van de onafhankelijkheid van
Nederland, kan beantwoorden.
Spreker meent ook voor zijn partij het recht te mogen
opeischen om gebruik te maken van de terreinen, die de
gemeente in eigendom heeft en sluit zich aan bij het voorstel
van den heer van Eek.
De heer van der Laan erkent, dat het algemeen belang
moet gaan boven de belangen van een of andere vereeniging,
maar heeft toch als vertegenwoordiger van de Drie-October-
Vereeniging, die bij haar feesten ter herdenking van Leiden's
Ontzet altijd de beschikking heeft gehad over het Schutters
veld, niet alleen met belangstelling, doch ook met teleur
stelling kennis genomen van het voorstel van het College.
Genoemde vereeniging heeft haar benoodigdheden geborgen
in een groote loods, die op het Schuttersveld is geplaatst.
De overbrenging van deze loods naar het nieuwe terrein zal
groote kosten met zich brengen.
Wanneer de exploitanten van de vermakelijkheden weten,
dat het nieuwe terrein ver buiten de stad ligt en zij er met
hun wagens moeilijk kunnen komen, zal dit een ontzettend
nadeeligen invloed hebben op de bedragen, waarvoor zij
inschrijven.
Het publiek zal, indien het weet een langeren weg naar
het feestterrein te moeten afleggen, in veel geringere mate
komen. Ook het aantal vreemdelingen zal in sterke mate
verminderen.
Geen enkele vereeniging kan er in slagen, zooveel vreemde
lingen naar Leiden te trekken als de Drie-October-Vereeniging.
Verleden jaar bezochten ongeveer 100.000 vreemdelingen
de stad. In hun feeststemming zijn de vreemdelingen royaal
en dit komt den neringdoenden ten goede. Meer dan door
de aanneming van dit voorstel zou dan ook het belang van
de gemeente gediend zijn, indien men op het Schuttersveld
het Sportfondsenbad bouwde, een sportpark aanlegde, dat
Militair oefenterrein Haagweg.
(van der Laan e.a.)
tevens geschikt was voor het houden van openbare volks
feesten, en de gelegenheid schiep voor het houden van ten
toonstellingen.
Spreker heeft echter vernomen, dat de uitbreidings
plannen door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd en
daardoor kan men in de bestemming, welke het Schuttersveld
in die plannen gekregen heeft, geen verandering meer brengen.
Toch geeft spreker het College in overweging, het Schutters
veld zoo lang mogelijk voor zijn tegenwoordige bestemming
te behouden, vooral ook, omdat nog niets bekend is omtrent
de plannen voor den bouw van een nieuw spoorwegstation
en den aanleg van een nieuwen verkeersweg. In alle geval
vestigt spreker met nadruk de aandacht van het College
op de belangen van de Drie-October-Vereeniging en van het
groote gedeelte van de burgerij, dat belang heeft bij de feest
viering op 3 October.
Indien het voorstel van den heer van Eek werd aangenomen,
zou de Kroon het Baadsbesluit niet goedkeuren, maar zou
ook de Burgemeester het recht hebben, het besluit niet uit
te voeren. Bij Koninklijk besluit van 25 September 1936 is
vernietigd het besluit van Burgemeester en Wethouders van
Botterdam van 25 Augustus 1936, waarbij zij aan de besturen
van het Plaatselijk Arbeids-Secretariaat, de Eevolutionnair
Socialistische Arbeiderspartij en den Algemeenen Werkloozen-
bond een gedeelte van het gemeentelijke Nenijto-terrein op
29 Augustus 1936 in gebruik hadden gegeven voor het
houden van een bijeenkomst. De Burgemeester van Botter
dam had dit besluit ingevolge het bepaalde in het tweede
lid van art. 76 der Gemeentewet niet ten uitvoer gebracht,
daar het doel van de bijeenkomst was, te protesteeren tegen
de door de Begeering voorgenomen wijziging van de steun
regeling voor werkloozen en het in strijd met het algemeen
belang moet worden geacht, dat het gemeentebestuur voor
zoo'n doel medewerking verleent aan vereenigingen, welke
om de doeleinden, die zij nastreven of de middelen, die zij
aanwenden, afbreuk doen aan het openbaar gezag.
Hierbij was dus nog niet eens sprake van ,,een revolution
nair doel" of „revolutionnaire propaganda", waarvan ge
sproken wordt in het huurcontract. Toch heeft de Kroon
zich aangesloten bij de beslissing van den Burgemeester van
Botterdam. Om die reden zal spreker tegen het voorstel
van den heer van Eek stemmen.
De heer Beekenkamp heeft zich verwonderd over het voor
stel van den heer van Eek, maar nog meer over de toelichting,
die deze daarvan gegeven heeft. Het is mode geworden,
in Nederland te spreken over een ommekeer van de S.D.A.P.
De heer van Eek heeft zich aan deze mode onderworpen,
door in de maand Juli 1936 in het veertiendaagsch orgaan
van de S.D.A.P. „De Sociaal-Democraat" een artikel te
schrijven, waarin hij deed uitkomen, dat de S.D.A.P. zich
gaarne aan dien ommekeer wil onderwerpen, omdat het
langzamerhand tijd wordt, dat deze partij aan de Begeering
gaat deelnemen. Wanneer deze partij inderdaad Begierungs-
fahig wil worden, is het van den heer van Eek zeer onver
standig een voorstel als dit in te dienen.
Langzamerhand was bij een deel van de Nederlandsche
bevolking de overtuiging levendig geworden, dat de S.D.A.P.
tegenwoordig veel minder revolutionnair is dan zij vroeger
was. Door dit voorstel van den heer van Eek, en vooral
door diens toelichting, komt echter de ware, revolutionnaire
aard van de S.D.A.P. weer naar voren. Spreker onderschrijft
Volkomen het zinnetje uit het artikel van den heer van
Eek, waarin staat, dat er slechts één macht in Nederland is,
die in staat is het fascisme spreker voegt er aan toe:
en elke andere revolutionnaire beweging te dwingen, zijn
actie te houden binnen de perken van de wet, n.l. het publiek
gezag. Dat is volkomen juist. Het publiek gezag heeft ook
getoond, dat het voor deze taak berekend is, getuige het
door den heer van der Laan aangehaald Koninklijk Besluit
inzake het verhuren van de Nenijto-hallen. Daarmee heeft
het zeer duidelijk gedemonstreerd, dat het van welke revolu
tionnaire gezindheid ook niets moet hebben en dat het op
terreinen of eigendommen van de gemeente niet duldt eenige
propaganda voor het bestrijden van het wettig gezag. Het
verbaast spreker dus in hooge mate, dat in deze phase van
omkeering van de S.D.A.P. de heer van Eek met een voorstel
als dit komt. Het is spreker overigens persoonlijk niet on
welkom, omdat hij overtuigd is, dat het op het oogenblik
met die verandering van de S.D.A.P. zoo'n vaart niet loopt.
Daarom zal spreker tegen dit voorstel-van Eek stemmen.
De heer Würtz zal als goed vaderlander natuurlijk tegen
het voorstel-van Eek stemmen; het zou toch een dwaasheid
zijn gelegenheid te geven tot uiting van revolutionnaire en
anti-militairistische gedachten op een exercitieveld, dat door