Vergadering van Maandag 1 Februari 1937.
MAANDAG 1 FEBKUAKI 1937.
1
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter:
de heer Burgemeester Mr. A. VAN DE SANDEBAKHUYZEN.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een regent van het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis. (1)
2° Benoeming van vier leden van de Commissie van Toezicht
op de Bewaarscholen. (2)
3° Benoeming van een onderwijzeres aan de opleidings
school voor u. 1. o. aan de Drie-Octoberstraat. (3)
4° Benoeming van een stadsgeneesheer voor het tijdvak
1 Januari 19371 Januari 1938. (5)
5° Benoeming van een tijdelijk leerares in het Duitsch
aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus. (4)
6° Voorstel tot het verlengen van de aanstelling vanMej.
Dra. A. Hiemstra als tijdelijk leerares in de wis-
en natuurkunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes. (4)
7° Voorstel tot het verlengen van de aanstelling vanMej.
Dra. A. P. Keesom als tijdelijk leerares in de natuur
kunde, mechanica en cosmografie aan de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes. (4)
8° Voorstel tot het verlengen van de aanstelling vanMej.
L. J. M. Tummers als tijdelijk leerares in de wiskunde
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (4)
9° Voorstel tot het verlengen van de tijdelijke opdracht
aan Mr. Dr. H. D. M. Knol tot het geven van onder
wijs in de handelswetenschappen aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes. (4)
10° Voorstel tot het overnemen in eigendom bij de
gemeente van verschillende voor straat bestemde
strookjes grond. (6)
11° Voorstel inzake het wijzigen van de met A. Backer,
te Beiden, aangegane -overeenkomst betreffende de
verpachting van het Hotel „den Burcht" c.a. (7)
12° Voorstel inzake het ondershands verpachten van het
baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werk
zaamheden aan Kuyf's Vuil- en Baggerbedrijf N. V.,
te Nieuwkoop. (8)
13° Voorstel:
a. tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve
van den aanleg van een militair oefenterrein met
sportveld op de gronden nabij den Haagweg ten zuiden
van de Toussaintkade
b. tot het verhuren van het sub a genoemde oefenterrein
met sportveld aan den Staat der Nederlanden. (9)
14° Voorstel tot het verkoopen aan den Staat der Neder
landen van het vischrecht op de z.g. Vroonwateren,
gelegen onder de gemeenten Warmond, Alkemade, Eijn-
saterwoude en Woubrugge. (10)
15° Praeadvies op het verzoek van de N. V. Leidsche
Duinwater Maatschappij om toestemming tot het ver
koopen van eenige perceelen duingrond gelegen onder
de gemeente Katwijk aan die gemeente. (11)
16° Voorstel tot wijziging van de Verordening, regelende
de heffing van leges- en expeditiegelden ter Secretarie,
bij het Oud-Archief en aan het Bureau van den Burger
lijken Stand te Leiden. (12)
17° Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden ten
behoeve van het uitbreiden van de zweminrichting
„De Zijl". f131
(13)
18° Voorstel:
a. inzake het ingebruikgeven van een gedeelde van de
fabrieksgebouwen aan de le Looierstraat aan de
Commissie voor Ontwikkeling en Ontspanning van
Werkloozen, voor het daarin oprichten en exploi-
teeren van een centrale werkplaats voor jeugdige
werkloozen
b. tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve
van de op- en inrichting van de sub a bedoelde
werkplaats en de exploitatie daarvan gedurende 1937.
(14)
(Voorzitter e.a.)
18a Voorstel tot het verkoopen van een perceel bouwterrein
op den hoek van de Cobetstraat en de Fruinlaan, kad.
bekend gemeente Leiden, Sectie M No. 5551 (ged.) aan
J. W. Eeijneveld q.q., te Leiden. (16)
19° Voorstel inzake reorganisatie van de Stedeüjke Werk
inrichting. (15)
20° Beantwoording van de interpellatie van den heer Goslinga
inzake de bestelling van radiatoren voor de verwarming
van het nieuwe Eaadhuis.
Tegenwoordig zijn 33 leden, namelijk: de heeren van Eek,
Snel, Coster, mevrouw Braggaar, de heeren Würtz, Eikerbout,
Goslinga, Dubbeldeman, Beekenkamp, mevrouw de Cler,
de heeren van der Eeijden, Tobé, Valentgoed, Jongeleen,
van der Kwaak, van der Voort, Hessing, Wilmer, Wilbrink,
Lombert, van Weizen, van der Laan, Schüller, Bergers,
van Stralen, Verweij, Tepe, Carton, Groeneveld, Manders,
de Eeede en van Eosmalen.
Afwezig zijn de heer Splinter, wegens ongesteldheid en de
heer Schoneveld, wegens werkzaamheden; er is één vacature.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
21 December 1936 worden goedgekeurd.
De Voorzitter houdt de volgende toespraak:
Dames en Heeren. Wij beginnen onze werkzaamheden in
dit jaar helaas door wederom een te herdenken, die door
den dood aan Uw vergadering kwam te ontvallen. Hoe wars
Uw medelid, de heer J. M. Vos ook was van het vragen
van aandacht voor zijn persoon, zoo zou hij het mij toch niet
euvel geduid hebben, met enkele woorden te trachten uit
drukking te geven aan de gevoelens, die ongetwijfeld den
geheelen Eaad hebben bezield, nu wij hier een stoel niet
langer bezet zien door een man, die door zijn persoonlijkheid,
zijn karakter en zijn hoofsche manieren ons aller vriend
schap gewonnen had.
Nadat hij gedurende bijna 40 jaren de gemeente als onder
wijzer bij het lager onderwijs voortreffelijke diensten bewezen
had, werd hij op gevorderden leeftijd afgevaardigd om de
algemeene belangen der gemeente te helpen verzorgen.
Over de wijze, waarop hij die taak, die hij wat zijn politieke
overtuiging betreft hier alleen had te volbrengen, is slechts
met den grootsten lof te spreken. Wie verstond beter dan hij
de kunst om zijn van nauwgezette voorbereiding getuigende
inzichten, in bondigen, kernachtigen en voortreffelijken vorm
aan ons voor te dragen? Hoe wist hij zijn gehoor door keurige
en geestige voordracht te boeien en hoe wist hij de nauw
gezetheid van den onderwijzer, die hem vakmatig bijbleef,
ook in den Eaad op onschoolsche, maar doeltreffende wijze
aan onze besluiten ten goede te doen komen!
Het onderwijs had vanzelfsprekend zijn voornaamste
belangstelling en hij sierde dan ook de Commissie van Advies
voor de zaken dat onderwerp rakende, maar zijn belang
stelling reikte veel verder, naar uit zijn opmerkingen bleek
en naar ook de burgerij, wier samenleving hij in tal van
nuttige instellingen en commissies trouw diende, heeft
gewaardeerd.
Niet alleen door de burgerij, maar ook door ons wordt
aan dezen hoogstaanden, plichtniatigen man, een dankbare
herinnering bewaard.
Den heer Wilbrink spijt het meer dan hij zeggen kan, dat
hij thans het woord heeft moeten vragen voor het afleggen
van een verklaring naar aanleiding van zijn optreden in de
vorige vergadering, toen hij zich tegenover zijn geacht en
gewaardeerd medelid, den heer Vos, enkele uitdrukkingen
heeft veroorloofd, terwijl het niet alleen met het oog
op den leeftijd, maar ook in verband met de persoonlijkheid
van den heer Vos spreker niet paste, die uitdrukkingen te
gebruiken.
Spreker verheugt er zich nu over, dat hij met het aanbieden
van zijn verontschuldigingen aan den heer Yos niet heeft
gewacht tot deze vergadering, hetgeen hij enkele dagen na
de vorige vergadering van plan was te doen.
Na de vorige vergadering gevoelde spreker geen rust en
kon hij zich niet vereenigen met het denkbeeld het Kerstfeest
te zullen vieren, voordat hij zijn leedwezen over het gebeurde
tegenover den heer Yos had uitgesproken.
Spreker is er dankbaar voor, dat hij dit persoonlijk heeft
kunnen doen buiten den Eaad om en de heer Yos hem zijn
erkentelijkheid daarvoor heeft betuigd, daarbij verklarende,
dat indien hij een goed Kerstfeest mocht vieren, de woorden
door spreker geuit daartoe zeker in ruime mate zouden
bijdragen.
Spreker heeft den heer Vos natuurüjk medegedeeld, zijn