11
300.is begrepen voor eventueel door patiënten van
„Endegeest" uit te voeren grondwerken.
Op verzoek van den Geneesheer-Directeur heeft de Direc
teur van Gemeentewerken mede de vraag onder oogen
gezien, of, ter verbetering van den afvoer van rioolstoffen
van de gestichten „Endegeest" en „Voorgeest", ook de
rioleering van deze beide inrichtingen op de nieuwe van
„Rhijngeest" zou kunnen worden aangesloten. De riool-
stoffen van deze gestichten worden thans in een zich nabij
het ketelhuis bevindende put verzameld en vandaar naar
de vloeivelden gepompt; deze wijze van afvoer voldoet
echter in de praktijk niet meer, omdat door den te grooten
toevoer van rioolstoffen en regenwater een gedeelte van de
vloeivelden steeds onder water staat, terwijl in het overige
gedeelte het water niet voldoende wegzakt.
Een gedeelte van de vloeivelden wordt dus voortdurend
aan de beteling onttrokken, terwijl het andere gedeelte
niet goed beteelbaar is.
Bij bovenbedoeld onderzoek nu is gebleken, dat de riool-
uitmondingen in den verzamelput te diep zijn gelegen,
zoodat een natuurlijke afvloeiing van rioolstoffen door een
te leggen riool in aansluiting aan de geprojecteerde riolee
ring van „Rhijngeest" niet mogelijk is. Afvoer van de
rioolstoffen naar laatstgenoemde rioleering zou mitsdien
alleen mogelijk zijn door het leggen van een persleidingen
met inschakeling van een electrisch gedreven rioolwater
pomp, in welk geval de geprojecteerde rioleering van „Rhijn
geest" tevens een grootere doorsnede zou moeten verkrijgen.
De kosten van de persleiding met toebehooren (zie tee-
kening A 8. Y. 1329) worden door den Directeur globaal
op 6500.geraamd, terwijl het geven van een grootere
doorsnede aan de rioleering van „Rhijngeest" naar raming
een extra uitgaaf van 1400.vordert.
Hoewel de aanleg van een persleiding tegelijk met de
verbetering van de rioleering van „Rhijngeest" naar onze
meening de beste oplossing zou zijn, weerhouden de daaraan
verbonden hooge kosten (ƒ11.800.ons ervan een daartoe
strekkend voorstel aan Uw College te doen; de verbetering
van de rioleering van „Endegeest" en „Voorgeest", hoe
wenschelijk zij op zich zelve ook moge zijn, is overigens
minder urgent dan die van de rioleering van „Rhijngeest",
zoodat wij ons voorshands alleen tot verbetering van laatst
genoemde rioleering wenschen te beperken. Opdat echter
niet de té geringe doorsnede van de rioleering van „Rhijn
geest" een beletsel zal vormen om daarop een eventueel
later aan te leggen persleiding aan te sluiten, komt het
ons wel noodig voor aan de rioleering van „Rhijngeest"
reeds thans de in dat geval vereischte doorsnede te geven,
waardoor de totale kosten 3900.j- 1400.5300.
zullen bedragen.
Mitsdien geven wij Uw College in overweging den Raad
voor te stellen voor den aanleg van een nieuwe rioolleiding
op het terrein van „Rhijngeest", als boven omschreven,
een bedrag van ƒ5300.beschikbaar te stellen.
De beantwoording van de vraag, of de beschikbaarstelling
van dit bedrag zal geschieden in den vorm van kapitaal
verstrekking door de gemeente aan onze inrichtingen, dan
wel door beschikking over de middelen van het afschrijvings-
en vernieuwingsfonds, meenen wij aan Uw College te moeten
overlaten.
De Commissie van Beheer over de gestichten
Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest,
M. G. Verwey, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 25. Leiden, 12 Februari 1937.
Ra openbare aanbesteding werd voor het tijdvak 1 Februari
19361 Februari 1937 het uit- en inwendig schoonmaken
van de gemeentegebouwen c.a., het bedienen van de kachels
en de centrale verwarmingen, het vegen van de schoor-
steenen enz. gegund aan de laagste insehrijfster, de te
Amsterdam gevestigde N.V. Chemische en Mechanische Stof-
bestrijdings Onderneming (C.E.M.S.T.O.) voor 49.800.
behoudens meer en minder werk.
Met de aanneemster zijn besprekingen gevoerd over ver
lenging van de overeenkomst. Zij deed daarbij in de eerste
plaats een aanbieding voor den tijd van één jaar onder de
bestaande voorwaarden voor een bedrag van ƒ45.277.
In verband met in den loop van het contractjaar plaats
gehad hebbende veranderingen in den omvang van den
schoonmaak en de voor het nieuwe tijdvak bovendien aan
te brengen wijzigingen in de omschrijving van de werk
zaamheden, moet tegenover die som als vergelijkbaar thans
geldend bedrag worden gesteld ƒ46.093.
De Cemsto heeft echter daarnaast nog een aanbieding
gedaan. Zij is n.l. ook bereid een nieuwe overeenkomst met
de gemeente aan te gaan tot 31 December 1939 (dus voor
bijna 3 jaren) tegen ƒ41.160.per jaar, mits eenige ver
anderingen ten aanzien van de personeel s-bepalingen worden
ingevoerd. De voornaamste verandering voor de overige
wijzigingen mogen wij naar den desbetreffenden staat ver
wijzen beoogt een verlaging van het loon van de werk
sters en schoolschoonmaaksters van 0.35 tot 0.30 per uur.
Gaat de gemeente derhalve met een en ander accoord,
dan kan de aannemingssom op 41.160.per jaar worden
bepaald, hetgeen 4117.lager is dan bij een aanbesteding
op de bestaande voorwaarden. Gelet o.a. op de loonen,
welke hier en elders aan werksters worden betaald, acht de
meerderheid van ons College, evenals de grootst mogelijke
meerderheid van de Commissie van Fabricage, voor invoering
van deze wijziging alle aanleiding aanwezig. Ook de door
de aanneemster gevraagde nieuwe prijs achten wij aan
nemelijk.
En waar nu de Vennootschap in het afgeloopen jaar tot
tevredenheid van de Diensthoofden haar verplichtingen is
nagekomen, komt ons, mede met het oog op het groote
belang van continuïteit in deze, een onderhandsche opdracht
alleszins gewettigd voor.
Onder mededeeling, dat reeds een regeling werd getroffen
voor voortzetting van de werkzaamheden gedurende de maand
Februari, en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter
visie liggende stukken, geven wij Uw Vergadering mitsdien
in overweging het in- en uitwendig schoonmaken van gemeente
gebouwen, met toebehooren, het bedienen van kachels en
centrale verwarmingen, het vegen van schoorsteenen en
rookkanalen enz., op te dragen aan de N.V. Chemische en
Mechanische Stofbestrij dings Onderneming, gevestigd te
Amsterdam, voor den tijd van 1 Maart 1937 tot en met
31 December 1939 voor 41.160.per jaar, zulks overeen
komstig de geldende voorwaarden, echter gewijzigd, zooals
in den overgelegden staat is aangegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
N°. 26. Leiden, 12 Februari 1937.
Bij de behandeling van ons voorstel om aan de Boer-
haavestraat den naam le Binnenvestgracht te geven werd
door ons in Uw Vergadering van 7 December 1936 toe
gezegd, dat wij zouden nagaan, of aan het oorspronkelijke
gedeelte van de le Binnenvestgracht de naam 2e Binnen
vestgracht gegeven zou kunnen worden. In overeenstemming
met het gevoelen van de Commissie van Fabricage zijn wij
van oordeel, dat deze naamsverandering op historische
gronden en met het oog op het feit, dat vernummering
van het nieuwe gedeelte van de le Binnenvestgracht dan
niet behoeft plaats te vinden, aanbeveling verdient.
De vraag, gesteld bij de behandeling in de secties van
de begrooting voor het jaar 1937, of aan de Korte Koppen-
hinksteeg een andere naam dient te worden gegeven, be
antwoorden wij bevestigend. Door amoveering van de huizen
aan de Noordzijde heeft deze steeg haar karakter verloren,
terwijl de zoo ontstane open ruimte thans één geheel vormt
met de Kaasmarkt. Wij en met ons de Commissie van
Fabricage zijn dan ook van meening, dat deze ruimte
bij de Kaasmarkt moet worden getrokken.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer neergelegde
stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging:
1°. aan de le Binnenvestgracht, voorzoover gelegen tusschen
de Nieuwe Beestenmarkt en de Steenstraat, den naam
2e Binnenvestgracht te geven;
2°. de Korte Koppenhinksteeg te doen vervallen en aan
het gedeelte straat en open ruimte, gelegen tusschen de
Hooigracht en de Kaasmarkt, den naam Kaasmarkt te geven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 27. Leiden, 12 Februari 1937.
Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd rapport geeft
de Directeur van Gemeentewerken in overweging het terrein
aan de Zuid-Oostzijde van de Thorbeckestraat, hetwelk