MAANDAG 21 DECEMBEB 1936.
309
Sportfondsenbad.
(Verweij e.a.)
heeft niet om gemeente-subsidie gevraagd en dan heeft
spreker geen vrijheid, haar subsidie op te dringen; in het
algemeen is spreker het echter eens met het principe van
den heer Goslinga, dat het gewenscht is daarvoor ruiterlijk
uit te komen.
Spreker kan niet ingaan op het voorbeeld van het Sport
fondsenhad in Apeldoorn; hij kan de plaatselijke omstandig
heden daar niet beoordeelen; in Apeldoorn is echter nog een
zeer groot natuurbad in de bosschen; spreker kan niet
beoordeelen, in hoever dit het Sportfondsenbad concurrentie
aandoet. In Leiden heeft men zoo'n natuurbad echter niet;
hier heeft men behoefte aan een open zweminrichting, die
gecombineerd wordt met een overdekt zwembad, met gunstige
perspectieven ten aanzien van de exploitatie-mogelijkheid.
Mocht later blijken, dat de exploitatie niet mogelijk is, dan
zal men weer moeten zien, maar bij voorbaat subsidie geven
aan menschen, die er niet om vragen, is van spreker niet te
verwachten.
Ten aanzipn van het gemengde zonnebaden en het gemengd
baden staan hier twee standpunten tegenover elkaar. De
heeren Wilmer c.s. verlangen een absoluut verbod, de sociaal
democraten willen daartoe gelegenheid geven. Voor beide
standpunten is zeer veel te zeggen, wanneer men ze bij elkaar
eerbiedigt; men moet niet elkaar op grond van zijn meening
verketteren, maar trachten iets te bereiken door de stand
punten tot elkaar te brengen. Daarom gevoelt spreker er
het meest voor de door hem namens het College geopperde
suggestie te aanvaarden; in het algemeen zal dan het ge
mengd baden verboden zijn, behoudens bij wedstrijden en
voor vereenigingen, die de geheele inrichting huren, om
althans dit niet onmogelijk te maken. Het is in het geheel
niet de bedoeling dit voorstel daarmee binnen te halen, maar
wel degelijk om den Baad zooveel mogelijk tegemoet te
komen van beide kanten; het is niet de bedoeling daarmee
de hand te lichten, maar om dit te beperken tot die gelegen
heden, waarvan het bestuur van het Sportfondsenbad aan
nemelijk maakt, dat dit moet gebeuren.
De Voorzitter zegt, dat elk bijzonder geval zal overwogen
worden.
De heer Wilbrink zegt, dat toch niet allerlei vereeniginkjes
gevormd zullen worden met het doel daar gemengd te gaan
zwemmen.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer Verweij zegt, dat de heer Wilmer in zijn amende
ment tot opneming van nog 4 voorwaarden voorstelt deze
toe te voegen aan de voorwaarden, genoemd onder punt b
van het voorstel van het College, maar punt b heeft betrekking
op de erfpacht; spreker verzoekt den voorstellers dit te
veranderen in a. Het is het College niet duidelijk, wat het
gemengd baden te maken heeft met de erfpacht. Die redactie
verbetering is in het belang van de zaak.
Spreker geeft den drie voorstellers in overweging, dat zou
de beste oplossing zijn, hun amendement in te trekken en
de door spreker namens het College geopperde suggestie te
aanvaardendan worden de belangen van de ingezetenen het
best gediend.
De heer Wilmer wijzigt na en vertrouwend op de ver
klaring van den Wethouder dat een zoo spaarzaam gebruik
van de gelegenheid tot gemengd zwemmen zal worden ge
maakt als hij namens het College toezegde, punt 2 van zijn
amendement, dat strekt tot het verbieden van gemengd
baden, in den zin als door den Wethouder aangegeven.
Spreker handhaaft echter zijn amendementen betreffende
de sluiting van de inrichting op Zondag van 9 tot 12 uur
en betreffende het laten voortduren van het toezicht ook
na den afloop van het financieel contract; daarover kan de
Eaad stemmen.
De Voorzitter zegt, dat de heer Beekenkamp het
juist inziet, dat men het zwemmen niet kan onderbrengen
bij de volgens art. 1 der Zondagswet op Zondag niet geoor
loofde werkzaamheden, maar dat het zwemmen ook geen
publieke vermakelijkheid is, die onder art. 4 van de Zondags
wet valt.
De heer Beekenkamp acht het daarom noodig, dit in de
voorwaarden op te nemen, omdat anders het Sportfondsenbad
ten aanzien van de openstelling op Zondag volkomen vrij
heid heeft.
De Voorzitter neemt het amendement-Wilmer c.s. tot
verplichte aanwijzing van een persoon, die contróle zal uit-
Sportfondsenbad.
(Voorzitter e.a.)
oefenen over de exploitatie van de zweminrichting, enz.
namens het College over.
Spreker ontraadt namens het College het amendement-
Wilmer tot vastlegging der garantie-voorwaarden in een
contract, dat zal gelden voor den tijd, gedurende welken de
erfpachtscanon verschuldigd zal zijn.
Spreker deelt mede, dat de heer Wilmer c. s. de aandui
ding „punt ft", voorkomende in hun drie amendementen*
hebben gewijzigd in „punt a" en dat van het amendement-
Wilmer c.s. tot het verbieden van gemengde zonnebaden
enz., door de voorstellers voorts punt 2 aldus is gewijzigd,
dat het thans luidt:
„2. dat er geen gelegenheid gegeven zal worden voor
gemengde baden, met dien verstande, dat in elk bijzonder
geval door Burgemeester en Wethouders daarvan afwijking
kan worden toegestaan."
Aanneming van punt 3 van dit amendement wordt door
het College ontraden.
Punt 4 van dit amendement wordt door spreker namens
het College overgenomen, in dien zin dat de uren van open
stelling, de tarieven, loonen enz. aan de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders zullen zijn onderworpen.
De heer Hessing vraagt, of bij de nieuwe redactie van
punt 2 van het amendement-Wilmer voor bestaande ver
eenigingen, die de inrichting wenschen te huren, de moge
lijkheid zal bestaan haar leden gemengd te doen zwemmen.
De Voorzitter zegt, dat elk bijzonder geval onderzocht
zal worden.
Het amendement van den heer Wilmer c.s., luidende:
„Ondergeteekenden stellen voor, om art. 18 der onder
punt a van het voorstel, vervat in Ingek. Stuk 222, bedoelde
voorwaarden, luidende:
„Bovenstaande voorwaarden zullen worden vastgelegd in
een contract, dat zal gelden voor den tijd, gedurende welken
de gemeente nog eenig financieel risico loopt,",
aldus te lezen:
„Bovenstaande voorwaarden zullen worden vastgelegd
in een contract, dat zal gelden voor den tijd, gedurende
welken de N.V. „Sportfondsenbad Leiden" een jaarlijkschen
erfpachtscanon aan de gemeente Leiden verschuldigd
zal zijn."
wordt verworpen met 22 'tegen 13 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Verweij, Valentgoed, Schüller,
van Stralen, Vos, van Weizen, Dubbeldeman, de Eeede,
Groeneveld, van Eek, Würtz, van der Voort, Hessing,
mevrouw de Cler, mevrouw Braggaar, de heeren Coster,
van der Laan, Snel, Jongeleen, Carton, Tepe en Splinter.
Vóór stemmen: de heeren Lombert, Bergers, Wilbrink,
Manders, Goslinga, Wilmer, van Eosmalen, Tobé, van der
Eeijden, Schoneveld, van der Kwaak, Eikerbout en
Beekenkamp.
(Ook de heeren Wilmer, de Eeede, van Eosmalen en
Groeneveld waren inmiddels ter vergadering gekomen.)
Het gewijzigde amendement van de heeren Wilmer,
Wilbrink en Beekenkamp, luidende:
„Ondergeteekenden stellen voor, om aan de onder punt a
van het voorstel, vervat in Ingek. Stuk 222, bedoelde voor
waarden alsnog de volgende voorwaarden toe te voegen
1°. dat er geen gelegenheid gegeven zal worden voor
gemengde zonnebaden;
2°. dat er geen gelegenheid gegeven zal worden voor
gemengde baden, met dien verstande, dat in elk bijzonder
geval door Burgemeester en Wethouders daarvan afwijking
kan worden toegestaan;
3°. dat de overdekte bad- en zweminrichting met buiten
bassin des Zondags tusschen 9 en 12 uur gesloten zullen zijn;
4°. dat het rooster van openstelling der inrichting de
goedkeuring zal behoeven van B. en W„ die in dat rooster
wijzigingen kunnen aanbrengen na overleg met de N.V.
„Sportfondsenbad Leiden"
wordt gesplitst in stemming gebracht.
Het onderdeel sub. 1°, strekkende dat geen gelegen
heid zal worden gegeven tot gemengde zonnebaden, wordt
aangenomen met -20 tegen 15 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Lombert, van Stralen,
Bergers, Wilbrink, Manders, Goslinga, Wilmer, de Eeede,
van Eosmalen, Würtz, Tobé, Coster, van der Eeijden,
Schoneveld, van der Kwaak, Eikerbout, Beekenkamp, Tepe
en Splinter.