140 kleedzalen, en voorts een buitenbassin met een lengte van 50 M. en een breedte van 15 M. De overdekte inrichting kan later, desgewenscht, op betrekkelijk eenvoudige wijze met een afzonderlijk ondiep, z.g. kinder- en instructiebassin worden uitgebreid. Oorspronkelijk is er sprake van geweest de overdekte inrichting met een verschuifbare kap te maken; het nieuwe plan sluit deze mogelijkheid uit, daar er geen ruimte is voor een plat dak, waarover de kap kan worden geschoven. Evenwel bestaat tegen een vaste kap geen bezwaar, aangezien er tevens een vrij groot buitenbassin komt. De canon van bet in erfpacht te geven terrein, dat een grootte heeft van 4370 M2., dient te worden berekend naar een rente van 4 en een grondwaarde van 33.200.welke laatste als volgt is becijferd: Yan het terrein is bij het uitbreidingsplan een gedeelte voor sport- en speelterrein bestemd, en het restant voor woningbouw. Voor laatstgenoemd gedeelte is verschuldigd de waarde van bouwrijpen grond; voor het andere gedeelte kan worden volstaan met vergoeding van den kostprijs. Men komt alzoo tot een totaal bedrag van rond 33.200. of, naar 4 tot een canon van 1.328.Ten aanzien van dit terrein zal de gemeente kunnen volstaan met verbreeding van het betrokken gedeelte van den Maredijk; de kosten, welke ten laste van het Grondbedrijf komen, als behoorende tot de kosten van bouwrijp maken, worden geraamd op f 5.000.—. De Sportfondsen participeeren zelf voor een bedrag van ten minste 25.000.in de bouwkosten (zonder grond), zoodat de gemeente zal hebben te garandeeren de rente en aflossing van een leening van ten hoogste 95.000.met een looptijd van 20 a 30 jaren. Op de mede overgelegde exploitatiebegrooting wordt der halve slechts rente uitgetrokken over dit bedrag van 95.000.De verdere uitgaven-ramingen zijn geschied met inachtneming van de ervaring, die bij overeenkomstige in richtingen elders is opgedaan. De raming van het aantal baden, die uiteraard de voor naamste ontvangsten leveren, is o. i., wanneer men ver gelijkingen met andere inrichtingen trekt, eveneens ver antwoord. Bij het ontwerpen van de tarieven moest natuurlijk rekening worden gehouden zoowel met het belang der ge meente, als met dat van de Sportfondsen zelf bij een sluitende rekening, doch deze omstandigheid belet niet, dat des zomers populaire tarieven 'in uitzicht kunnen worden gesteld van 12£ cent voor volwassenen en van 10 cent voor kinderen, ongeveer overeenkomende met de gewone tarieven, die voor de inrichting aan het Eijn-Schiekanaal golden. Ook ligt het in het voornemen om vereenigingen en dgl. in de gelegenheid te stellen haar leden tegen aanzienlijk gereduceerde prijzen te laten zwemmen; door deze maatregelen zal de inrichting voor een breede laag der bevolking toegankelijk zijn. Tenslotte nog enkele korte opmerkingen over het risico, dat de gemeente door het verleenen van de garantie loopt. Wij wezen er boven reeds op, dat het risico der gemeente gunstig wordt beïnvloed door het. instituut der spaarders. Niet slechts, dat een gedeelte der bouwkosten uit eigen middelen wordt gefinancierd momenteel zijn er bijna 500 spaarders met een gestort bedrag van 22.000.maar door de voortgaande stortingen zal op de leening ook extra kunnen worden afgelost, waardoor de rentelast vermindert en het risico voortdurend kleiner wordt. En wanneer bekend wordt, dat de gemeente de plannen definitief steunt, zal het aantal spaarders, en daarmede de stortingen, ongetwijfeld in sterkere mate toenemen. Verder wordt er de aandacht op gevestigd, dat de exploi- tatieraming nog is opgezet naar een rente van terwijl wellicht tegen een lagere rente zal kunnen worden geleend. Een andere voor de exploitatie gunstige factor is, dat aan uitbreiding van zwemgelegenheid een dringende behoefte bestaat; dit zal het gebruik van de inrichting zeer zeker stimuleeren en wij hebben dan ook alle vertrouwen, dat de onderneming zal slagen. Voorts zij opgemerkt, dat de gemeente de kosten van onderhoud, enz. der inrichting aan het Bijn-Schiekanaal voor het grootste gedeelte uitspaart. Bovendien mag bij de beoordeeling van het risico, dat de gemeente in deze zou kunnen loopen, vooral niet uit het oog worden verloren, dat de gemeente door de uitschakeling van de zweminrichting aan het Eijn-Schiekanaal in een uitzonderlijke positie is geplaatst, die haar noopt op korten termijn in meerdere zwemgelegenheid te voorzien. En gesteld voor de vraag op welke wijze daarin het best kan worden voorzien, aarzelen wij niet te verklaren, dat de thans voor handen oplossing met het daaraan verbonden, o. i. beperkte risico, verre de voorkeur verdient boven het andere alter natief, den bouw van een eigen inrichting met de daaraan verbonden zorgen en lasten van de exploitatie. Men bedenke daarbij, dat zelfs een eenvoudige open zwem inrichting een belangrijke uitgaaf vergt, en dat de gemeente daartegenover thans in de gelegenheid is, behalve een buiten bassin, een overdekte inrichting te verkrijgen, dit onder geen andere verplichting dan de garantie van een leening, welke door de exploitatie-mogelijkheden gedekt mag worden geacht. De in de Leeskamer ter visie gelegde voorwaarden, aan de erfpacht en de garantie te verbinden, met welke voorwaarden de Sportfondsen zich kunnen vereenigen, behoeven geen toe lichting. Zij zijn er op gericht om aan de gemeente voldoende zeggenschap te geven, zonder aan de eigenares de voor een goede exploitatie noodige vrijheid van beweging te ontnemen. Volledigheidshalve voegen wij aan het bovenstaande nog toe, dat van den heer A. Koster te Haarlem in Maart 1935, nadat dus het overleg tusschen de „Sportfondsen" en de ge meente reeds was geopend, eveneens een aanvrage inkwam om met financieele medewerking van de gemeente een bad en zweminrichting te mogen bouwen. Deze aanvrage en ver dere aanbiedingen van den heer Koster openden, blijkens de stukken, geen zoodanige perspectieven, dat er aanleiding bestond om met hem, ondanks de aan den gang zijnde onder handelingen met de Sportfondsen, in contact te treden. Onder verwijzing naar de verder in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uwe Vergadering, in overeen stemming met het gevoelen van dè Commissies van Fabricage en van Financiën, alsnu in overweging te besluiten: a. de gemeente borg te doen zijn, onder afstand van alle rechten en voorrechten, door de wet aan borgen toegekend, voor de betaling van rente, aflossing en verdere kosten, wegens een door derden aan de op te richten of in oprichting zijnde N.V. „Sportfondsenbad Leiden" te verstrekken leening (of leeningen) tot een (gezamenlijk) bedrag van ten hoogste 95.000.met een looptijd van ten hoogste 40 jaren en een rente van ten hoogste 4| ten behoeve van den bouw door die N.V. van een overdekte bad- en zweminrichting met een buitenbassin op het sub b vermelde gedeelte van het Schuttersveld, zulks op de overgelegde voorwaarden; b. aan de sub a genoemde N.V. ten behoeve van den bouw van een overdekte bad- en zweminrichting met buiten bassin in erfpacht te geven voor den tijd van 75 jaren en tegen een jaarlijkschen canon van 1.328.het op de over gelegde kaart met roode omlijning aangegeven gedeelte van het Schuttersveld aan den Maredijk, ter grootte van 4370 M2., kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie L No. 1480 ged., zulks onder de mede overgelegde voorwaarden; ■c. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging van de gemeentebegrooting en van de begrooting van het Grondbedrijf, beide dienst 1936, een bedrag van 5.000. te onzer beschikking te stellen voor de verbreeding van den Maredijk langs het sub b bedoelde gedeelte van het Schut tersveld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 223. Leiden, 28 November 1936. Bij de wet van 29 November 1935 (S. 685) tot verlaging van de openbare uitgaven is het zgn. Capitulantenreglement vastgesteld, welk reglement beoogt overgang van militair personeel naar den burgerlijken dienst mogelijk te maken. Ter bereiking van dit doel bepaalt artikel 1 van het Capi tulantenreglement, dat dienstplichtige onderofficieren met rang van sergeant, die ingevolge vergunning van den Minister van Defensie in den zin van artikel 35 der Dienstplichtwet een tijdvak van zes jaren in werkelijken dienst hebben door gebracht, onder meer aanspraak hebben op benoeming tot ambtenaar in dienst van een gemeente in een ambt of be trekking, aan te wijzen bij een ingevolge de bepalingen van genoemd reglement door het daartoe bevoegd gezag vast te stellen regeling. Op een dergelijke benoeming kunnen krachtens het be paalde in artikel 2 van het reglement mede aanspraak maken vrijwillig dienende manschappen der Koninklijke Marine, behoorende tot het Korps Mariniers, korporaals van het Korps Politietroepen, marechaussees, remonterijders en eervol uit den dienst bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger ontslagen Europeesche militairen beneden den rang van sergeant, die gedurende een bij dat artikel bepaalden tijd als zoodanig hebben gediend. De in de artikelen 1 en 2 genoemde militairen en ge wezen militairen worden aangeduid met de benaming capitulant". Krachtens het bij artikel 12 van het Capitulantenreglement aan artikel 179 der Gemeentewet toegevoegde nieuwe lid is de Gemeenteraad verplicht, onder goedkeuring van Gedepu teerde Staten, de ambten en betrekkingen aan te wijzen, welke met uitsluiting van andere gegadigden slechts kunnen worden vervuld door militairen of gewezen militairen, die ingevolge een wettelijke regeling aanspraak hebben op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 6