108 waren zoo gering in het bijzonder wat de bovenbedoelde scherpere afronding van de jaarwedden voor eenige groepen van ambtenaren betreft dat hier moeilijk van een exces sprake kon zijn. Politie. In tal van met Leiden vergelijkbare gemeenten waren met Koninklijke goedkeuring salarisregelingen tot stand gekomen, waarbij de maximum-wedde van den agent of van den agent le kl. op ƒ37.50 per week is vastgesteld; bovendien was alhier de brandweer-taak aan de Politie opgedragen. Werklieden. Hun loonen bebooren niet te worden getoetst aan bet plaatsebjk loonpeil, doch aan de loonen van over eenkomstige rijks werklieden in een gemeente der le klasse. En laatstgenoemde gedragsbjn volgende, is er voor loons verlaging voor de werklieden in dienst der gemeente geen aanleiding. De Algemeene Ambtenaren- en Werklieden Commissies en de Commissie van Overleg voor de agenten van pobtie gaven voorts te kennen, dat zij het op prijs zouden stellen, indien ons College alsnog mondebng overleg met den Minister omtrent de salarissen wilde plegen. Gevolg gevende aan dit verzoek van de organisaties, vroeg ons College voor den Wethouder der Personeelszaken bij den Minister een onderhoud aan, dat welwillend werd verleend. Deze bespreking beeft tot resultaat gehad, dat de Minister alsnog tot verschillende concessies bereid werd bevonden. Ambtenaren. In de z.g. scherpere afronding van de salarissen van eenige groepen van ambtenaren van 25.zal de Minister berusten. De verlaging van de minimum en maximum weekloonen van de brugwachters le en 2e klasse met 0.50 per week kan eveneens achterwege blijven. Hetzelfde geldt voor de verlaging van het minimum- en maximum-loon der haven rechercheurs met ƒ1.per week, zulks in verband met de loonen van de agenten van politie. Evenwel kan de Minister de verlaging van de maximum wedde van den huismeester met 100.per jaar niet prijs geven, terwijl ook de verlaging van de minimum en maximum wedde van de gemeente-boden met 200.per jaar moet worden gehandhaafd. De wedde van de boden moet dus worden teruggebracht tot 1.400.1.800.en die van den huismeester worden bepaald op 1.900.2.200. zulks onverminderd de korting van 4 Die korting heeft ook op de overige hier genoemde ambtenaren plaats, behalve op de havenrechercheurs. Politie. De Minister kan zich nader vereenigen met het geldende maximum-weekloon van de agenten van politie 2e en het geldende minimum- en maximum weekloon voor de agenten le klasse. Het minimum voor de agenten 2e klasse moet dus wel met 1.per week worden verlaagd. In verband hiermede zullen de agenten 2e klasse 5 een- jaarlijksche verhoogingen van 1.per week ontvangen (thans 4 éénjaarlijksche van 1.terwijl voor de agenten le klasse de periodieke verhoogingen uiteraard ongewijzigd blijven. Verder moet voor de hoofdagenten de vermindering in minimum en maximum met ƒ2.per week worden ge handhaafd. Men zie onderstaand staatje: Op deze loonen wordt de 4 korting niet toegepast. Werklieden. Ten aanzien van de werklieden merkte de Minister op, dat volgens de wijze van berekening, die de organisatie's bij de bespreking van het December-voorstel volgden, met de huidige loonen als basis, het gemiddeld plaatselijk loonpeil, vermeerderd met de bekende 5%, op 28.90 moest worden gesteld, d.i. 10 cent meer dan het gemiddelde van het door Zijne Excellentie voorgestane December-voorstel De Minister nu heeft er geen bezwaar tegen, om ditbedrag van 28.90, afgerond tot een 24-voud, als basis voor de loonregeling te aanvaarden, waarmede hij intusschen niet wenscht te erkennen, dat de wijze van berekening der or ganisaties juist zou zijn. In plaats van 28.80 kan nu derhalve 29.04 tot uitgangspunt worden genomen. Gelijk de Minister nog in de conferentie opmerkte, geschiedt de toetsing van de loonen van de werklieden volgens een algemeene, voor het geheele land geldende gedragslijn, conform het rapport- Schouten, en is er uiteraard geen aanleiding om voor Leiden een andere methode te volgen. Er rekening mede houdende, dat niemand in salaris vooruit behoort te gaan, komt de concessie van den Minister voor de werklieden dus neer op een verhooging van de loonschalen van het December-voorstel met 24 ets. voor de groepen I t/m IV en groep VI. Hieronder volgt een overzicht van de loonschalen: Deze nadere voorstellen van den Minister werden bij de Commissies van Overleg aanhangig gemaakt bij nota van 19 October 1936. Blijkens de in de Leeskamer ter visie gelegde rapporten d.d. 27 October j.l., luidt het advies van de Commissies als volgt: Ambtenaren. De organisaties meenden in de verlaging van de wedden van den huismeester en de gemeente-boden te kunnen en moeten berusten, nu bij het overleg met den Minister is bereikt, wat redelijkerwijs kon worden verkregen. Met algemeene stemmen werd dan ook besloten aan ons College mede te deelen, dat de Commissie zich met de salaris regeling voor de ambtenaren, zooals de Minister die thans wenscht, kan vereenigen. Van de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur stem den 4 vóór en 2 tegen, terwijl de vertegenwoordigers van de organisaties allen voor stemden. Politie. Men sprak den wensch uit, dat voor den agent 2e klasse de periodieke verhoogingen werden verhoogd van 1.tot 1.25 per week (dus handhaving van het aantal van 4 periodieke verhoogingen) en dat voor den agent le klasse de wedde werd gebracht op 34.37.50. In het laatste heeft de Minister bereids bewilligd (en dit is reeds in bovenstaand overzicht verwerkt), doch tegen periodieke verhoogingen van 1.25 per week voor den agent 2e klasse heeft de Minister bezwaar. Vervolgens betreurde men het, dat de Minister den eisch tot verlaging van de wedde van den hoofdagent met 2. per week handhaaft. Hoewel na deze verlaging het loon niet zooveel zal verschillen van dat van overeenkomstige functi onarissen elders, meenden de vertegenwoordigers der organi saties, dat er in Leiden voor een iets hooger loon wel aan leiding bestond, omdat de hoofdagent hier, in tegenstelling met dien in andere gemeenten, met de brandweertaak is belast en bovendien des nachts inspecteursdienst verricht. In dit verband brengen wij in herinnering het door Uw vroeger medelid Mr. A. J. Bomijn ingediende, hier achter afgedrukt, voorstel tot verhooging van de wedden van het hoogere politie-personeel; deze motiveerde zijn voorstel als volgt: „Hu door aanvaarding van het voorstel Lombert-Elkerbout in zijn vergadering van 21 Februari j.l. de Baad de wensche- lijkheid heeft uitgesproken, dat het salaris van het politie personeel, in verband met de combinatie politie-brandweer, wordt verhoogd, is het billijk de Inspecteursgroep hierin eveneens te betrekken". Aangezien de Minister, ondanks kennisneming van het destijds toegezonden raadsverslag, geen aanleiding heeft kunnen vinden om in hoogere loonen voor de hoofdagenten te bewilligen en de concessies ten aanzien van de agenten 2e en le klasse werden gedaan buiten verband met de samen voeging van de brandweer en de politie, is hiermede de grondslag aan het voorstel ontnomen. Het voorstel kan dus reeds bierom niet worden aan genomen; wij laten hierbij nog buiten beschouwing, of en in hoeverre de combinatie van politie-brandweer overigens Rangen. Loonen verordening 21 Februari 1936. Loonen volgens eiseh Minister minimum maximum minimum maximum Agent 2e kl. 29.— 33.— 28.— 33.— Agent le kl. 34.— 37.50 34.— 37.50 Brigadier. 36.- 39.50 36.- 39.50 Hoofdagent 40.50 44.50 38.50 42.50 a O» O h O Loonen December-voorstel Loonen verordening 21 Febr. 1936 Loonen volgens eisch Minister Verschil tus- schen kolom men 2 en 3 1 2 3 4 I 21.60—27.36 22.3228.08 21.84—27.60 0.48 II 23.04—, 28.80 23.76—,, 29.52 23.28—,, 29.04 „0.48 III 24.48—, 30.24 25.20—,, 30.96 24.72—,, 30.48 „0.48 IV 25.92—, 31.68 26.64—,, 32.40 26.16—„31.92 „0.48 V 28.80—, 34.56 28.80—,, 34.56 28.80—,, 34.56 VI 30.72—, 36.48 30.96—,, 36.72 30.96—,, 36.72

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 18