105 N°. 192. Leiden, 30 October 1936. Het bij Baadsbesluit van 25 Februari 1935 (Ingek. Stukken No. 39) beschikbaar gestelde crediet van ƒ300.000waar van 265.000.was bestemd voor den Stadhuisbouw en ƒ35.000.voor de gevelrestauratie, dient te worden aan gevuld Blijkens het in de Leeskamer ter visie liggend schrijven van den architect van den Stadhuisbouw zal, in verband met de gehouden aanbesteding voor den bovenbouw in gewapend beton, de kosten van het bouwbureau, enz., enz., verhooging van de voor den Stadhuisbouw beschikbaar gestelde gelden met rond 120.000.noodig zijn. Met inbegrip van het bij Raadsbesluit van 3 September 1934 (Ingek. Stukken No. 192) beschikbaar gestelde crediet van 15.000.zal dan voor den eigenlijken Stadhuisbouw een bedrag van 400.000.in totaal zijn toegestaan. Ook de voor de gevelrestauratie beschikbaar gestelde som van ƒ35.000.moet worden verhoogd; in verband met de reeds uitgegeven en nog in 1936 te verwerken gelden is aanvulling met 45.000.noodig. Wegens rijksbijdrage in de restauratiekosten van den gevel, bedragende 50 van de in totaal geraamde kosten ad 220.000.kan ten aanzien van de credieten 35.000. en 45.000.en ter zake van de vroeger reeds gedane uit gaven ad 14.626.82, op den dienst 1936 een som van ƒ47.300.worden geraamd, zoodat slechts 117.700. 165.000.47.300.aan het Stadhuisfonds behoeft te worden onttrokken. Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast stelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1936, waarop een en ander is geregeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 193. Leiden, 30 October 1936. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de voor werkloozen- steun en armenzorg op de gemeentebegrooting 1936 beschik baar gestelde gelden ontoereikend zijn gebleken. Voor werkloozensteun werd, met inbegrip van de geraamde uitgaven ad 200.000.voor werkloozen, die via den Dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon werden ondersteund, oor spronkelijk een bedrag van 1.150.000.— uitgetrokken. Bij Raadsbesluit van 12 October 1936 (Ingek. Stukken No. 178) werd hiervan 65.757.51 aangewezen voor dekking van kosten van werkverschaffing. Voor werkloozenzorg èn werkverschaffing was derhalve voor 1936 beschikbaar 1.150.000. De uitgaven zullen bedragen: voor werkloozensteun: via Maatschappelijk Hulpbetoon via den Socialen Dienst voor werkverschaffing: demping Levendaal graven kanaal onder Wassenaar ten be hoeve van de Leidsche Duinwater Maat schappij (De ten laste van de gemeente komende kosten van dit kanaal, welke oorspronkelijk op 29.000.waren geraamd, zullen door de hoogere uitvoeringskosten 47.100. d. i. 18.100.meer bedragen. Ook over de hoogere kosten zal subsidie uit het werkloosheidssubsidiefonds worden ontvangen). d.i. tezamen 1.442.358.04 De uitgaven zullen mitsdien 292.358.04 1.442.358.04 1.150.000.meer bedragen dan geraamd was. Daarentegen zal de bijdrage uit het werkloosheidssubsidie fonds bedragen 79.7 van 1.442.358.04 1.149.559.36 of 233.009.36 meer dan de raming ad 916.550.zoodat de kosten van werkloozenzorg en werkverschaffing netto 59.348.68 292.358.04 233.009.36) de raming zullen te boven gaan. Ook de kosten voor „armenzorg" zullen meer bedragen, dan hiervoor is uitgetrokken. De subsidie voor Maatschappelijk Hulpbetoon werd ge raamd op 902.000.waarin echter begrepen was de hier boven genoemde som van 200.000.voor werloozensteun, zoodat voor „armenzorg" alleen beschikbaar bleef 702.000. De uitgaven zullen over 1936 volgens nadere raming be dragen 885.000. waarin voor werkloozensteun (zie hierboven)137.667.10 voor armenzorg zal dus noodig zijn747.332.90 of meer dan geraamd was45.332.90 In totaal moet derhalve worden voorzien in eene hoogere uitgaaf van 104.681.58 59.348.68 45.332.90). Behalve eene hoogere ontvangst ad 25.000.op volgn. 189 „55 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting, b betreffende het in het dienstjaar eindigende belastingjaar"''' kunnen op het oogenblik geen middelen tot dekking worden aangewezen, waarom wordt voorgesteld het nog ontbrekende bedrag van 79.681.58 104.681.58 25.000.—voors hands te putten uit de Algemeene Reserve, welke thans nog 266.229.54 bedraagt. Uiteraard zal niet meer uit de Algemeene Reserve worden genomen, dan te zijner tijd zal blijken noodig te zijn. Onder mededeeling, dat bij de samenstelling van den begrootingsstaat rekening is gehouden met de omstandig heid, dat sedert eenigen tijd alle werkloozen onder den Dienst voor Sociale Zaken ressorteeren, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging te besluiten tot vaststel ling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1936, waarop de in verband met een en ander noodige begrootingswijzigingen zijn geregeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 194. Leiden, 30 October 1936. Eenigen tijd geleden werd door een motorrijtuig, bestuurd door M. W. Blommensteyn, wonende te Leimuiden, een aan de gemeente toebehoorende vluchtlieuvelpaal op den Rijnsburgerweg aangereden, waardoor een schade van 93. is veroorzaakt. Hoewel Blommensteyn, die rechtens ge houden is deze schade te vergoeden, zich op 15 October 1935 tegenover de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec- triciteit verbond, om ingaande 20 October d.a.v. maandelijks 25 te voldoen, heeft hij tot dusver slechts eenmaal 25 betaald en is hij, ondanks herhaaldelijk daartoe te zijn ge sommeerd, in gebreke gebleven het resteerende bedrag ad 68 te voldoen. Dit bedrag zal dus thans langs gerechte lijken weg moeten worden ingevorderd. Met verwijzing naar het advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, hetwelk in de Leeskamer ter visie is gelegd, geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering, zoo wel in eersten aanleg als, zoo noodig, in hooger beroep, tegen M. W. Blommensteyn te Leimuiden, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van het restant der schade, haar door de bovenbedoelde aanrijding veroorzaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 195. Leiden, 31 October 1936. Bij de regeling van de toelagen aan de kweekelingen, verbonden aan de o.l. scholen te Leiden (die niet zelfstandig met het onderwijs in een klasse zijn belast) gold, zooals U bekend is, de bepaling, dat de kweekelingen den hoofdakte cursus, verbonden aan de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers(essen) te Leiden moesten bezoeken of dat zij in het bezit van de hoofdakte moesten zijn. Het eerste voor behoud werd destijds gemaakt met de bedoeling, het bezoek aan dien hoofdakte-cursus, welke wegens het te gering aantal cursisten gevaar liep het rijkssubsidie te verliezen, te stimu- leeren; door het andere voorbehoud werd voorkomen, dat kweekelingen, die reeds in het bezit van de hoofdakte waren, in een ongunstiger positie zouden komen dan de adspirant- bezitters dier akte. Nu de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers(essen) inmiddels is opgeheven, kan de bedoelde bepaling uiteraard vervallen. Overigens kan o.i. de desbetreffende regeling, welke bij Uw besluit van 2 December 1935 tot 1 September d.a.v. werd gecontinueerd, voor het tijdvak van 1 Septem ber 19361 September 1937 worden gehandhaafd. Met verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage gelegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, geven wij U alsnu in overweging, aan de kweekelingen, verbonden aan de o.l. scholen te Leiden (die niet zelfstandig met het onder - 137.667.10 1.257.000.— 590.94 47.100.—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 15