94 niet zijn overgenomen in de ontworpen verordeningen, aangezien wij voortaan niet meer kunnen beschikken over de daarvoor benoodigde gegevens. Op grond van het vorenstaande en met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van het College van Curatoren van het Gymnasium, de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, de Commissie voor het Onderwijs en de Commissie van Financiën, geven wij U thans in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordeningen I. VERORDENING, regelende de heffing van schoolgeld voor het openbaar en bijzonder gewoon lager- en uitgebreid lager-, en voor het openbaar buitengewoon lager onderwijs te Leiden. Artikel 1. 1. Ter tegemoetkoming in de kosten van het openbaar en bijzonder gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs en van het openbaar buitengewoon lager onderwijs wordt schoolgeld geheven. 2. Het schoolgeld is voor minderjarige leerlingen ver schuldigd door de ouders, die de ouderlijke macht uitoefenen, voogden, medevoogden, bedoeld in art. 406 B.W., of verzorgers en voor meerderjarige leerlingen door den vader of de moeder en bij hun ontstentenis door de leerlingen zeiven. 3. Echtscheiding of scheiding van tafel en bed, uitge sproken in den loop van het schooljaar tijdens de schoolgeld- püchtigheid der ouders, brengt op dien grond voor dat jaar geen wijziging in den schoolgeldaanslag. Art. 2. 1. De heffing geschiedt naar den maatstaf, omschreven in art. 63, lid 4, letter b, der Lager-Onderwijswet 1920, zooals dit luidt ingevolge paragraaf 8 der wet van den 22sten Februari 1936 S. 100 tot verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs. 2. Waar in de volgende artikelen sprake is van een ge mengde hoofdsom, wordt daaronder verstaan de maatstaf, bedoeld bij het eerste lid van dit artikel. Art. 3. Als grondslag van de heffing geldt de gemengde hoofdsom over het bij den aanvang van het schooljaar loopende belastingjaar. Art. 4. 1. De gemengde hoofdsom, bedoeld in art. 2, is: a. voor leerlingen, die onder dé ouderlijke macht of onder voogdij van een der ouders staan, die van dengene, die de ouderlijke macht of voogdij uitoefent; b. voor leerlingen, wier ouders ieder afzonderlijk zijn aan geslagen, die van de ouders gezamenlijk; c. voor leerlingen, die onder voogdij van een ander dan een der ouders staan, terwijl de ouders, of een van hen leven, die van de ouders, of, indien de ouders ieder af zonderlijk zijn aangeslagen, die van de ouders gezamelijk, behalve üi het geval als bedoeld in het tweede lid van dit artikel; d. voor ouderlooze leerlingen, die van dezen zeiven, behalve in het geval, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel; e. voor meerderjarige leerlingen, die van de ouders en in geval van ontstentenis van beide ouders, die van de leer lingen zeiven. 2. Zij, die eens anders kind geheel als het hunne ver zorgen, zonder dat zij daarvoor geldelijke vergoeding voor de kosten van onderhoud en opvoeding ontvangen en zij, die een huwelijk aangaan met een ouder, die over een of meer kinderen uit een vorig huwelijk de voogdij uitoefent, worden voor de toepassing van deze verordening als de schoolgeldplichtigen voor dat kind beschouwd; het school geld wordt in het eerstgenoemd geval naar de gemengde hoofdsom van de verzorgers en in laatstgenoemd geval naai de gemengde hoofdsom van de(n) voogd(es) en de(n) aan gehuwde^) ouder berekend. Art. 5. 1. Voor hen, die bij den aanvang van het belastingjaar, bedoeld in art. 3, gehuwd waren en bij den aanvang van het schooljaar niet meer gehuwd zijn, wordt het schoolgeld geheven naar de gemengde hoofdsom, welke vermoedelijk in aanmerking genomen zou zijn, indien het huwelijk reeds op eerstbedoeld tijdstip ontbonden zou zijn geweest. 2. Voor hen, die bij den aanvang van het belastingjaar, bedoeld in art. 3, niet hier te lande woonden, wordt het schoolgeld geheven naar den maatstaf van de gemengde hoofdsom, welke voor hen vermoedelijk zou hebben gegolden, indien zij op dat tijdstip wel hier te lande woonachtig zouden zijn geweest. Art. 6. De heffing geschiedt naar de tarieven aangegeven in de volgende^tabellen^^^^^^^j TABEL I. Het schoolgeld bedraagt per jaar aan de scholen voor gewoon lager- en buitengewoon lager onderwijs f f I Bij een gemengde hoofdsom yan: Per leerling, indien het aantal eigen of aangehuwde minderjarige hinderen of pleegkinderen van den schoolgeldplichtige op 1 Mei van het belastingjaar, bedoeld in art. 3, bedraagt: Geen of één twee drie vijf zeven of meer beneden 8— 8— tot beneden Ti 12— Ti 5.80 Ti 5.10 V 4.40 V 3.70 Ti 3.— Ti 2.60 7i 2.60 Ti 12— Ti 7i li 18— Ti 7.20 Ti 6.30 Ti 5.40 71 4.50 V 3.60 Ti 2.70 Tl 2.60 Ti 18— Ti Ti Ti 24— 71 8.80 V 7.70 Ti 6.60 V 5.50 7) 4.40 Ti 3.30 Ti 2.60 71 24— 7) Ti V 30— Ti 10.50 Ti 9.20 Ti 7.90 Ti 6.60 V 5.30 7i 4.— X1 2.70 7) 30— Ti Ti V 36— V 12.30 Ti 10.80 7) 9.30 Ti 7.80 Ti 6.30 71 4.80 Ti 3.30 V 36— Ti Ti Ti 42— Ti 14.20 Ti 12.50 Ti 10.80 Ti 9.10 Tl 7.40 Ti 5.70 Ti 4— 7) 42— Ti V 71 48— 7) 16.20 7 14.30 7i 12.40 V 10.50 V 8.60 V 6.70 Ti 4.80 Ti 48— V Ti li 56— Ti 18.70 V 16.50 V 14.30 Ti 12.10 Ti 9.90 71 7.70 Ti 5.50 7) 56— Ti Ti V 64— 7) 21.30 Ti 18.80 Ti 16.30 Ti 13.80 V 11.30 Ti 8.80 Ti 6.30 Ti 64— Ti Ti V 74— Ti 24— Ti 21.20 Ti 18.40 V 15.60 V 12.80 10.— Ti 7.20 7> 74— Ti Ti 7) 84— Ti 26.80 71 23.70 Ti 20.60 V 17.50 7) 14.40 V 11.30 Ti 8.20 Ti 84— Ti Ti Ti 96— V 30.30 n 26.80 V 23.30 V 19.80 V 16.30 V 12.80 Ti 9.30 Ti 96— Ti Ti Tl 112— Ti 34— V 30.10 V 26.20 Ti 22.30 Ti 18.40 Ti 14.50 V 10.60 7) 112. V Ti Ti 128— Ti 38.20 71 33.80 V 29.40 Ti 25.— Tl 20.60 Ti 16.20 Ti 11.80 li 128. V V Ti 144. Ti 43— V 38.— Ti 33.— V 28.— V 23.— Ti 18.— T) 13— Ti 144. 71 71 7) 160. Ti 48— 7) 42.50 Ti 37.— Ti 31.50 Ti 26.— 7> 20.50 Ti 15— 71 160— Ti 71 Ti 176. V 53— Ti 47.— Ti 41.— Ti 35.— Ti 29.— 71 23.— 7> 17— 71 176. Ti 71 192— V 58— V 51.50 Ti 45.— V 38.50 7) 32.— V 25.50 7i 19— Ti 192.— Ti 71 71 208— Ti 63— V 56.— Ti 49.— 7! 42.— Ti 35.— Ti 28.— Ti 21 7) 208— r 7) 7.1 228— 7i 68— Ti 60.50 7i 53.— Ti 45.50 Ti 38.— Ti 30.50 Ti 23— 7i 228— V Ti 71 248— 7i 73— Ti 65.— 7i 57.— Ti 49.— Ti 41.— Ti 33.— Ti 25— Ti 248— Ti V Ti 268— Ti 78— 7) 69.50 Ti 61.— Ti 52.50 Ti 44.— 71 35.50 Ti 27— 7i 268— Tl V Tl 288— 7 83— V 74.— V 65.— li 56.— Ti 47.- V 38— Ti 29— Ti 288— V V Ti 308— Ti 88— V 78.50 Ti 69.— Ti 59.50 V 50.— Ti 40.50 Ti 31 Ti 308— 71 71 Ti 328— V 93— Ti 83.50 Ti 74.— V 64.50 Ti 55.- Ti 45.50 Ti 36— Ti 328— Ti V V 348— Ti 98— Ti 88.50 Ti 79.— 69.50 Ti 60.— Ti 50.50 71 41— Ti 348— T 7i Ti 368— Ti 103— Ti 93.50 Ti 84.— V 74.50 Ti 65.- Ti 55.50 Ti 46— Ti 368— Ti 7i Ti 392— Ti 108— Ti 98.50 Ti 89.— Ti 79.50 V 70.— Tl 60.50 7 51— Ti 392— V Ti T9 416. V 113. 7! 103.50 V 94.— V 84.50 Ti 75.— V 65.50 Ti 56— Ti 416— Ti Ti Ti 440. 71 118. V 108.50 Ti 99.— Ti 89.50 TT 80.— Ti 70.50 Ti 61 Tl 440— Ti Ti 7i 464. V 123. 7» 113.50 Ti 104.— V 94.50 V 85.— Ti 75.50 Ti 66— Ti 464— Ti 71 7) 488— Ti 123— 7) 118.50 Ti 109.— 7) 99.50 V 90.— Tl 80.50 Ti 71— Ti 488— V Ti Ti 512— V 123. 7! 123.— Ti 114. 7) 104.50 V 95.— Ti 85.50 Ti 76— Ti 512. Ti Ti Ti 536— 71 123. 7i 123. 71 119. Ti 109.50 V 100— 7i 90— Ti 81— Ti 536. Ti Ti Ti 560— 7) 123. Ti 123. Ti 123. 7i 114.50 V 105.— 7) 95— Ti 86— 7i 560. Tl V V 584— 7) 123— n 123. V 123.— V 119.50 V 110. Ti 100.50 V 91— Ti 584— 71 V Ti 608— Ti 123— T 123.— V 123.— 7! 123.— 71 115. 7 105.50 Ti 96— 7) 608— en meer V 123— Ti 123.— Ti 123. Ti 123.— Ti 120. Ti 110.50 n 101—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 2