242
MAANDAG 7 SEPTEMBER 1936.
(Voorzitter e.a.)
2°. Mededeeling van B. Kingma, dat hij zijn benoeming
tot onderwijzer aan de centrale school voor het 7e en 8e
leerjaar aanneemt.
3°. Mededeeling van J. Entrop, dat hij zijn benoeming tot
Hoofd der O. L. school aan het Schuttersveld aanneemt.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de mededeelingen aan te nemen voor kennisgeving.
4°. Adres van bewoners van de Stadhouderslaan inzake
verbetering van die laan en van de voetbrug tusschen de
Jan van Goyenkade en de Schelpenkade.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
5°. Adres van bewoners van de Leuvenstraat, houdende
klacht over de aanwezigheid van berghokken, hoornen en
afval achter hunne woningen en verzoek om de straat langs
de voorzijde hunner woningen van tegels te voorzien.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
ter afdoening.
6°. Verzoek van den heer Snel om hem toe te staan aan
Burgemeester en Wethouders eenige vragen te richten met
betrekking tot de wijziging van de steunregeling voor werk-
loozen.
7°. Verzoek van den heer van Weizen om hem toe te staan
aan Burgemeester en Wethouders eenige vragen te richten
met betrekking tot de wijziging van de steunregeling voor
werkloozen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de gevraagde toestemming te verleenen en de inter
pellatie te doen houden na afloop van de gedrukte agenda.
8°. Schrijven van de Nederland,sche Vakcentrale ten ge
leide van een resolutie inzake de wijziging van de steun
regeling voor werkloozen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten het schrijven te behandelen tegelijk met de des
betreffende interpellaties van de heeren Snel en van Weizen.
9°. Adres van het Hoofdbestuur van den Algemeenen
Nederland schen Christelijken Ambtenaarsbond inzake het op
wachtgeld stellen van den klerk le klasse bij het Bouw- en
Woningtoezicht, in verband met de opheffing van dien
dienst als zelfstandigen dienst.
Zal worden behandeld bij punt 32 van de gedrukte agenda.
10°. Motie van de heeren Schüller en Manders inzake
eventueele wijziging van de huurtoeslagen uit het huur-
toeslagfonds voor groote gezinnen.
De Voorzitter deelt mede, dat het College bereid is, een
eventueel besluit tot wijziging van de huurtoeslagregeling
voor groote gezinnen, alvorens daaraan uitvoering te geven,
ter kennis van den Baad te brengen en daarom den voor
stellers in overweging geeft de motie in te trekken.
De heer Schüller vraagt, of de Baad in de gelegenheid
zal worden gesteld om te discussieeren over de wijziging
van de huurtoeslagregeling voor groote gezinnen, voordat
het wordt uitgevoerd.
De Voorzitter zegt, dat de Baad inderdaad tijdig vóór de
uitvoering van het besluit gelegenheid zal krijgen tot het
stellen van vragen aan het College.
De heer Schüller meent ook namens den heer Manders
te handelen, wanneer hij na deze verklaring van den Voor
zitter de motie intrekt.
De Voorzitter constateert, dat de motie van de heeren
Schüller en Manders is ingetrokken.
11°. Verslag van de Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon over 1935.
Zal in het Gemeenteverslag worden opgenomen.
De Voorzitter deelt alsnog mede, dat bij Kon. Besluit van
15 Augustus 1936, de Vereeniging tot oprichting en instand
houding van scholen voor gewoon lager- en meer uitgebreid
Benoeming Commissieleden.
(Voorzitter e.a.)
lager onderwijs op Gereformeerden grondslag alsnog niet
ontvankelijk is verklaard in haar beroep op Gedeputeerde
Staten tegen het besluit van den Baad van 7 October 1935,
waarbij medewerking werd geweigerd bij de vervanging van
de in het schoolgebouw aan de Lusthoflaan aanwezige gas
kachels door een nootjesketel.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van vier leden van de Commissie van Finan
ciën (aftredend de H.H. M. II. de Reede, H. Lombert, A. J.
Schoneveld en P. L. Hessing).
Op voorstel van den Voorzitter wordt zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming besloten twee stembureaux te
vormen, stembureau I voor de benoemingen, vermeld onder
de punten 1 tot en met 12 en stembureau II voor de be
noemingen, vermeld onder de punten 13 tot en met 26.
De Voorzitter verzoekt den heeren Goslinga, Lombert,
van der Kwaak en van der Voort het eerste en den heeren
Wilmer, Schüller, Hessing en Eikerbout het tweede stem
bureau te vormen.
Worden benoemd: de heeren M. II. de Reede, H. Lombert,
A. J. Schoneveld en P. L. Hessing, ieder met algemeene
(27) stemmen.
De heeren de Beede, Lombert, Schoneveld en Hessing
verklaren de benoeming aan te nemen.
II. Benoeming van vier leden van de Commissie van
Fabricage (aftredend de H.H. J. II. Schüller, J. II. A. Manders,
Mr. C. Beekenkamp en Mr. A. J. llomijn).
Worden benoemd: de heeren J. H. Schüller, J. H. A.
Manders, en Air. G. Beekenkamp, ieder met algemeene
(27) stemmen en de heer Mr. A. J. Romijn met 24 stemmen;
de heeren M. H. de Beede, J. Wilbrink en H. van Weizen
verkregen ieder 1 stem.
De heeren Schüller, Manders en Beekenkamp verklaren
de benoeming aan te nemen.
III. Benoeming van vier leden van de Commissie voor het
Openbaar Slachthuis (aftredend de H.II. Th. M. W. Bergers,
J. A. van der Heijden, IJ. Kuipers en A. J. Schoneveld).
Worden benoemd: de heer Th. AI. W. Bergers met 26 stem
men; de heer Th. B. J. Wilmer verkreeg 1 stem; de heeren
J. A. van der Reijden, IJ. Kuipers en A. J. Schoneveld, ieder
met algemeene (27) stemmen.
De heeren Bergers, van der Reijden, Kuipers en Schoneveld
verklaren de benoeming aan te nemen.
IV. Benoeming van twee leden van de Commissie voor
den Markt- en Havendienst (aftredend de H.H. J. Wilbrink
en J. J. Vallentgoed).
Worden benoemd: de heer J. Wilbrink met 26 stemmen;
de heer J. A. van der Reijden verkreeg 1 stem; de heer
J. J. Vallentgoed met algemeene (27) stemmen.
De heeren Wilbrink en Vallentgoed verklaren de benoeming
aan te nemen.
Y. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voor
zitter (aftredend de H.H. Mr. D. A. van Eek, J. II. A. Manders
en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heeren Air. D. A. van Kek, J. H. A
Manders en Air. C. Beekenkamp, ieder met algemeene
(27) stemmen, terwijl de heer van Eek, eveneens met alge
meene (27) stemmen tot Voorzitter wordt benoemd.
De heeren van Eek, Manders en Beekenkamp verklaren
de benoemingen aan te nemen.
VI. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de
Strafverordeningen (aftredend de H.H. Mr. D. A. van Eek
en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heeren Mr. D. A. van Eek en Mr.
C. Beekenkamp, ieder met algemeene (27) stemmen.