MAANDAG 7 SEPTEMBER 1936.
251
Interpellatie i. z. wijziging steunregeling werkloozen.
(van Stralen e.a.)
afschaffing van den huurtoeslag mag niet buiten beschouwing
worden gelaten de verandering van de steunregeling met
betrekking tot de percentages, waarnaar de steunbedragen
worden berekend. Die wijziging toch beteekent in vele ge
vallen eene compensatie der afschaffing van de huurtoeslagen.
Op grond van het onderzoek is de indruk verkregen,
dat de afschaffing van den huurtoeslag en de verandering
van de vorenbedoelde percentages te zamen wel is waar voor
een gedeelte van de ondersteunden eenige verlaging van den
steun ten gevolge zal hebben, doch tevens, dat verschillende
groote gezinnen niet achteruit zullen gaan, sommige groote
gezinnen zelfs een hooger steunbedrag zullen ontvangen.
Indien het standaardloon ten aanzien van gesteunden,
die in 4 jaar geen 26 weken hebben gewerkt, zooals aan
vankelijk door den Minister was bepaald, op 19.per week
was vastgesteld gebleven, zou zulks in deze gemeente voor
zeer vele gesteunden tot een aanzienlijke verlaging van het
steunbedrag hebben geleid. Intusschen is het standaardloon
voor deze gemeente bepaald op ƒ21.per week, waardoor
de verlaging van het steunbedrag en het aantal ondersteunden,
dat door de verlaging wordt getroffen, belangrijke wijziging
zal ondergaan.
5°. Of en in hoeverre extra maatregelen tot verdere huur-
verlaging, c.q. woningbouw, noodig zijn, wordt door Burge
meester en Wethouders nagegaan, mede in verband met het
in de vorige raadsvergadering toegezegde praeadvies op het
adres van de Eederatie van te Leiden e.o. gevestigde woning-
bouwvereenigingen.
6°. Burgemeester en Wethouders zijn gaarne bereid het
tot den betrokken Minister te dezer zake gericht schrijven
aan den Raad ter kennis te brengen, vergezeld van de ge
gevens, welke zij, voor zoover mogelijk en noodig, hebben
verzameld en van een toelichtende nota, waarbij gebruik
kan worden gemaakt van eerst hedenmorgen verkregen
meer volledige gegevens en waarbij tevens met de wijziging
in het aanvankelijk voor deze gemeente vastgestelde
standaardloon kan worden rekening gehouden.
Wenscht men deze eerst hedenmorgen ontvangen gegevens
thans te hooren voorlezen, dan zijn Burgemeester en Wet
houders daartoe bereid, doch zij wijzen er met nadruk op,
dat zij een discussie over deze enkel voorgelezen gegevens
te weinig voorbereid achten en dus ongeschikt. Het College
heeft zich bovendien zijn oordeel daarover nog niet kunnen
vormen en de raadsleden zijn evenmin zonder de cijfers
voor zich te hebben en ze vooraf bestudeerd te hebben,
in staat over een en ander een juist oordeel te vellen.
De heer van Welzen dankt den Raad voor de gelegenheid,
hem gegeven om de volgende vragen aan het College te stellen
I. Heeft het College van Burgemeester en Wethouders
kennis genomen van de mededeeling van den Minister van
Sociale Zaken in de conferentie met de wethouders der
groote gemeenten, dat de Regeering 13 September a.s. de
nieuwe steunregeling welke o.m. afschaffing van den huur
toeslag inhoudt, wil laten doorgaan?
II. Zoo ja, wil het College van Burgemeester en Wet
houders dan mededeelen, welke maatregelen het denkt te
nemen om bij de invoering der nieuwe steunregeling een
zoodanige huurverlaging te bevorderen, dat daarmede de
werkloozen geen vermindering van inkomsten krijgen?
III. Is het College van Burgemeester en Wethouders bereid
bij de Regeering aan te dringen om uitstel te verkrijgen
van de invoering der nieuwe steunregeling, opdat het
Gemeentebestuur zijn bezwaren hiertegen bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal kan kenbaar maken
De heer van Stralen beantwoordt, namens de meerderheid
van het College, de vragen van den heer van Welzen als volgt
Vraag I: Ja.
Vraag II: Zie het antwoord op de vijfde vraag van den
heer Snel.
Vraag III: Gelet op het resultaat van de bespreking van
vertegenwoordigers van eenige groote gemeenten met den
Minister van Sociale Zaken is niet te verwachten, dat op aan
drang van het gemeentebestuur van Leiden uitstel van de
invoering van de wijzigingen in de steunregeling zal worden
verkregen.
De heer van Stralen doet, op verzoek van den heer Snel,
mededeeling van den uitslag van het door den Socialen
Dienst ingesteld onderzoek naar de gevolgen van de
wijzigingen der steunregeling, bedoeld in de circulaire van
den Minister van Sociale Zaken d.d. 31 Juli j.l., zooals deze
nader is aangevuld.
Bij den Socialen Dienst worden momenteel gesteund
Interpellatie i. z. wijziging steunregeling werkloozen.
(van Stralen e.a.)
1705 personen. Van deze 1705 personen is gebleken, dat:
661 in uitkeering gelijk blijven.
91 worden verhoogd (voor deze 91 in totaal
28.27 p. w. en wel als
gevolg van de verhooging
der loonpercentages).
75 achteruit gaan (voor deze 75 is de totale
vermindering 59.34 en
wel als gevolg van de in
voering van het stan
daard-loon; van deze 75
personen zal in Mei 1937
de verlaging, indien deze
mocht worden doorge
voerd, voor 38 personen
nogmaals met totaal
20.43 plaats hebben).
878 achteruit gaan (wegens verlaging van
den huurtoeslag. De to
tale vermindering betreft
325.17 p. w.in Mei
1937 zal bij volledige in
trekking van den huur
toeslag de verlaging voor
allen nogmaals met totaal
±/330.plaatshebben).
1705 gesteunden Soc. Dienst.
Aangezien het onderzoek niet kon worden uitgestrekt
over de gesteunden van Maatschappelijk Hulpbetoon. (Onge
organiseerden en nog niet-rechthebbenden) is er van uit
gegaan, dat de gevolgen voor gesteunden van Maatschappelijk
Hulpbetoon verhoudingsgewijs gelijk zijn aan die, welke
door den Socialen Dienst gesteund worden.
Door Maatschappelijk Hulpbetoon worden momenteel ge
steund 380 personen.
Met de 1705 van den Socialen Dienst is het totaal dus 2085.
De gevolgen voor deze 2085 gesteunden zijn alsdan:
808 in uitkeering gelijk.
111 verhoogd (totaal 34.57).
1166 verlaagd (92 door invoering standaard
loon; totaal 72.57 en 1074
door verlaging huurtoeslag
totaal ƒ397.68).
2085 gesteunden Soc. Dienst Maatschappelijk Hulpbetoon.
De uitgaven voor de gemeente verminderen door invoering
van de regeling op 13 September a.s. met 72.57 397.68)
34.57) 435.68 p. w. of per jaar rond ƒ23.000.
Bij doorvoering der wijzigingen in Mei 1937 zou die uit-
gavenvermindering verdubbeld worden en dus gebracht tot
46.000.—.
De heer Snel verzoekt den Voorzitter voorlezing te doen
van den brief, welken het College aan den Minister van Sociale
Zaken met betrekking tot deze aangelegenheid en bedoeld
in het antwoord van den Wethouder op sprekers 6e vraag,
heeft gezonden.
De heer van Stralen zegt, dat Burgemeester en Wethouders
als college bezwaar hebben tegen de voorlezing van dezen
brief, omdat het College dezen brief heeft verzonden, toen
het slechts beschikte over vrij onvolledige gegevens. Het
College acht het beter dezen brief eventueel over te leggen
bij een nota, waarin de mondeling nader verstrekte gegevens
aan den Raad worden herhaald.
De heer Snel betreurt het, dat de Raad niet van te voren
een overzicht heeft gekregen van de gegevens, die de Wet
houder thans aan den Raad heeft medegedeeld. Het is voor
de Raadsleden moeilijk de thans verstrekte cijfers onmiddellijk
te verwerken. In alle gevallen is voor spreker thans vast
komen te staan, dat de maatregelen met betrekking tot de
steunnormen en den huurtoeslag in de gezinnen der werk
loozen diep zullen ingrijpen.
De aankondiging van de verslechteringen van de steun
regeling heeft een volkomen verklaarbaren storm van verzet
gewekt bij de geheele bevolking, zonder onderscheid van
politieke richting. De Leidsche bevolking mag en moet er
dus op kunnen rekenen, dat het gemeentebestuur geen
poging onbeproefd laat er de Regeering van te overtuigen,
dat de aangekondigde verslechteringen niet door te voeren
zijn. Gemeentebesturen, die dit niet doen, zijn voor hun
onsociale houding zelf aansprakelijk en kunnen de verant
woordelijkheid niet van zich afschuiven door te doen, alsof