63 vangsten met 109.32 (50 van 218.65). Volgn. 299. Kosten van den Geneeskundigen en Gezondheidsdienst 1.089.95 De uitgaven op dit volgnummer, welke waren geraamd op 13.202.bedragen 14.291.95 of 1.089.95 meer. Deze overschrijding is voornamelijk een ge volg van de verhuizing van bovengenoemden dienst, in den loop van 1935, van perceel Breestraat 119 naar de voormalige school aan de Mare. De kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden van perceel Breestraat 119, dat een dependance van het Stadhuis is en waarvan ook de Geneeskundige- en Gezondheidsdienst voorheen eenige lokalen in gebruik had, komen ten laste van hoofdstuk II, terwijl die kosten voor den genoemden dienst thans worden ge boekt op volgn. 299 van Hoofdstuk IV. Dientengevolge werd genoemd volgnummer belast met 292.85 wegens kosten van verlich ting en verwarming en met 607.75 wegens kosten van schoonmaak, d.i. te zamen 900.60, waarvoor geen gelden waren uitgetrokken. Voorts vereischten de kosten van verhuizing eene buitengewone uitgaaf van 65.terwijl de noodzakelijke aanschaffing van een ladeblok eene niet-voorziene uitgaaf van 71.10 vorderde. Tenslotte had de inrichting van het labora torium eenige buitengewone uitgaven ad 50.tengevolge. Ben en ander maakt eene verhooging van den post met in totaal 1.089.95 noodzakelijk. Tegenover de bovengenoemde hoogere uit gaaf ad 1.089.95 staat dat mede tengevolge van de verhuizing van den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst, de uitgaven op volgn. 220 „Onderhoud en schoonhouden van het gebouw of vertrek, bestemd voor de vergadering van den Baad en van Burgemeester en Wethouders en voor de secretarie der gemeente", alsmede die op volgn. 222 „Verlichting en verwarming" beneden de raming zijn gebleven. Volgn. 310. Speelterrein Noordelijk gedeelte) nabij de Wilhelminabrug154.35 Bij het opmaken van de gemeentebegrooting voor 1935 was het niet zeker, dat de huur van het speelterrein nabij de Wilhelminabrug zou worden bestendigd, zoodat voor huur en onder houd geene gelden werden uitgetrokken. Bij Raadsbesluit van 21 Januari 1935 (Ingek. Stukken No. 11) werd genoemd terrein, ge rekend te zijn ingegaan 1 Januari 1935, evenwel tot wederopzeggens van de Provincie Zuid- Holland ingehuurd. Dientengevolge moest over 1935 aan huur en onderhoud voor het noordelijk gedeelte, waarop het z.g. ongereglementeerde spel beoefend wordt, 154.35 worden betaald. Volgn. 310a. Onderhoud van speeltuinen {nieuw volgnummer)1.511.06 Het bleek noodzakelijk de zandbakken van de speeltuinen „Oosterkwartier", „Noorder kwartier" en „Zuiderkwartier" van afraste ringen te voorzien, hetgeen een ten laste van de gemeente komende uitgaaf van in totaal 693.16 tengevolge had. Voorts werd, voor rekening van de gemeente, het als sportterrein in gebruik zijnde gedeelte van de speeltuin „Zuiderkwartier" van eene nieuwe stofvrije deklaag voorzien, hetgeen eene uitgaaf van 817.90 vereischte. Eene toevoeging aan de begrooting van bovenstaanden post met een bedrag van 1.511.06 is dientengevolge noodig. Volgn. 322. Annuïteiten aan het Rijk ver schuldigd ter zake van voorschotten in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting 2.709.63 Dit volgnummer moet worden verhoogd met de le annuïteiten van de aan de gemeente zelve verleende voorschotten 1°. voor het bouwrijp maken van een terrein benoorden den Lagen Rijndijk ten behoeve van plan VIII van de woningbouwvereeniging „de Eendracht"2.149.63 2°. voor het bouwrijp maken van een terrein ten oosten van den Zijlsingel ten behoeve van plan VI van de woningbouwvereeniging „Eensgezindheid"560. 2.709.63 Hiertegenover staan echter de van de be trokken vereenigingen ontvangen erfpacht- canons, resp. ad 2.186.21 en 569.84. Zie in verband hiermede de toevoeging aan de ontvangsten van volgn. 416 „Erfpachtcanons ter zake van in erfpacht uitgegeven gronden ten behoeve van arbeiderswoningbouw" met 2.756.05. Volgn. 324. Terugbetaling aan het Rijk van te veel ontvangen voorschotten op de bijdragen krachtens art. -56, derde lid, der Woningwet. 1.013.82 Ter zake moet over 1935 1.013.82 aan het Rijk worden gerestitueerd; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Daarentegen moet wegens te veel aan woning- bouwvereenigingen uitgekeerde voorschotten op de bijdragen 1.013.42 in de gemeentekas worden teruggestort. Zie de verhooging van volgn. 40 der ontvang sten met 1.013.42. Volgn. 326. Bijdragen aan woningbouwver- eenigingen uit de ontvangsten van het Huur- toeslagenfonds voor woningen voor groote ge zinnen 1.251.60 De bijdragen uit genoemd fonds vereischen over 1935 een uitgaaf van 5.044.60, d. i. 1.251.60 meer, dan de uitgetrokken som van 3.793.—. Zie hiertegenover de verhooging van volgn. 43 der ontvangsten „Ontvangsten ter zake van het Huurtoeslagenfonds voor woningen voor groote gezinnen", geraamd op 3.793.met eveneens 1.251.60. Op dit volgnummer is namelijk verantwoord de over 1935 gekweekte rente van dat fonds ad 3.727.07, alsmede de van Hoofdstuk V van den kapitaaldienst uit het Huurtoeslagen fonds ontvangen bijdrage ad 1.317.53, d. i. tezamen 5.044.60. Volgn. 327. Rente van de door woningbouw- vereenigingen en de woningstichting bij den Gemeente-Ontvanger a deposito geplaatste gelden 3.455.91 Aan rente moet worden betaald 10.955.91, zoodat de uitgetrokken som van 7.500.met 3.455.91 dient te worden verhoogd. Deze overschrijding is gedeeltelijk een gevolg van de vergoeding van rente aan woningbouw- vereenigingen wegens te vroeg betaalde annuï teiten van woningbouwvoorschotten, in ver band met de wijziging van de vervaldata der annuïteiten op 15 September. Zie het terzake medegedeelde achteraan. Volgn. 329. Kosten van de bouwpolitie. b. verdere kosten666.71 De uitgaven, geraamd op 713.bedragen 1.379.71, d. i. 666.71 meer. Het verzamelen van gegevens inzake de woningbehoefte had eene niet-voorziene uitgaaf van 200.tengevolge. Voorts werd, in verband met de uitvoering van verschillende bouwplannen, waarvoor veel toezicht werd vereischt, door het bouwbureau van de Stedelijke Lichtfabrieken, gedurende een viertal maanden, een ambtenaar ten be hoeve van het Bouw- en Woningtoezicht af gestaan, waarvoor aan die fabrieken 540. werd vergoed. Eene verhooging van den post met 666.71 is evenwel voldoende. Volgn. 329A. Kosten van maatregelen met be trekking tot den gedeeltelijk in bouwvalligen staat verkeerenden molen „deStier"''' (nieuw volgnummer) 985.— Vermits gebleken was, dat van den molen „de Stier" de stelling, de molenroeden, de as met haar draagconstructie en de kap in zoo danig bouwvalligen staat verkeerden, dat een en ander gevaar opleverde voor de openbare veiligheid, werd de eigenaar, ingevolge het be paalde in art. 64 van de verordening op het bouwen en sloopen, aangeschreven voor de noodige voorzieningen ter zake zorg te dragen. Aangezien aan de betrekkelijke aanschrijving binnen den bepaalden tijd, geen gevolg werd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 3