81
Artikel 2a.
Het bepaalde in artikel 2, onder b en c van de Winkel
sluitingswet is gedurende de maanden Juni, Juli en Augustus
niet van toepassing ten aanzien van winkels, waarin uit
sluitend of in hoofdzaak fruit ten verkoop in voorraad is,
op de eerste vijf werkdagen der week van 8 tot 9 uur des
namiddags en des Zaterdags van 10 tot 11 uur des na
middags, doch uitsluitend voorzoover betreft den verkoop
van aardbeien, kersen, frambozen, bessen en pruimen.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
A. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
N. J. Rowaan, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 157. Leiden, 28 Augustus 1936.
De weduwe A. H. van der GeerHogervorst en de
weduwe C. van RijnYerbruggen hebben tegen onze ge
meente bij de arrondissementsrechtbank te 's Gravenhage
ieder afzonderlijk een vordering ingesteld tot betaling van
7.28, resp. 6.92 per week wegens het overlijden harer
resp. echtgenooten en wel van den dag van overlijden dezer
echtgenooten op 30 November 1935 af, althans van den
dag der dagvaarding (8 Augustus 1936) af. Naar de stel
lingen der gelijkluidende dagvaardingen zou het ongeval,
waarbij haar echtgenooten om het leven zijn gekomen
het omvallen van een muur bij het sloopen van het aan
de gemeente in eigendom toebehoorende perceel hoek Lange
ParadijssteegOude Yest, alhier, door den aannemer D. M.
van Steenbergen te Almelo het gevolg zijn geweest van
verzuim van onderhoud of gebrek aan inrichting van de
omgevallen muur.
Wij merken op, dat krachtens de Ongevallenwet de
weduwe van der Geer en haar kind 13.31 per week en
de weduwe van Rijn en haar kinderen 17.61 per week
van de Rijksverzekeringsbank ontvangen.
Ingevolge 9 van het bestek voor bovengenoemde
sloopingswerkzaamheden is de aannemer gehouden de ge
meente te vrijwaren ook tegen vorderingen als de onder
havige.
Onder verwijzing naar het ter visie liggende advies van
den rechtsgeleerden raadsman der gemeente deelen wij U
mede, dat naar het ons voorkomt tegen de ingestelde eischen
verweer behoort te worden gevoerd en dat bovengenoemde
van Steenbergen in deze processen behoort te worden ge
dagvaard tot vrijwaring der gemeente.
Wij geven II mitsdien in overweging te besluiten:
1°. dat de gemeente zich zal verweren in eersten aanleg
en zoo noodig in hooger beroep in de processen tegen haar
als gedaagde bij de arrondissementsrechtbank te 's Graven
hage ingesteld door Alida Helena Hogervorst, wed. J. W.
van der Geer, en door Cornelia Verbruggen, wed. H. P.
van Rijn, ter zake van een haar echtgenooten overkomen
ongeval
2°. dat de gemeente den aannemer D. M. van Steen
bergen te Almelo zal dagvaarden tot vrijwaring der gemeente
in deze beide processen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.