GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
79
UWEKOHEII STUKKEN.
1ST0. 145. Leiden, 18 Juni 1936.
Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 3 van de ver
ordening van 14 April 1904 (Gemeenteblad No. 11), zooals
die laatstelijk is gewijzigd bij de verordening van 6 Juni
1932 (Gemeenteblad No. 12), regelende de benoeming en
den werkkring van onze Commissie, hebben wij de eer Uwe
Vergadering bierbij aan te bieden eene aanbeveling ter
benoeming van drie leden der commissie, ter vervulbng van
de vacatures, die in September a.s. zullen ontstaan ten
gevolge van de periodieke aftreding van de heeren Prof. Dr.
L. Knappert, J. H. A. Manders en Prof. Dr. W. Martin,
die echter allen terstond herkiesbaar zijn.
I. Vacature-Knappert
1°. Prof. Dr. L. KNAPPERT;
2°. A. KRANTZ.
II. Vacature-Manders
1°. J. H. A. MANDERS;
2°. TH. B. J. WILMER.
III. Vacature-Martin
1°. Prof. Dr. W. MARTIN;
2°. Prof. Dr. J. HUIZINGA.
De Commissie voor het Stedelijk
Museum ,,de Lakenhal",
A. Tepe, Voorzitter.
Rosier, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 146. Leiden, 7 Augustus 1936.
Ter voorziening in de vacature, welke ontstaan zal door
het periodiek aftreden van ons lid de Heer Kuijntjes hebben
wij de eer, de volgende voordracht aan te bieden:
G. E. E. KUIJNTJES,
Ir. J. J. G. VAN HOEK.
Voor de vacature, ontstaan door het overlijden van den
Heer G. J. van Deene, zal U te zijner tijd een voordracht
worden toegezonden.
Namens bestunrderen der Stedelijke Werkinrichting,
de Reede, Secretaris.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
N°. 147. Leiden, 19 Augustus 1936.
Ter vervulling van de vacature, welke op Dinsdag 1 Sep
tember a.s. in onze Commissie zal ontstaan als gevolg van
de periodieke aftreding van den heer J. G. van Es, hebben
wij de eer Uwe Vergadering de volgende aanbeveling te
doen toekomen:
1°. J. G. VAN ES;
2°. H. M. MARKUSSE.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
W. H. Keesom, Voorzitter.
J. A. v. D. Stok, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 148, Leiden, 28 Augustus 1936.
Ter vervulling van de vacature, welke in de Commissie
van Beheer over de gestichten Endegeest", „Voorgeest"
en „Rhijngeest" zal ontstaan wegens periodieke aftreding
van den heer J. Wilbrink, bieden wij Uwe Vergadering, na
raadpleging van genoemde Commissie, de volgende aanbe
veling aan:
1° J. WILBRINK,
2° D. VAN DER KWAAK.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 149. Leiden, 28 Augustus 1936.
Ter vervulling van de op 1 October a.s., wegens periodieke
aftreding van den heer Th. B. J. Wilmer, in het college
van Commissarissen van de Gemeentelijke Hulpbank (Ge
meentelijke Bank van Leening en Geldschietbank) ontstaande
vacature, bieden wij Uwe Vergadering, na raadpleging van
Commissarissen, de volgende aanbeveling aan:
1°. TH. B. J. WILMER.
2°. H. LOMBERT.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 150. Leiden, 28 Augustus 1936.
Ter vervulbng van de vacatures, welke in de maand
September a.s. in de Verkeerscommissie zullen ontstaan
wegens periodieke aftreding van de heeren T. Groeneveld,
J. Wilbrink, J. H. A. Manders, Mr. G. H. E. Nord Thomson
en D. Parmentier, bieden wij Uwe Vergadering, na raad
pleging van genoemde Commissie, de volgende aanbe
velingen aan:
V acature-Oroeneveld:
1°. T. GROENEVELD,
2°. Y. KUIPERS.
V acature-W ilbrink
1°. J. WILBRINK,
2°. A. VAN ROSMALEN.
V acature- M anders
1°. J. H. A. MANDERS,
2°. H. L. J. TOBÉ.
Vacature-Nord Thomson:
1°. Mr. G. H. E. NORD THOMSON,
2°. Mr. F. H. VAN DER TAS.
V acature- Parmentier
1°. D. PARMENTIER,
2°. P. JASPERSE.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 151. Leiden, 28 Augustus 1936.
Met verwijzing naar de in de Leeskamer gelegde missives
van de Directrice van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
en den Directeur van de Hoogere Burgerschool met vijf
jarigen cursus, betreffende de aanstelling van tijdebjke
leerkrachten, geven wij Uwe Vergadering in overweging:
a. aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te benoemen:
1. voor den duur van den cursus 19361937, tot tijdelijk
leer aar in het bjnteekenen J. H. Wattez en tot tijdelijk
leerares in het Duitsch Mejuffrouw Dr. A. Dijksterhuis
2. tot wederopzeggens, doch uiterbjk tot de Kerstvacantie
1936, tot tijdebjk leerares in de wis- en natuurkunde
Mejuffrouw Dra. A. Hiemstra, tot tijdebjk leerares in de
natuurkunde, mechanica en cosmografie Mejuffrouw Dra. A.
P. Keesom en tot tijdebjk leerares in de wiskunde Mejuffrouw
L. J. M. Tummers;