48 1246, 1149, 1217, 1216', 1145, 1214, 1213, 1143, 1141, 1140 en 1138, zich bereid hebben verklaard den, in verband met den aanleg van een tegeltrottoir langs den genoemden singel, tusschen de Gerrit Doustraat en Neksluisbrug, benoodigden grond, zonder betaling van koopsom, aan de gemeente in eigendom over te dragen. Om de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken aan gegeven redenen bestaat er aanleiding voor een strookje grond, behoorende bij bet perceel sectie M No. 1025, een bedrag van 30.te betalen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging te besluiten: a. tot overneming, zonder betaling van koopsom, in eigendom bij de gemeente van de op de overgelegde teekening in roode kleur aangegeven gedeelten grond, behoorende bij de perceelen kad. bekend gemeente Leiden, sectie M nis 1247, 1246, 1149, 1217, 1216, 1145, 1214, 1213, 1143, 1141,1140 en 1138, onderscheidenlijk groot 17, 12, 12, 10, 12, 15, 15, 13, 13, 13 en 13 M2; b. tot aankoop van het op de overgelegde teekening in roode kleur aangegeven gedeelte grond, behoorende bij het perceel kad. bekend gemeente Leiden, sectie M No. 1025, groot 8 M2, zulks tegen een bedrag van 30.in totaal. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 96. Leiden, 12 Juni 1936. Van den heer J. Stigter, te Leiden, is een verzoek ingekomen om voor zijn lastgever van de gemeente te mogen koopen het perceel Breéstraat no. 114c. Dit is het nog aan de gemeente toebehoorende gedeelte van het bij raadsbesluit van 26 Januari 1934 (Handelingen bldz. 130) van de firma H. D. Sala aangekochte pand Breestraat 114a-b-c. De gevoerde onderhandelingen hebben er toe geleid dat adressant bereid is een koopprijs ad 12.500.te betalen en de transportkosten voor zijn rekening te nemen. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat dit bod aannemelijk is. Onder mededeeling, dat de koopsom ten bate van het Stadhuisfonds komt, geven wij Uwe Vergadering onder ver wijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, mitsdien in overweging aan J. Stigter q.q., te Leiden, te verkoopen het perceel Breestraat no. 114c, groot 123 M2., kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G no. 1842, voor den prijs van 12.500. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. ijo, 97# Leiden, 10 Juni 1936. Uwe Vergadering stelde in onze handen om praeadvies een verzoek van de afdeeling Leiden van den Provincialen Bond van Geitenfokvereenigingen in Zuid-Holland, in zake het in het leven roepen van een verordening, betreffende de beteugeling van de wilde bokkenhouderij, zulks ter be vordering van de verbetering van het geitenras. Uit de door ons aangaande dit verzoek ingewonnen adviezen van de Commissie voor de Strafverordeningen blijkt, dat die Commissie van oordeel is, dat het niet op den weg van de gemeente ligt een regeling, als door adressante bedoeld, vast te stellen, doch dat deze aangelegenheid doelmatiger door het Rijk of de Provincie ter hand kan worden genomen. Wij deelen deze zienswijze van de Commissie en geven U, voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de in de Lees kamer ter inzage liggende stukken, mitsdien in overweging het vorenbedoelde verzoek van adressante af te wijzen en daarbij tevens als afgedaan te beschouwen het in Uwe Vergadering van 18 Mei j.l. medegedeelde gelijkluidend adres van dezelfde afdeeling, betreffende hetzelfde onderwerp. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 96. Leiden, 12 Juni 1936. Bij het hieronder afgedrukte adres verzoekt de Leidsche Geitenfokkersvereeniging haar een subsidie uit de gemeente kas te verleenen, welke subsidie zij wil aanwenden, om de werkloozen, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, in het bezit van een melkgeit te stellen. In een bij het adres gevoegde toelichting motiveert zij dit verder met er op te wijzen, dat de verzorging van een geit den werklooze aange name bezigheid verschaft, en dat de melk in het werkloozen- gezin een zeer te waardeeren voedingsmiddel is. Ons College acht geen aanleiding aanwezig om voor dit doel gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen. Het betreft hier toch niet een zoo belangrijk volksbelang, dat daarvoor geldelijke steun verantwoord zou zijn en dat te minder in dezen tijd, nu de financieele moeilijkheden der gemeente zoo groot zijn, en zoovele subsidies voor onge twijfeld gewichtiger doeleinden moesten worden ingetrokken of verminderd. Werd op het verzoek van adressante, waaraan nog adhaesie werd betuigd door den Provincialen Bond van Geiten fokvereenigingen in Zuid Holland, ingegaan, dan zou de deur worden opengezet voor een onbeperkte uitbreiding van het terrein van subsidieering, want er zijn tal van onderwerpen te bedenken, die dan evengoed zouden kunnen worden gesubsidieerd. Bovendien heeft, meenen wij, het Crisis- Comité indertijd reeds getracht iets in de richting van adressante's doel te doen, doch met weinig succes. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging op het verzoek van de Leidsche Geitenfokkersvereeniging, om toekenning van een subsidie, afwijzend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, Mei 1936. Edelachtbare Dames en Heeren, De „Leidsche Geitenfokkersvereeniging", domicilie kiezende Hyacinthenstraat 7, heeft bij dezen de eer, zich beleefd tot Uw College te wenden, met het verzoek, Uwe medewerking te verleenen, om de vereeniging voornoemd, in het genot te stellen van een gemeentesubsidie, welke zij wil aanwenden op de in bijgaande Memorie van Toelichting ontwikkelde gronden om den werklooze, die daarvoor in aanmerking wenscht te komen, in het bezit te stellen van een melkgeit. Met verschuldigden eerbied, J. Jonk, Voorzitter. J. M. v. d. Moolen, Secretaris, Hyacinthenstraat 7. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 99. Leiden, 12 Juni 1936. Naar aanleiding van de door de besturen der in deze gemeente gevestigde bijzondere scholen ingediende aanvragen om vergoeding in de exploitatiekosten hunner scholen, alsmede in de kosten van salarieering van vakonderwijzers, over 1933, deelen wij U mede, dat blijkens de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, de gemiddelde kos ten (met inbegrip van de administratiekosten, etc., doch met uitzondering van die van salarieering van vakonder wijzers) volgens de over dat jaar vastgestelde gemeente rekening hebben bedragen per leerling van het gewoon lager onderwijs 16.98 en van het uitgebreid lager onderwijs 26.02. Voor al deze scholen, met uitzondering van een tiental, dient de vergoeding in de exploitatiekosten te worden vast gesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 101, 8e lid, der Lager-Onderwijswet 1920 (driejaarlijksche afreke ning, i.e. over de jaren 1931, 1932 en 1933). Met betrekking tot de vergoeding wegens salarieering van vakonderwijzers over het jaar 1933 deelen wij LT mede, dat de gemeente te dier zake in dat jaar, met inbegrip van de te haren laste gebleven pensioensbijdragen, gemiddeld per weke- lijksch lesuur heeft uitgegeven voor het vakonderwijs in nuttige handwerken 93.69, voor dat in lichamelijke oefening 129.29 voor gewoon lager onderwijs en 120.46 voor het uitgebreid lager onderwijs, terwijl voor dat in teekenen 129.53 werd besteed. Op grond van een en ander geven wij U, met verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken, waaronder het advies van de Commissie voor het Onderwijs, in overweging: I. de vergoeding, bedoeld in het le tot en met 7e lid van artikel 101 der Lager-Onderwijswet 1920, over het jaar 1933, aan de besturen van na te noemen bijzondere scholen vast te stellen op ƒ111.424.71 (l.o. ƒ96.456.69, u.l.o. 14.968.02) en wel voor: a. de school voor gewoon lager onderwijs aan: de Krauwelsteeg 4, op4.240.76 het Levendaal 54, op3.204.98 de Haarlemmerstraat 32, op4.737.42 de van der Werfstraat 98/100, op 3.209.22

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 2