MAANDAG 18 MEI 1936. 173 Eervol ontslag onderwijzer; e.a. (Voorzitter e.a.) Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot dadelijke behandeling van dit voorstel is besloten, wordt, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. Aan de orde is alsnu: I. Praeadvies op liet verzoek van J. van der Walle om ontslag als lioofd van de o.l. school aan het Schuttersveld. (11(5) II. Voorstel om den onderwijzer aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. aan de Aalmarkt, L. Westerman, over te plaatsen naar de Jongensschool voor U.L.O. (67) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achter eenvolgens overeenkomstig de voorstellen I en II besloten. III. Benoeming van een hoofd der o.l. school aan het Schuttersveld. (87) De Voorzitter verzoekt mevrouw Braggaar, de heeren Schoneveld, Tobé en Hessing het stembureau te vormen. Wordt benoemd met algemeene (28) stemmen de heer J. Ringeling, zulks met ingang van een nader door Burge meester en Wethouders te bepalen datum. IV. Benoeming van een onderwijzeres aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt. (68) Wordt benoemd met algemeene (28) stemmen mej. M. H. Saraber, zulks met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum. V. Benoeming van een lid van het Bestuur van de Vereeniging „de Ambachtsschool", te Leiden. (64) De heer Snel zegt, dat verschillende organisaties lid zijn van de vereeniging „de Ambachtsschool". Spreker acht het wenschelijk, dat deze organisaties in het bestuur vertegen woordigd worden en verzoekt Burgemeester en Wethouders daarmede rekening te houden bij een volgende vacature. De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders niet aan het verzoek van den heer Snel kunnen voldoen. Het betreft hier een voordracht van het bestuur, welke rechtstreeks is gericht tot den Baad. De heer Snel zal zich dus moeten wenden tot het bestuur der vereeniging. Wordt benoemd de heer J. Heringa met 26 stemmen; de heer W. A. J. Monhemius verkreeg 2 stemmen. VI. Benoeming van een regent van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (65) Wordt benoemd de heer J. J. Groen met 16 stemmen; de heer E. A. Kern verkreeg 1 stem, terwijl 11 stemmen van onwaarde waren. V II. Benoeming van een lid van het Bestuur van de Ver eeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmans woningen te Leiden. (66) De heer Sehüller dringt er namens zijn fractie op aan, dat bij een volgende gelegenheid in het bestuur wordt opgenomen een sociaal-democraat, tevens bewoner van een der woningen van de vereeniging. Wordt benoemd de heer Ir. J. J. G. van Hoek, met 21 stemmen; de heer Mr. C. J. Goudsmit verkreeg 4 stemmen en de heer J. Wondergem, 2 stemmen, terwijl 1 stem van onwaarde was. VIII. Benoeming van een lid van de Commissie van Schatting voor het Grondbedrijf. (74) De heer Schiiller beveelt namens zijn fractie bij den Baad aan den heer A. van der Heijden, architect te Leiden. Bij de eerste stemming verkregen de heeren B. Buurman en A. van der Heijden ieder 14 stemmen. De Voorzitter zegt, dat het College van Burgemeester en Benoeming lid Commissie v. Schatting-Grondbedrijfe.a. (Voorzitter e.a.) Wethouders onaangenaam getroffen is door het feit, dat hier een candidaat naar voren gebracht is, van wien het College in het geheel niets af weet, wiens voornamen het zelfs niet kent, omtrent wiens capaciteiten, speciaal voor deze taak, het den Baad in het geheel niet kan inlichten. Het betreft hier een zeer belangrijke benoeming; men moet uitermate zeker zijn hier iemand te benoemen, met zeer veel ervaring in het schatten van landerijen; daarvan hangt zeer veel af. De heer Schiiller is van zijn kant onaangenaam getroffen door het feit, dat de Voorzitter blijkbaar invloed wil uit oefenen op de herstemming. De Baad is volkomen vrij en kan kiezen wien hij wil. Wanneer de Voorzitter den Raadsleden, die den heer van der Heijden aanbevolen hebben, verwijt, dat zij geen ver antwoordelijkheidsgevoel hebben, omdat van de kwaliteiten van den heer van der Heijden niets bekend is, wil spreker er op wijzen, dat zijn fractie wel bekend is wat de heer van der Heijden op dit gebied heeft gepresteerd. Hij heeft o.a. voor de notarissen Troost en Vijgh met medewerking van de heeren de Cler, de Tombe, Huurman, Zitman, Buurman, van der Drift, van Dam en Jesse tal van malen getaxeerd. Wan neer de heer Beekenkamp nu zegt „huizen", dan wijst spreker er op, dat ook de heer Buurman geen specialist is in het taxeeren van landerijen en gronden. Het heeft spreker on aangenaam getroffen, dat de Voorzitter getracht heeft een vrije stemming te beïnvloeden. Spreker hoopt, dat de Raads leden zich niet zullen laten leiden door een aan wijziging van het College, doch zullen stemmen zooals zij meenen, dat noodig is. De heer Schoneveld kan hetgeen de heer Schiiller heeft gezegd grootendeels onderschrijven. De Raadsleden zijn vol komen vrij om zelf iemand aan te bevelen en wanneer van die vrijheid nu gebruik is gemaakt, moet daarin niet worden gezien een onaangenaamheid jegens het College. De heer van der Heijden is een zoon van den bekenden architect, heeft jarenlang in Leiden zijn practijk uitgeoefend en is meermalen met het gemeentebestuur in aanraking gekomen. Hij heeft ook blijk gegeven, iemand te zijn met kwaliteiten, waarover een goed en bekwaam architect moet beschikken. De Voorzitter zegt, dat hier geen sprake is van beïnfluen- ceering zijnerzijds. Spreker heeft alleen willen mededeelen, dat het 't College onaangenaam getroffen heeft, dat, terwijl niet is gebleken van bezwaren tegen dengene, op wien door het College de aandacht is gevestigd, een andere candidaat naar voren wordt gebracht, omtrent wiens capaciteiten het College zich geen oordeel heeft kunnen vormen. Burge meester en Wethouders weten niet, of de capaciteiten van dezen candidaat toereikend zijn voor dit werk, dat zeer moeilijk is. De heer Schiiller zegt, dat het College niet voor een vol dongen feit is geplaatst. Spreker heeft vóór de stemming de aandacht gevestigd op den heer van der Heijden. Wanneer de Voorzitter toen die opmerking had gemaakt en had voor gesteld, de stemming aan te houden, was het een zuiverder zaak geweest dan nu. Het College tracht de herstemming te beïnvloeden. Bij de tweede vrije stemming wordt benoemd de heer B. Buurman met 16 stemmen; de heer A. van der Heijden verkreeg 15 stemmen. (De heeren Manders, Groeneveld en van Rosmalen waren inmiddels ter vergadering gekomen.) De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. IX. Praeadvies op het verzoek van Mr. J. Bool, om ontslag als Secretaris van het College van Curatoren van het Gym nasium. (69) X. Praeadvies op het verzoek van Mej. A. Wartena, om ontslag als hoofd van de bewaarschool aan de Gortestraat. (75) XI. Voorstel inzake wijziging van het raadsbesluit van 21 Juni 1929, betreffende de verhuring van het open erf, gelegen aan de Kaarsenmakersstraat achter het perceel Waardgracht No. 27, aan J. van Bossen, te Leiden. (76) XII. Voorstel tot verhuring van het voormalige politiepost- linis e.a. aan den lloogen Rijndijk, aan II. Gaasheek, te Leiden. (77)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 3