45
25-jarigen, 40-jarigen of 50-jarigen diensttijd 190.
Zie de toelichting bij volgn. 276a.
Volgn. 271. Belooning van de inspecteurs,
dienaars en verdere beambten van politiemits
gaders van de veldwachters10.000.
Een overschot van ruim 10.000.kan op
dit volgnummer worden verwacht.
Volgn. 390. Jaarwedden en wedden der onder
wijzers 2.400.
Aan „jaarwedden" is ruim 4.200.minder
uitgegeven dan geraamd is, waartegenover aan
vergoeding van het Rijk ƒ1.700.minder
werd ontvangen.
Van het voordeelig verschil ad 2.500.
wordt 2.400.bestemd tot dekking van de
hierboven genoemde hoogere uitgaven.
Volgn. 458. Jaarwedden en wedden der onder
wijzers 2.605.80
De uitgaven ter zake bedragen voor het
openbaar voorbereidend lager onderwijs
14.094.20, d. i. 2.605.80 minder dan de
raming ad 16.700.
Hoofdstuk XIII 6. Reinigings- en Ont-
smettingsdienst.
Volgn. 683. Uitkeering aan het bedrijf wegens
a. nadeelig saldo van den reinigingsdienst. 8.000.
Het nadeelig saldo van den reinigingsdienst,
geraamd op 233.890.zal 12.000.
beneden de raming blijven.
Yan het te verwachten overschot ad i
12.000.wordt 8.000.aangewezen tot ge
deeltelijke dekking van de hierboven genoemde
hoogere uitgaven.
Volgn. 704. Rente en provisie van tijdelijk ter
voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen
gelden12.500.
De uitgaven op dit volgnummer zullen
33.500.bedragen, d. i. 35.000.minder
dan de beschikbaar gestelde som van 68.500.
Yan genoemd overschot ad 35.000.dient
22.500.te worden bestemd tot dekking van
de over het 2e halfjaar 1935 betaalde rente
van de in 1935 gesloten twee 4*/2 geld-
leeningen, elk groot 500.000.(zie hierachter),
terwijl het restant ad 12.500.kan worden
aangewend ter gedeeltelijke dekking van voren
genoemde hoogere uitgaven.
Vermindering der uitgaven37.195.80
3°. door vermindering van volgn. 712 „On
voorziene Uitgaven" met1.646.76
Op dezen post is thans nog een bedrag van
13.156.10 beschikbaar.
Door hoogere ontvangsten kan dus worden
gedekt76.547.82
door overschotten op uitgaafposten 37.195.80
en door afschrijving van den post voor „On
voorziene Uitgaven"1.646.76
Te zamen115.390.38
Voorts dienen nog eenige bijzondere regelingen te worden
getroffen.
Zooals U bekend is werd bij Raadsbesluiten van 13 Juni
en 2 Juli 1934, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten den
13en Juni en 3en Juli 1934 besloten tot het aangaan van
een 3 tal 4 geldleeningen ten bedrage van respectievelijk
ƒ1.120.000.—, ƒ647.000.— en ƒ2.200.000.—.
De opbrengst van deze geldleeningen strekte voornamelijk
tot dekking van de algeheele aflossing van het restant der
41 geldleeningen van 2 April 1914, 1 Februari 1917 en
5 Maart 1928. De rentebesparing, welke door deze conversie
werd verkregen bedroeg over 1935 ƒ16.413.94, daarentegen
moest over dat jaar 3.250.meer worden afgelost, zoodat
tenslotte de besparing in totaal 13.163.94 bedroeg.
Vermits de, uit de conversie voortvloeiende wijzigingen
niet meer in de bijlagen van de gemeentebegrooting voor 1935
konden worden verwerkt, werd de verkregen besparing op
een afzonderlijken post volgn. 201, „Besparing van uitgaven
door conversie van geldleeningen", groot rond 13.163.
tot uitdrukking gebracht.
Thans dienen de verschillende renteposten, alsmede af-
lossingsposten met de gevolgen van de conversie in over
eenstemming te worden gebracht. Diverse renteposten
moeten in totaal met 16.413.94 worden verlaagd, diverse
aflossingsposten met in totaal 3.250.worden verhoogd,
terwijl volgn. 201 der ontvangsten „Besparing van uitgaven
door conversie van geldleeningen" met 13.163.dient te
worden verlaagd.
Voorts moet alsnog op de begrooting voor 1935 worden
geregeld de, over het tijdvak van 1 Juliulto December 1935,
betaalde rente ad 22.500.van de, ingevolge Raadsbesluit
van 13 Juni 1935, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten
den 18en Juni 1935, aangegane twee 4| geldleeningen,
elk groot 500.000.
Tengevolge van een door afronding verkregen voordeelig
verschil van 0.94 (zie regeling conversie hierboven) moet
in de dekking van een bedrag van ƒ22.499.06 worden voor
zien, welk bedrag kan worden gevonden door verlaging
van volgn. 704 der uitgaven „Rente en provisie van tijdelijk
ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen
gelden" met 22.499.06. Op genoemd volgnummer kan een
overschot van 35.000.worden verwacht. (Zie de toe
lichting bij de verlaging van volgn. 704 der uitgaven hier
boven met 12.500.
De met een en ander verband houdende wijzigingen zijn
op den hierbij gaanden begrootingsstaat aangegeven.
Vervolgens werd ter overboeking op den kapitaaldienst op
Hoofdstuk XV een bedrag van 35.000.uitgetrokken
voor reserveering van aflossingen van nog niet in een vaste
leening opgenomen kapitaalsuitgaven.
Het bedrag, waarover moet worden gereserveerd, bedraagt
1.298.900.zoodat berekend naar een aflossingspercentage
van 2\ (40 jaar) de bijdrage aan den kapitaaldienst op
ƒ32.472.50 moet worden vastgesteld, d. i. ƒ2.527.50 minder
dan was geraamd.
De verdeeling van het bedrag van ƒ32.472.50 over de
verschillende hoofdstukken, alsmede de in verband hiermede
verder aan te brengen wijzigingen in de begrooting voor 1935
zijn op den begrootingsstaat aangegeven.
Het overschot ad 2.527.50 van de ter zake uitgetrokken
som van 35.000.kan aan volgn. 712 „Onvoorziene Uit
gaven" worden toegevoegd.
Op dezen post, waarop zooals hierboven reeds werd
medegedeeld nog 13.156.10 beschikbaar is, wordt dan ten
slotte ƒ880.74 2.527.50 ƒ1.646.76) bijgeschreven.
Wij geven U alsnu in overweging door vaststelling van den
overgelegden begrootingsstaat, model D, tot de voorgestelde
begrootingswijzigingen te besluiten.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN 8', ZOON.