GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 41 LNOJBKOlIKSr «TUKKEN. N°. «8. Leiden, 11 Mei 1936. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten tot ver hooging van verschillende posten der gemeentebegrooting voor 1935, waarvan thans reeds bekend is, dat de uitgetrokken bedragen onvoldoende zijn, alsmede tot toevoeging aan die begrooting van eenige nieuwe posten. De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de navolgende: Volgn. 209. Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren10.578.73 1°. een bedrag van 699.36 ter zake van nog over 1934 te betalen kosten van genees- en heelkundige hulp, en van nog terug te betalen voorschotten van den Geneeskundigen en Ge zondheidsdienst 2°. een bedrag van 2.966.67 wegens ver schuldigde rente over de jaren 1933 en 1934 van in de gemeentekas gestorte waarborgsommen in verband met den aanleg van straten c.a. 3°. een bedrag van 333.35 wegens betaalde bijdragen over de jaren 1932 en 1933, ingevolge art. 25 der Nijverheidsonderwijswet; 4°. een bedrag van 1.035.55 wegens betaalde bijdragen over de jaren 1933 en 1934, ingevolge de artt. 86, 104 en 205, der Lager Onderwijswet; 5°. een bedrag van 231.65 wegens restitutie van betaalde schoolgelden over 1933; 6°. een bedrag van 840.54 als bijdrage in de betaling van de le annuiteit (exploitatiejaar 1932/1933) van het aan de Yereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmans woningen toegekende voorschot voor den bouw van 75 woningen aan den Lagen Rijndijk, de Kooilaan en de Medusastraat. De ontvangen Rijksbijdrage in boven bedoelde annuiteit ad ƒ420.27 is verantwoord op volgn. 3 „Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren". (Zie de verhooging van dat volgnummer). 7°. een bedrag van 750.75, wegens aan den voormaligen secretaris van de gezondheids commissie toegekend wachtgeld over het tijd vak van 18 Januariuit.0 December 1934 in verband met de opheffing van de gezondheids commissie. In bovengenoemde uitgaaf van 750.75 is door het Rijk 286.78 bijgedragen. Zie de verhooging van volgn. 3 der ont vangsten met ƒ286.78. 8°. een bedrag van 274.06 wegens restitutie aan de brandweer van de kosten van onderhoud over 1934 van z.g. eigen rijwielen in gebruik bij andere takken van dienst. Het bedrag van 274.06 is door de brandweer in de gemeentekas gestort. Zie de verhooging van volgn. 3 der ont vangsten met ƒ274.06. 9°. een bedrag van 2.664.32 wegens restitutie van te veel genoten Rijksbijdrage voor het 3e plan van de Yereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen over de jaren 1928 t/m. 1931. Van de vereeniging werd ter zake van over die jaren te veel genoten rijks- en gemeente bijdrage 5.328.64 terugontvangen. Zie de verhooging van volgn. 3 der ont vangsten met 5.328.64. 10°. een bedrag van 782.48 ter betaling van een 32-tal posten van uiteenloopenden aard, welke betrekking hebben op vorige dienstjaren. Volgn. 209 dient dus in totaal met 10.578.73 te worden verhoogd. Volgn. 211. Jaarwedden van de Wethouders 600. Bij besluit van Ged. Staten dd. 6/8 Februari 1935 G.S. n°. 16/3, goedgekeurd bij Kon. Besluit van 20 Februari 1935 no. 92, werd de jaar wedde voor elk der wethouders, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1935, vastgesteld op 3.000.—. De uitgaven hebben derhalve in totaal be dragen 12.000.zij waren geraamd op 11.400.—. Volgn. 212. Jaarwedde van den secretaris 112. Bij besluit van Ged. Staten dd. 27/29 Decem ber 1934 G.S. n°. 164/13, goedgekeurd bij Kon. Besluit van 10 Januaii 1935 n". 50 werd de jaar wedde van den secretaris, met ingang van 1 Januari 1935, vastgesteld op ƒ6.500.—, met 4 twee jaarlijksche verhoogingen van 250. Dientengevolge werd over 1935 7.500. uitgekeerd en is aanvulling van de uitgetrokken som van 7.388.— met 112.— noodig. Volgn. 217. Schrijfloonen630.10 De uitgaven ter zake hebben bedragen 6.880.10, d.i. 630.10 meer dan beschikbaar was gesteld. De overschrijding is een gevolg van het vele type- en schrijfwerk, dat speciaal in deze tijden moest worden verricht. Op de gemeentebegrooting voor 1936 is dan ook een bedrag van 7.000.— uitgetrokken. Volgn. 227. Reis- en verblijfkosten. a. voor leden van het gemeentebestuur 25.65 De uitgaven ter zake, geraamd op 325. hebben bedragen 350.65. Volgn. 230. Contributie aan de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten en van hare Provin ciale Af deeling3 De uitgaven ter zake, geraamd op 1.000. bedragen 1.003.—. Volgn. 236. Overige kosten van den burger lijken stand 81.81 Deze kosten, geraamd op 300.vereischten eene uitgaaf van 381.81. Volgn. 238. Verteringen ten behoeve van het huishoudelijk bestuur en van commissiën 91.25 De uitgaven ter zake hebben bedragen 1.091.25, d.i. 91.25 meer dan de beschikbaar gestelde som van 1.000. Volgn. 239. Uitgifte van het verslag van de Handelingen van den Gemeenteraad met de In gekomen Stukken1.281.06 De uitgaven ad ƒ10.281.06 overtreffen de uitgetrokken som van 9.000.met 1.281.06. Intusschen wordt opgemerkt, dat de betrekke lijke uitgaven over 1935 belangrijk minder hebben bedragen dan die over de jaren 1933 en 1934, welke resp. 12.898.02 en 14.595.43 be droegen. Volgn. 241. Zegelsiff. 71 De uitgaven, geraamd op ƒ40.—, hebben bedragen ƒ56.71. Volgn. 251. Pensioenen en wachtgelden aan Wethouders gewijzigde omschrijving)1.180.— De aan de afgetreden wethouders T. S. Gos- linga en Mr. A. J. Romijn, ingevolge de artt. 2 en 3 van de vei ordening van 24 Augustus 1931 (Gem.blad No. 25), gedurende één jaar na hun aftreding toegekende wachtgelden, vereischten over het tijdvak van 3 Septemberuit.0 De cember 1935 een uitgaaf van ƒ1.180. Eene verhooging van den post met 1.180. is dientengevolge noodig, terwijl in verband met de toekenning van de wachtgelden de om schrijving van den post is aangevuld. Volgn. 263. Kosten vallende op aanbeste dingen 35.80 De ter zake ten laste van hoofdstuk II ko- mende kosten bedragen 35.80; de post was op „nihil" uitgetrokken. Volgn. 265. Kosten van uitbetaling van aflos- bare obligaties en vervallen coupons van gemeente lijke leeningen202.93 De bovenbedoelde kosten vereischten over 1935 een uitgaaf van 1.352.93geraamd was 1.150.—. Volgn. 276a. Gratificatiën aan gemeente ambtenaren bij gelegenheid van hun 25-jarigen, 40-jarigen of 50-jarigen dienstvervulling nieuw volgnummer)25. Voor de uitkeering van bovenbedoelde grati- ficaties is op volgn. 264 een bedrag van 200. uitgetrokken. De uitgaven hebben over 1935 ƒ170.be dragen, waarvan behoort te worden verant woord op Hoofdstuk II 10.—, op Hoofdstuk III 25.en op Hoofdstuk VI ƒ135. Volgn. 264, waarop een uitgaaf van ƒ10. is verantwoord, kan derhalve met 190. worden verlaagd. Volgn. 284. Uitkeering aan het Rijk in verband met het ontvangen vergunningsrecht, bedoeld in art. 8 der Bioscoopwet8 34

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 1