39 te Leiden en bestuurd door W. van den Wijngaard, even eens te Leiden, wegens aanrijding schade veroorzaakt aan de brugleuning van de Gepekte brug en aan den walmuur van den Ouden Rijn. Aangezien zoowel genoemde vennoot schap als van den Wijngaard voor deze schade, in totaal 182.18 bedragende, aansprakelijk zijn te stellen en noch de een, noch de ander haar, ondanks daartoe aangewende pogingen, tot dusverre heeft vergoed, zal dit bedrag thans langs gerechtelijken weg moeten worden ingevorderd. Met verwijzing naar het advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, hetwelk met de overige op deze zaak betrekking hebbende stukken in de Leeskamer ter visie is gelegd, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechts vordering zoowel in eersten aanleg als, zoo noodig, in hooger beroep tegen de A. V. Gebr. van Hoeken's Hout handel te Leiden en tegen W. van den Wijngaard, eveneens te Leiden, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade, haar door de bovenbedoelde aanrijding veroorzaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 82. Leiden, 8 Mei 1936. In verband met het voorschrift, opgenomen in het Konink lijk besluit vau 19 November 1909 (8. 202), laatstelijk ge wijzigd bij Koninklijk besluit van 4 Februari 1921 (S. 48), geven wij U in overweging aan Gedeputeerde Staten dezer provincie het volgend verslag uit te brengen aangaande de verstrekking van schoolkinderkleeding en -voeding gedurende het jaar .1935. „Ten behoeve van de Vereeniging Schoolkinderkleeding en Schoolkindervoeding alhier, welke zich het verstrekken van voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen ten doel stelt, werd voor het dienstjaar 1935 aanvankelijk uitgetrokken 37.870.welke bedrag bij Raadsbesluit, d.d. 25 Februari 1935 werd verhoogd met ƒ3.730.tot ƒ41.600.teneinde de voeding ook gedurende de vacanties te verstrekken. Tenslotte bleek nog ter dekking van de uitgaven 967.86 noodig, zoodat het gemeentelijk subsidie aan genoemde vereeniging over 1935 bedraagt 42.567.86. Aan voeding werden in totaal verstrekt 352259 porties. Ook in 1935 werd tot aanneming van leerlingen niet over gegaan, dan nadat de aanvragen daartoe door den Armenraad waren onderzocht. In sommige gevallen had een heronder zoek plaats. De kinderen, die voedsel ontvingen, bezochten de volgende .scholen 0.1. school aan: het Schuttersveld 46 de Duivenbodestraat 37 de Haverstraat 99 de Paul Krugerstraat 89 den Zuidsingel A en B 185 de Vrouwenkerksteeg 82 de Medusastraat A en B 105 Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar 36 School voor buitengewoon l.o. aan: de Caeciliastraat 49 Bijz. I. school aan de Pasteurstraat de Middelstegracht het Plantsoen de Pelikaanstraat de Oude Vest de Krauwelsteeg 59 77 41 106 82 55 1148 Uitgereikt werden 625 jongenshemden, 625 jongensbroeken, 749 jongensblouses, 749 bovenbroeken, 615 meisjeshemden, 615 meisjesbroeken, 714 meisjesjurken, 714 meisjesschorten, 2703 paren kousen, 4818 paren klompen en 133 paren schoenen. De controle op een behoorlijk gebruik van kleedingstukken geschiedde ook thans weder tijdens de maaltijden. De kosten van het voedsel bedroegen per portie met inbegrip van de kosten van bediening 9.49 cent. Gemiddeld was de grootte van de porties 0.588 liter. Behalve het subsidie van de gemeente ontving de ver eeniging aan contribution 325.75, aan bijdragen en giften 22.25, aan opbrengst van collecten, busjes, enz. 64.04. Uitgegeven werd ƒ42.979.90, waarvan voor: voeding ƒ30.079.97, kleeding ƒ8.960.23, uitgaven van allerlei aard als loonen, advertentiën en drukwerken, meubilair, mate rialen, enz. ƒ3.939.70. Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat de voorwaarden bedoeld in artikel 10 van het aangehaalde Koninklijk besluit, behoorlijk werden nageleefd." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 83. Leiden, 8 Mei 1936. Bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor het loopende dienstjaar werd de behandeling van het voorstel van den heer Groeneveld, in zake beschikbaarstelling van een bedrag voor het doen geven van een aantal openbare concerten, voorloopig aangehouden. Zulks geschiedde met het oog op een te verwachten ver zoek van den Bond van Leidsche Harmonie- en Fanfare- vereenigingen, om ook gedurende dit jaar in de muziektent in het Plantsoen een aantal concerten tegen een vergoeding te mogen geven. Bedoeld verzoek is inmiddels ingekomen. Daarin werd gevraagd een twintigtal concerten te mogen geven tegen een vergoeding van 1.000.in totaal. Aangezien wij dergelijke uitgaven onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden niet verantwoord achtten, hebben wij aan den Bond aangeboden om, evenals verleden jaar, tien concerten te doen geven tegen een vergoeding van ƒ40. per concert. De Bond heeft deze aanbieding aanvaard. In verband hiermede geven wij Uwe Vergadering in overweging het voorstel van den heer Groeneveld als afge daan te beschouwen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 84. Leiden, 8 Mei 1936. In Uwe Vergadering van 25 Januari 1935 werd besloten om, voorloopig voor den duur van één jaar, ingaande op een nader door ons College te bepalen datum, een regeling met de te Leiden werkende ziekenfondsen aan te gaan, betreffende het verleenen van een reductie op de zieken fondspremie, tot 2/3 gedeelte daarvan, aan door ons in overleg met de ziekenfondsen te bepalen categorieën van ondersteunden, in dier voege, dat die reductie gezamenlijk werd gedragen door de gemeente, de medische en pharma- ceutische medewerkers van de te Leiden werkende zieken fondsen en die ziekenfondsen zelve, zulks in de verhouding van 4:3:2. De datum van ingang van de regeling werd bepaald op 1 April 1935 en de regeling werd van toepassing verklaard op ondersteunde werkloozen, armlastigen en, sedert het eind van het vorige jaar, ook op bij de werkverschaffing geplaatsten. Met de betrokken ziekenfondsen en medewerkers is over eenstemming verkregen aangaande voortzetting van de regeling, voorloopig tot en met 31 Maart 1937, doch met dien verstande, dat de bijdrage in de reductie voor de fondsen niet meer dan 2 van de bruto-premie-ontvangst en voor de medewerkers niet meer dan 5 van het bruto- honorarium zal bedragen. Ook over het afgeloopen tijdvak zullen de bijdragen van de fondsen en de medewerkers op deze percentages moeten worden bepaald. Bij het ten vorige jaren gepleegde over leg, dat leidde tot het dragen van de reductie in reden van 4 3 2, was men er, aan de hand van de op dat tijdstip bekende cijfers, van uitgegaan, dat de bijdragen der fondsen en medewerkers, berekend naar die verhouding niet meer zouden bedragen dan 2 van de bruto premie ontvangst voor de fondsen en 5 van het honorarium voor de medewerkers. Gebleken is evenwel dat dit niet het geval is. De regeling heeft in de praktijk goed voldaan. De over het tijdvak 1 April31 December 1935 uit de regeling voor de gemeente voortvloeiende kosten bedragen 12.948.69, waarvan een gedeelte ten laste van den Dienst van Maat schappelijk Hulpbetoon komt. Vermits de omstandigheden, welke tot het treffen van Aantal kinderen Aanduiding van de scholen. dat aan de voeding deelnam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 3