168 MAANDAG 6 APRIL 1936. (Goslinga e.a.) Uitbreiding aanleg Sumatrastraate.a. antwoord. Zou de Wethouder, die toegeeft, dat de aanleg van de straat over de volle breedte goedkooper is, niet voor de laatste maal kunnen trachten, de firma Boot bereid te vinden in de betaling van de kosten bij te dragen en haar er op te wijzen, dat het haar meer zal kosten, indien zij later wel en nu niet meewerken wil? De heer Splinter heeft nog Zaterdag j.l. een onderhoud gehad met den heer Boot, die verklaarde er niet aan te denken, de straat aan te leggen. De heer Goslinga zal na deze verklaring van den Wethouder zijn stem aan het voorstel geven. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVII. Voorstel tot aankoop van een strook grond, deel uitmakende van het pereeel kad. bekend gemeente Leiden, Seetie G No. 1798, gelegen aan de Nieuwsteeg No. 2, en tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregeling. (55) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVIII. Voorstel tot aankoop van het fabrieksgebouw met kantoor van de N.V. Biscuitfabriek „Nutrix" aan de Hooge- woerd Nis. 2 en 4, kad. bekend gemeente Leiden, sectie I) Nis. 1 en 1527 en tot vaststelling van de desbetreffende be grootingsregeling. (56) De heer de Vries zou gaarne een nadere toelichting willen hebben, waaruit blijken kan, hoe het verschil tusschen de aankoopsom (ƒ14.143.50) en het bedrag, dat het College vraagt voor den aankoop en de kosten, welke op den aankoop vallen (ƒ17.900.is ontstaan. Spreker heeft voor zich zelf berekend, welke kosten in normale omstandigheden op den aankoop kunnen vallen en kwam daarbij tot een bedrag van 1.100.Het is mogelijk, dat in het verschil begrepen zijn de kosten van grond- en straatbelasting, die in den catalogus worden berekend op ruim 400.Volgens de veilingscondities schijnen zij echter begrepen te zijn in de koopsom. Spreker kan niet aannemen, dat het verschil van meer dan 2.000.—, dat dan nog altijd blijft bestaan, alleen ten goede komt aan den makelaar, die zijn medewerking heeft verleend. De heer Bergers kwam bij de berekening, die hij voor zich zelf maakte, tot een verschil van 3.756.50. Als de bedragen van de straat- en grondbelasting 500.zijn, is er nog een verschil van 2.000.tenzij er nog achterstallige straat- of/en grondbelasting is te betalen. Ook spreker zou gaarne een nadere verklaring van dit verschil willen ontvangen. De heer Splinter zegt, dat de kosten als volgt zijn te ver- deelen Veilingskosten986.60 Trekgeld Grondbelasting over de jaren 1935 en 1936 556.66 Straatbelasting over de jaren 1935 en 1936 310.08 Kosten exploit en kosten doorhaling&1.25 20 opcenten registratierecht74.65 Acte de command15. In totaalƒ2.134.24 Hierbij komt wegens kosten van de machines een bedrag van 98.61 en een bedrag ad 1.500.aan provisie. De heer de Vries vindt enkele van de door den Wethouder genoemde posten eigenaardig. Op den catalogus van de veiling stonden voor grondbelasting en straatbelasting aan merkelijk lagere bedragen opgegeven, n.l. resp. 278.33 en ƒ155.04, samen 433.37. Met verbazing heeft spreker evenwel kennis genomen van het bedrag van 1.500.aan provisie voor een dergelijken aankoop. Bij wien is het College dan toch te land gekomen, door wiens bemiddeling het dit perceel heeft laten aankoopen? Dan acht spreker het verstandiger dat deze persoon geen opdrachten van gemeentewege meer krijgt. De heer Splinter wil die vraag gaarne beantwoorden, maar kan dit niet in openbare zitting doen. De heer de Vries verzoekt dan de deuren te doen sluiten. Aankoop gebouw „Nutrix"; e.a. (De Voorzitter e.a.) De Voorzitter doet vervolgens de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. De heer Splinter zegt, dat bij de afmijning het perceel door een misverstand aan de gemeente ontgaan is. De kooper, die voor zijn nader te noemen lastgevers had gekocht, is echter bereid gevonden het perceel ten name van de gemeente te doen stellen tegen betaling van een bedrag van 1.500. De heer de Vries is door de verklaring van den Wethouder volledig bevredigd en heeft niet de minste aanleiding eenige critiek op diens beleid te oefenen, terwijl hij ook geen bezwaar meer heeft om zijn stem aan het voorstel van het College te geven. De heer Bergers sluit zich volledig aan bij de verklaring van den heer de Vries. Spreker brengt den Wethouder hulde voor diens activiteit, nu gebleken is, dat deze pogingen in het werk gesteld heeft om het gebouw voor de gemeente in handen te krijgen, nadat het eerst aan de gemeente ontglipt was. Spreker kan de gemeente met het welslagen van deze pogingen gelukwenschen, want hij gelooft niet, dat in dien het nu nog moest gebeuren, de gemeente er zoo spoedig in zou slagen het gebouw in haar bezit te krijgen, althans niet voor de nu bedongen som. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Voorstel inzake den aankoop van de pereeelen bouw grond, kad. bekend gemeente Leiden, Seetie M No. 2923 en Seetie O Nis. 123 en 1136, gelegen ten Zuiden van den Hoogen Rijndijk aan weerszijden van de Roomburgerwetering, en tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregelingen. (57) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XX. Voorstel om het maken, leveren en bedrijfsvaardig stellen van den ijzeren bovenbouw van de Rijnbrug, met be- wegingsinriehting e.a., ondershands op te dragen aan de N.V. Hollandsclie Construetiewerkplaatsen, alhier, in samenwerking met de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij N.V., alhier. (58) De Voorzitter zegt, dat het besluit, hetwelk de Raad zoo even heeft genomen met betrekking tot den aankoop van het fabrieksgebouw der N.V. Biscuitfabriek „Nutrix" op het vraagstuk van de bruggen over den Nieuwen Rijn ten Oosten van dit gebouw een ander licht werpt dan er tot nu toe op kon schijnen. De vraag is, of, waar deze vaarweg niet langer voor de fabriek op de tot voor kort geldende diepte en doorvaarthoogte behoeft gehouden te worden, het niet mogelijk is, de Rijnbrug tot een vaste brug te maken, waarmede een zeer belangrijk bedrag minder zou gemoeid zijn dan met het maken van een beweegbare brug. De aankoop van het fabrieksgebouw heeft eerst kortgeleden plaats gehad en daardoor is het College nog niet in staat geweest een onderzoek in te stellen naar deeventueelewenschehjkheid van een wijziging van het Raadsbesluit tot het maken van een beweegbare brug. Het College acht het in het belang der gemeente gewenscht, dat dit voorstel wordt aangehouden tot een volgende ver gadering. XXI. Beantwoording van de interpellatie van den heer Goslinga, inzake de uitvoering van liet raadsbesluit van 27 Mei 1935, tot den bouw van een nieuwe Rijnbrug. De heer Splinter zegt, in antwoord op de eerste en tweede vraag van den heer Goslinga dat, zooals reeds in het voorstel tot onderhandsche opdracht van den ijzeren bovenbouw van de Rijnbrug (agendapunt No. 20) is opgemerkt, de voor bereiding van dit werk meer tijd gevorderd heeft dan bij een normale onderhandsche aanbesteding het geval zou zijn geweest, daar bij het thans gevolgde systeem onderhande lingen moesten worden gevoerd en de aanbiedingen, waarbij concurrentie uitgesloten was, door Gemeentewerken aan een grondig onderzoek moesten worden onderworpen, hetgeen nader blijkt uit het door den Directeur der Gemeentewerken verstrekt chronologisch overzicht, dat bij de stukken ter visie heeft gelegen. Aangezien de uitvoering dus niet is ge stuit op technische bezwaren, kan de derde vraag als ver vallen worden beschouwd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 8