MAANDAG 6 APRIL 1936. 167 Rechtspositie onderwijzend personeel: e.a. (Snel e.a.) dit artikel weder ter vergadering teruggekeerd; de heer van Rosmalen was inmiddels ter vergadering gekomen, terwijl de heer van Weizen bij deze stemming tijdelijk afwezig was). De artikelen 67 tot en met 76 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening sub A in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming op voorstel van den Voorzitter besloten, Burgemeester en Wet houders te machtigen eventueel noodige kleine redactie wijzigingen aan te brengen. De verordeningen sub B, C, D, E, F, G, H, I, J, K en L worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ten slotte overeenkomstig punt M van het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. XI. Voorstel tot wijziging van de raadsbesluiten inzake de verhuring van een negental perceelen. (61) XII. Voorstel tot verpachting van het recht tot heffing van den weg en watertol e.a. tegenover den Hijnshurgschen Vliet, bij het „Leidsclie Hek", aan P. Ciggaar, te Oegstgeest. (50) XIII. Voorstel tot wijziging van de Raadsbesluiten van 29 Mei 1933 en 9 Juli 1934, voor zooveel betreft de aanvaarding van een bouwvoorschot uit 's Rijks kas, ten behoeve van den bouw van 55 arbeiderswoningen op een terrein gelegen tusschen de Lusthoflaan en de Os- en Paardenlaan en tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregeling. (51) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achter eenvolgens overeenkomstig de voorstellen XI tot en met XIII besloten. XIV. Voorstel tot nadere vaststelling van het bedrag, dat voor het jaar 1936 ter beschikking wordt gesteld voor het ver- leenen van aanvullenden steun aan werkloozen en tot vast stelling van de desbetreffende begrootingstaten. (52) De heer Snel betreurt de verlaging van den aanvullenden steun van ƒ10.tot ƒ4.20; gezien de langdurige en toe nemende werkloosheid zou er eerder reden zijn dezen post te verhoogen dan te verlagen. Spreker verzoekt derhalve het College zoo mogelijk dezen post te verhoogen tot het bedrag dat verleden jaar aan aanvullenden steun is uitgekeerd. De heer Wilmer sluit zich aan bij den heer Snel en onder steunt gaarne diens verzoek aan het College. De heer van Stralen betreurt het met den heer Snel, dat slechts een gering bedrag voor den aanvullenden steun kan beschikbaar gesteld worden. In den korten tijd, dat spreker in de gelegenheid is geweest de zaken van meer nabij te bezien, is hem gebleken, welke buitengewoon groote behoeften, die nog steeds grooter worden, bestaan bij hen, die het slachtoffer zijn van een langdurige werkloosheid en niet over de middelen beschikken om in de steeds stijgende behoeften aan kleeding en dekking te voorzien. Terwijl verleden jaar ongeveer 15. per gezin beschikbaar gesteld werd, zal het bedrag dit jaar ongeveer 8.zijn. Spreker heeft niet nagelaten te zoeken naar een middel, waardoor dit bedrag verhoogd kon worden, maar krachtens de ministerieele beschikking mag uit de ge meentekas niet meer worden beschikbaar gesteld dan het bedrag, dat het Rijk voor dit doel uittrekt. In de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft de Minister van Sociale Zaken tot tweemaal toe een afwijzende houding aangenomen tegenover den aandrang, die van verschillende zijden op hem werd geoefend om het bedrag te verhoogen. De mogelijkheid is echter niet uitgesloten, dat alsnog een ver betering wordt aangebracht. Het gemeentebestuur heeft zich gewend tot het bestuur der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten met het verzoek zijn medewerking te willen verleenen door bij het Rijk aan te dringen op het beschikbaar stellen van een grooter bedrag. Van de zijde dezer vereeniging heeft spreker de mededeeling ontvangen, dat zij via de be staande Contactcommissie de zaak bij den Minister aanhangig heeft gemaakt. Spreker hoopt, dat deze poging zal slagen, maar kan op het oogenblik geen enkele positieve mededeeling doen. Aanvullende steun aan werkloozen; e.a. (Goslinga e.a.) Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XV. Voorstel tot kosteloozc overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van strooken voor straat bestemden grond, deel uitmakende van de Lorentzkade, de de Sitterlaan en de van der Waalsstraat, van de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom, Maatschappij tot Exploitatie van Woon- en Winkel huizen, gevestigd te 's-Gravenhage. (53) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be hoeve van de uitbreiding van den aanleg van de Sumatrastraat tusschen de Atjehstraat en de Javastraat. (54) De heer Goslinga heeft in de leeskamer vergeefs gezocht naar het adres van de N.V. Uitgebreid Bezit, dat aan den Raad gericht is en tegen den inhoud waarvan de Directeur van Gemeentewerken in zijn advies aan het College polemi seert. Het adres had voor de Raadsleden ter inzage behooren te liggen, want zonder kennisneming daarvan kan de Raad het advies van den Directeur van Gemeentewerken niet goed begrijpen. Voor zoover spreker het begrepen heeft, is er sprake van een technische en een juridische kwestie. De juridische kwestie bestaat hierin, dat de N.V. Uitgebreid Bezit van de gemeente eischt, dat deze de straat over de volle breedte aan legt; de technische kwestie is de vraag, of het goed en wensche- lijk is. Is deze straataanleg nu zoo urgent, dat in deze ver gadering daarover beslist moet worden? Het gaat hier om 12.000.toch geen kleinigheid. De toestand daar is niet zoo, dat dit niet kan wachten, totdat de grond aan de overzijde bouwrijp gemaakt kan worden; dan kan dit ineens gebeuren; als het nu gebeurt, moeten er later toch weer werklieden heen en moet daar weer gewerkt worden. De Voorzitter betreurt, dat het adres niet bij de stukken ligt, ook omdat inderdaad de directeur er tegen polemiseert. Het adres had bij de stukken kunnen liggen. Het wordt hier evenwel niet afgedaan; het is gesteld in handen van Burge meester en Wethouders ter afdoening. Alleen is naar aan leiding van dit adres een voorstel tot den Raad gericht. De heer Goslinga zegt, dat wanneer de wijze van afdoening meebrengt, dat de Raad een crediet moet geven dan het adres toch bij het voorstel moet worden overgelegd. De Voorzitter zegt, dat het adres alleen aanleiding heeft gegeven tot een voorstel aan den Raad. De heer Splinter zegt, dat men altijd gedacht had, dat de grond van de firma Boot aan de Oostzijde van de Sumatra straat binnen korten tijd bouwrijp gemaakt zou worden. De heer Boot bij wien spreker hiernaar heeft geinformeerd, is dit evenwel niet van plan en daarom doet het College den Raad thans dit voorstel. Nu is de vraag, of de kooper van den grond niet den aanleg kan eischen tenminste voor de halve breedte van de straat, waaraan de verkochte gronden liggen. Het gemeentelijke terrein aan de Sumatrastraat, dat voor straataanleg is bestemd, is nu inderdaad, na aandrang ook van bedoelden kooper, eenigszins opgeknapt, maar het blijft toch altijd een rommel. Inderdaad zou aanleg van de straat over de geheele breedte ineens iets goedkooper zijn, en spreker zou daaraan ook gaarne de voorkeur geven maar dat is op het oogenblik niet mogelijk, aangezien een Oostelijke strook van den daarvoor benoodigden grond geen eigendom van de gemeente is, evenmin als de Oostelijke daaraan grenzende gronden. Dit voorstel is de eenige manier om den toestand daar in orde te maken. Misschien zal door dezen straataanleg ook de grond van de firma Boot spoedig bouwrijp gemaakt worden; dan is de geheele straat in orde. Spreker deelt het juridische bezwaar wel eenigszins. Wanneer iemand grond koopt aan een straat, die op een breedte van 30 M. is ontworpen, mag hij aannemen, dat de straat mettertijd op die breedte zal worden aangelegd en althans aan de zijde van de door hem gekochten grond tot de breedte van 15 M. Adressante heeft in haar adres mede gedeeld, een eisch tot schadevergoeding te zullen indienen, wanneer de waarde van haar huizen zou dalen, doordat de straat niet op de ontworpen breedte is aangelegd. De heer Goslinga is den Wethouder dankbaar voor diens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 7