34 b. een overeenkomst betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden, overeenkomstig het overgelegde ontwerp II. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 24 April 1936. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat het gemeente bestuur van Oegstgeest in de laatste jaren meermalen bij de Directie van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec triciteit heeft aangedrongen op wijziging van de met die gemeente in 1911 gesloten gas- en stroomleveringsovereen- komsten, hoewel die contracten eerst in 1941 afloopen. De voornaamste reden voor dien aandrang was wel hierin ge legen, dat de gemeente Oegstgeest, welker bebouwing vooral gedurende de laatste jaren een groote uitbreiding heeft ondergaan, de bij bovenbedoelde overeenkomsten op zich genomen garanties bij uitbreiding van het buizen- en kabelnet te drukkend acht (zie art. 7, lid 2, van de gas- en art. 6, lid 4, van de electriciteitsovereenkomst). Als gevolg daarvan zijn door de Directie met Burgemeester en Wethouders van Oegstgeest onderhandelingen gevoerd, die ten slotte tot overeenstemming hebben geleid op de basis van de hierbij gaande ontwerp-overeenkomsten I en II. In de eerste plaats nu zijn de garanties bij uitbreiding van het buizen- en kabelnet aanmerkelijk verlicht (zie art. 7, lid 5, van ontwerp-overeenkomst I en art. 7, lid 4, van ontwerp-overeenkomst II). Voorts heeft de Directie toege stemd in een reductie op den prijs van het gas en de elec triciteit, te leveren ten behoeve van de gemeente-gebouwen en de straatverlichting van Oegstgeest. Ten slotte zullen voortaan voor alle ingezetenen van Oegstgeest dezelfde gas- prijzen gelden als voor de ingezetenen van Leiden, derhalve ook voor die ingezetenen van Oegstgeest, die het gas uit den gashouder van Eijnsburg betrekken en die daarvoor krachtens het bepaalde in art. 13 van de geldende gas leveringsovereenkomst 2 cent per M3. meer moesten betalen. Overigens is de redactie van beide overeenkomsten zoo veel mogelijk in overeenstemming gebracht met die van in den laatsten tijd gesloten soortgelijke contracten. Tegenover bovengenoemde concessies hebben ten slotte Burgemeester en Wethouders van Oegstgeest zich bereid verklaard te bevorderen, dat beide overeenkomsten worden gesloten voor een tijdvak, dat 31 December 1959 eindigt, hetgeen dus neerkomt op een verlenging van de gas- en stroomlevering aan Oegstgeest met 18 jaren. Als datum van inwerkingtreding van beide overeenkomsten is 1 Mei 1936 bepaald. Onder mededeeling, dat wij ons met het bovenstaande geheel kunnen vereenigen, geven wij alsnu Uw College in overweging den Eaad voor te stellen over te gaan tot het met de. gemeente Oegstgeest sluiten van: a. een overeenkomst betreffende de levering van gas in die gemeente door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden, over eenkomstig het overgelegde ontwerp I; b. een overeenkomst betreffende de levering van elec triciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteits fabriek te Leiden, overeenkomstig het overgelegde ontwerp II. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, A. v. D. Sande Bakhuyzen, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Ileeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 71. Leiden, 7 Mei 1936. Gelijk reeds in Uwe zitting van 16 Maart jl. namens ons College werd medegedeeld, is de toepassing van de nieuwe gastarieven, zooals die bij Uw besluit van 20 Januari jl. zijn vastgesteld, bij de verbruikers op zoodanig verzet en op zulke bezwaren gestuit, dat zoowel Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit als ons College, hoewel de gerezen bezwaren grootendeels ongegrond achtende, tot de conclusie zijn gekomen, dat deze tarieven niet kunnen worden gehandhaafd zonder de belangen van de Gasfabriek te schaden. Mede werd toen als ons voornemen te kennen gegeven om, Commissarissen gehoord, Uwe Vergadering binnen zoo kort mogelijken termijn voor te stellen de boven bedoelde tarieven door een ander tariefsysteem te vervangen. Van Commissarissen nu hebben wij inmiddels het hier onder afgedrukt voorstel tot wijziging van de Gasverordening met toelichting ontvangen, met welk voorstel wij ons kunnen vereenigen. Mitsdien geven wij, met verwijzing naar den inhoud van de missive van Commissarissen, Uwe Vergadering alsnu in overweging over te gaan: a. tot vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Gemeenteblad No. 36), betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 20 Januari 1936 (Gemeenteblad No. 1) Artikel I. In art. 7, eerste lid, van bovengenoemde verordening wordt in plaats van tegen betaling van een vastrecht van 10 cent per kalendermaand," gelezen: „kosteloos". Art. II. Art. 10 wordt gelezen als volgt: „De prijs van het gas bedraagt: I. volgens tarief A a. bij levering over den gewonen meter: een aansluitrecht van 40 cent per maand, benevens voor het verbruikte gas 8 cent per M3. (grondprijs) voor de eerste 20 M3. per maand en 7 cent per M3. voor de overige M3. per maand b. bij levering over den muntgasmeter9 cent per M3. voor de eerste 20 M3. per maand en 8 cent per M3. voor de overige M3. per maand; II. volgens tarief B: bij levering over den gewonen meter en over den muntgas meter een aansluitrecht van 40 cent per maand en een vast recht van 1.85 per maand, benevens 4 cent per M3. voor het verbruikte gas. Het vastrecht en het aansluitrecht zijn verschuldigd, ook al wordt in eenige maand geen gas verbruikt. Bij aanvang resp. einde van de gaslevering volgens tarief B in den loop van een kalendermaand kan het in die maand verbruikte gas volgens tarief A worden berekend, wanneer dit voor den verbruiker voordeeliger is. Overgang van het eene tarief op het andere geschiedt uit sluitend op schriftelijke aanvrage bij de Directie. Overgang van tarief A op tarief B is te allen tijde mogelijk; overgang van tarief B op tarief A kan slechts op 1 Januari of op 1 Juli geschieden, behoudens in bijzondere omstandigheden, ter beoordeeling van de Directie. Commissarissen zijn bevoegd bijzondere overeenkomsten aan te gaan: 1°. bij een gegarandeerd gasverbruik van 3000 M3. en meer per kalenderjaar; 2°. ten behoeve van de levering van gas voor ruimte verwarming. De abonnementsprijzen van de in art. 8 bedoelde lantaarn lichten worden door Commissarissen bepaald, met inacht neming van den gasprijs over den gewonen meter volgens tarief A, met uitzondering van het aansluitrecht." Art. III. Aan het slot van art. 11 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende „Het in artikel 10 bedoelde aansluitrecht is verschuldigd van af den eersten resp. tot den laatsten van de loopende maand, waarin de gaslevering aanvangt, resp. eindigt, tenzij de gaslevering na den 15den van de maand is aangevangen, resp. vóór den 15den is geëindigd, in welk geval over deze maand geen aansluitrecht verschuldigd is." Art. IV. Art. VI van de verordening van 20 Januari 1936 (Gemeen teblad No. 1) tot wijziging van de Gasverordening vervalt. Art. V. Deze verordening treedt in werking na de opneming van het verbruik over de maand April 1936. b. tot vaststelling van den overgelegden staat tot wijziging van de begrooting der Gasfabriek, dienst 1936. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 28 April 1936. Zooals wij Uw College reeds bij schrijven van 13 Maart j.l. No. 15/1 mededeelden, is de toepassing van de nieuwe gas tarieven, zooals die bij besluit van den Eaad van 20 Januari jl.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 2