VRIJDAG 21 FEBRUARI 1936. 124 Gemeentc-begrooting. (Voorzitter e.a.) voorstel van den Voorzitter besloten, deze motie te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies, waarna het volgnummer zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De volgnrs. 245 tot en met 267 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 268, luidende: Pensioenen en wachtgelden aan Wethouders7.142. De heer Wilbrink verzoekt te overwegen een pensioen regeling voor de weduwen van Wethouders in het leven te roepen. Het is niet toelaatbaar dat de weduwe van iemand, die de gemeenschap heeft gediend en die in de volle kracht van zijn leven komt te overlijden, in kommervolle omstandig heden achterblijft. De heer Lombert vraagt of het niet mogelijk is dezen post met 1.000.te verlagen in verband met het overlijden van een van de pensioengerechtigde Wethouders. De Voorzitter zegt, dat dergelijke veranderingen, die absoluut niet noodig zijn, nooit tijdens de behandeling van de begrooting aangebracht worden; dat komt te zijner tijd in orde. De gedachte van den heer Wilbrink wil het College wel eens in overweging nemen. Volgnr. 268 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 269 tot en met 285 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 286, luidende: Belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mits gaders van de veldwachters326.653. De heer Kuipers verzoekt den Burgemeester een veror dening te doen vaststellen, waarbij de gevolgen worden ge regeld van ongevallen aan het personeel overkomen. In ver band met de samenvoeging van politie en brandweer is het thans zeer moeilijk uit te maken, of een ongeval gebeurd is in en door den dienst, daar dit niet in een verordening is vastgelegd. De Voorzitter wil dit wel in overweging nemen. Volgnr. 286 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Beraadslaging over volgnr. 287, luidende: „Kleeding en uitrusting der politiedienaars en veldwachters. 21.148. De heer Lombert dringt aan op beter en doeltreffender politietoezicht in de buitenwijken door reorganisatie of door aanstelling van meer personeel. De gemeente doet alle moge lijke moeite om daar prachtige bouwplannen te ontwierpen, maar het politietoezicht houdt daarmee geen gelijken tred. Spreker meent dat met den auto, waarvan in dit volgnr. gesproken wordt, bedoeld wordt die pakkist op wielen, ook wel genoemd sardinebusje. Spreker vermoedt dat de finan- cieele toestand van de gemeente aanschaffing van een nieuwen auto niet toelaat, maar wanneer er eens een afdankertje van een anderen dienst vrijkomt, moet er op gelet worden, dat die behoorlijke afmetingen heeft, daar de tegenwoordige auto te klein is, hetgeen voor het prestige van de politie niet bevorderlijk is. Daaraan moet aandacht geschonken worden door de politie. De Voorzitter zal daaraan aandacht schenken, maar is niet overtuigd, dat het zoo slecht is. Spreker kan geen vrijheid vinden aan den Raad voorstellen te doen tot aanschaffing van meer eigen wagens bij de politie. Inderdaad is, in verband met de groote uitbreiding der woonwijken en parken in Leiden, het aantal politieagenten beperktspreker kan echter geen vrijheid vinden uitbreiding van het politiecorps voor te stellen. Spreker is evenwel bezig met pogingen om door nog meer agenten per rijwiel dienst te laten doen agenten vrij te maken en ook automatiseering van een verkeerspost is in overweging. Dan hoopt spreker tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde klachten inzake het toezicht in de buitenwijken. De heer Goslinga vraagt of er geen einde aan te maken is, Gemeente-begrooting. (Goslinga e.a.) dat nog zooveel doorgaand verkeer over den Hoogewoerd gaat, terwijl nu het Levendaal zoo'n mooie verkeersweg is geworden? Er is wel eens gedacht over de invoering van éénrichtingsverkeer over den Hoogewoerd, maar dit is wat moeilijk met het oog op de winkels daar. Spreker verzoekt voor de Raadsleden in de Leeskamer ter visie te leggen de beslissing van de Kroon in zake het verkeer op de Hoogewoerd met de groote tramwagens en in zake het verleggen van het eindpunt van de lijn LeidenDen Haag naar den Hoogen Rijndijk, waarbij Leiden, naar spreker in de pers gelezen heeft, in het ongelijk is gesteld. Wat denkt het College daartegen te doen? B.v. opheffing van het parkeer verbod op den Hoogewoerd? Of legt men zich daarbij neer? Die zaak moet hier te gelegener tijd ter sprake komen. Ter ontlasting speciaal van het marktterrein is een vrij behoorlijk parkeerterrein op het Schuttersveld gemaakt. Nu worden toch nog zooveel auto's gestald op de markt en op de toegangswegen tot de markt, terwijl er op het Schutters veld veel ruimte over is. Is het niet mogelijk meer gebruik van het parkeerterrein te doen maken? De Voorzitter zegt, dat hem door den Commissaris van Po litie gerapporteerd is, dat een zeer ruim gebruik wordt ge maakt van den nieuwen verkeersweg over het Levendaal. Echter zullen nog richting-aanwijzingen gegeven worden ter plaatse, omdat vele chauffeurs nog niet weten waar de nieuwe verkeersweg ophoudt. Het geheele vraagstuk van het gebruik van den Hoogewoerd en het gedempte Levendaal zal nog aan de orde gesteld worden; de Commissaris van Politie zal dienaangaande een rapport indienen, hetgeen ook verband houdt met de beslissing van de Kroon inzake de N.Z.H.T.M. Inderdaad is het gemeentebestuur in het ongelijk gesteld; de mededeeling daarvan is te laat in het bezit van het College gekomen om nog ter kennis van den Raad te kunnen worden gebracht. Er is geen bezwaar tegen, deze beslissing in de Leeskamer ter visie te leggen. De heer Verweij zegt, dat de auto's van de zich naar de markt begevende boeren zooveel mogelijk op het nieuwe terrein aan het Schuttersveld worden geparkeerd; tal van auto's, in het bijzonder tractors, moeten zich echter in de onmiddellijke nabijheid van het terrein bevinden, om geen verkeersbelemmeringen te scheppen, teneinde het vee, dat verkocht is, weg te voeren. Overigens zal de Directeur van den Markt- en Havendienst het gebruik van het nieuwe parkeerterrein zooveel mogelijk bevorderen. De heer Bergers zegt, dat het vee, dat naar Rotterdam of Den Haag verkocht is, zoo spoedig mogelijk geladen moet worden, zoodat die auto's weer spoedig kunnen terugkomen. Spreker verzoekt verder de aandacht voor de gevaren, die ontstaan doordat men vanaf het Levendaal komende, de trams in de Korevaarstraat niet ziet; wanneer die een meter verder stopten, zouden ze vanaf het Levendaal zichtbaar zijn. De Voorzitter zegt, dat dat punt niet in het Algemeen Verslag ter sprake gebracht is. De heer de Vries sluit zich bij den heer Bergers aan. De voertuigen, die van het Levendaal af gaan naar Korevaar straat, richting Breestraat, moeten een ongelukkige bocht maken om het café daar op den hoek heen; dat ligt in den rijweg; daardoor ontstaat groot gevaar voor dat verkeer. Spreker verzoekt dit punt te bezien en geeft voorts in over weging om b.v. halverwege die uitmonding een vluchtheuvel te maken, daar bij toenemend verkeer het oversteken voor personen, die slecht ter been zijn, gevaarlijk zal worden. De Voorzitter zal hieraan, voorzoover mogelijk, aandacht schenken. Volgnr. 287 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 288 tot en met 294 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 295, luidende: „Onderhoud van brandbluschmiddelen en reddingsmiddelen. f 6.422. De heer Tobé leest onder 6: voor het hakken van bijten 1.000.Spreker dacht dat dit door Publieke Werken werd gedaan, niet door de Politie. De Voorzitter zegt, dat dit door den Dienst der Gemeente werken wordt gedaan, maar voor rekening van de Politie. Zoo staan ook verbetering en reparatie van scholen op de i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 14