MAANDAG 17 FEBRUARI 1936.
41
Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen,
(van Eek.)
31. Voorstel van den heer Goslinga inzake distributie van
warm voedsel en beëindiging van de schoolkindervoedrng.
Zal worden behandeld bij volgnr. 522 der Uitgaven.
32. Voorstel van de heeren Beekenkamp, Wilmer en
Wilbrink inzake vaststelling van vestigingseischen voor
nieuwe winkelbedrijven in Leiden.
33. Motie van den heer Beekenkamp inzake instandhouding
van het bedrijfsleven in Leiden.
34. Voorstel van den heer Bomijn inzake beschikbaarstel
ling van 5.000.voor tewerkstelling van steuntrekkenden.
35. Voorstel van den heer de Beede inzake verkorting van
de afschrijvingstermijnen voor verscheidene werken.
36. Voorstel van den heer Schoneveld inzake verdere
saneering van de binnenstad (Geeregracht enz.).
Zullen worden behandeld bij de algemeene beschouwingen.
37. Amendement van de heeren Lombert en Eikerbout op
art. 1 van de Verordening II (agendapunt 3b), betreffende
de wedden van het personeel der politie.
Zal worden behandeld bij de algemeene beschouwingen.
De algemeene beschouwingen worden geopend.
De heer van Eek zegt, dat de sociaal-democraten zijn
socialisten en anderzijds democraten. De tegenwoordige maat
schappij, de kapitalistische, is economisch verouderd en
zedelijk veroordeeld. Terwijl de arbeid meer en meer in
samenwerking geschiedt, is daarmee niet in overeenstemming,
dat de eigendom van en de beschikking over de arbeids
middelen in handen ligt van particulieren, dat de vraag, of
de ondernemingen zullen bloeien, kwijnen of verdwijnen
tenslotte voor een belangrijk deel wordt beheerscht door
handelingen van particulieren. Het kapitalisme ontplooit
eenerzijds groote technische krachten en machtigen onder
nemersgeest, maar veroorzaakt ook anderzijds ontzaglijk
gebrek en voortdurende groote werkloosheid. Dit gebrek is
dés tè minder tedragen,Yinrdat héUnib'gëlijk'ïtf; £très 'vóbri1
te brengen wat ter voorziening in de levensbehoeften der
menschen noodig is en bovendien, omdat gebrek geleden
wordt in het gezicht van den overvloed. Niet alleen leidt
dit tot groote stoffelijke ontberingen, en tot ondervoeding b.v.,
maar ook üjdt de menschheid daardoor zedelijk en worden
wanhoopsstemmingen en verschijnselen van cynische ont
aarding te voorschijn geroepen. Waar het kapitalisme dit
alles in de hand werkt, is geen ingrijpende verandering
mogelijk, voordat het kapitalisme ten val is gebracht. Ge
lukkig dringen de nadeelen van het kapitalisme ook door tot
hen, die niet tot de sociaal-democraten behooren. In de
Leidsche Courant haalt de redactie uit de encycliek Quadra-
gesimo Anno de volgende zinsneden aan:
,,Wat wel het meest in het oog loopt, is, dat in onzen tijd
niet enkel het kapitaal zich opstapelt, maar ook een ontzaglijke
macht, een despotische economische overheersching zich
samentrekt in handen van enkelen, die meestal het kapitaal
niet in eigendom, maar slechts in bewaring en onder hun
beheer hebben, en er geheel willekeurig over beschikken.
Deze dictatuur neemt de verschrikkelijkste vormen aan
bij hen, die, omdat zij de geldmarkt in handen hebben, en
beheerschen, ook de macht bezitten over het credietwezen,
en over het verleenen van credieten eigenmachtig beslissen;
zij regelen dan ook als 't ware den bloedsomloop van heel
het economisch organisme, en hebben, om zoo te zeggen, het
economisch leven zoozeer in hun macht, dat tegen hun wil
niemand zelfs maar kan ademhalen."
De redactie voegt daaraan toe:
„Wij strijden tegen een ons bedreigende dictatuur van
communisme of van nationaal-socialisme. En met recht en
reden
Maar wij moeten er ons ook van bewust zijn, dat wij nu
ook niet buiten alle dictatuur leven; dat wij nu leven onder
de dictatuur van een verworden kapitalisme."
Niet alleen de sociaal-democraten beschouwen dus het
kapitalisme als een macht, die ontzaglijk veel leed veroor
zaakt en maakt, dat zij in menig opzicht niet datgene kunnen
doen, wat zij wenschen.
Wanneer de sociaal-democraten in den Baad optreden,
hebben zij voortdurend de rampspoedige werking van het
kapitalisme voor oogen en zijn zij verplicht in woord en daad
daartegen stelling te nemen.
De sociaal-democraten verwachten alleen verbetering van
Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen,
(van Eek.)
den bestaanden toestand, wanneer diep in de bevolking de
gedachte doordringt, dat die verbetering moet tot stand
komen en de wensch geboren wordt, in die richting werkzaam
te zijn.
Vooral de bewoners van West-Europa hechten groote
waarde aan de democratie. Alleen onder de democratie kunnen
geboren en in stand gehouden worden krachtige persoonlijk
heden en alleen van krachtige persoonlijkheden kan het
brengen van verbetering in den toestand verwacht worden.
De verantwoordelijkheid voor hetgeen moet geschieden, is
te groot om gedragen te worden door één; zij moet worden
gedragen door allen.
De sociaal-democratische gemeentepolitiek moet berusten
op de gedachte, dat de sociaal-democraten zijn eenerzijds
socialisten en anderzijds democraten.
Aangezien de sociaal-democraten ook in den Leidschen
Baad hun democratische overtuiging tot uitdrukking willen
brengen, hebben zij zich na de laatstgehouden Raadsver
kiezingen zonder eenige aarzeling bereid verklaard onder be
paalde voorwaarden deel te nemen aan bet dagelijksch bestuur
van de gemeente.
Niet alleen de politieke noodzakelijkheid en de moeilijkheid
om tegen den wensch van 14 sociaal-democratische leden, d. i.
2/5 van den Baad, in te regeeren, maar ook de tegenwoordige
omstandigheden en de bereidheid van de sociaal-demoeraten
om met anderen samen te werken, hebben er toe geleid, dat
overeenstemming tusschen de sociaal-democratische fractie
en andere Raadsfracties is bereikt.
De sociaal-democraten zijn om twee redenen zoozeer
bereid geweest met anderen samen te werken en dus tot
zekere hoogte hun isolement te verlaten.
In de eerste plaats kan men niet volstaan met verandering
van de grondslagen der maatschappij te eischen: de nood
zakelijkheid gebiedt maatregelen te nemen, die onmiddellijk
ingrijpen in den tegenwoordig dikwijls onhoudbaren econo-
mischen toestand. Met forsche middelen moet men trachten
dien toestand te verbeteren.
Dit heeft er toe geleid, dat de sociaal-democraten zijn
gekomen tot de samenstelling van hun Plan van den Arbeid,
dat de concrete middelen aangeeft en in de rijen der socialisten
een ontzaglijken opbloei heeft veroorzaakt, waardoor men
niet meer, gelijk verleden jaar, zal verkondigen, dat het
'socialisme neergang vertoont.
Het Plan heeft ook de sociaal-democraten nader gebracht
tot andere deelen van de bevolking; de sociaal-democraten
wenschen zich met het Plan tot de gansche bevolking te
wenden, omdat de gansche bevolking behoefte heeft aan
verbetering van den economischen toestand en de sociaal
democraten slechts in samenwerking met anderen iets kunnen
tot stand brengen.
Het Plan van den Arbeid heeft wijziging gebracht in de
manier van werken der sociaal-democraten en in de houding
van het overige gedeelte der bevolking, tegenover hen inge
nomen. Eenerzijds is het met gejuich ontvangen, anderzijds
is het met hoongelach begroet.
Ook tegenstanders van het plan (b.v. de gebroeders Groot,
doctorandi, die een brochure over het Plan van den Arbeid
hebben geschreven) hebben er met belangstelling van kennis
genomen en een eeresaluut gebracht aan de S.D.A.P. en het
N.Y.Y. voor de eerlijke en ernstige wijze, waarop dit Plan
is uitgewerkt.
Het Plan wil door de beheerscbing van het crediet toe
komstige crises tegengaan en wil door meer industrialisatie
een voortdurende uitzetting van het bedrijfsleven. Het
voorstel-Beekenkamp (No. 33) tot instandhouding van het
bedrijfsleven in Leiden is zoo in het algemeen gesteld, dat
spreker eerst de toelichting van den heer Beekenkamp wil
hooren, alvorens zijn oordeel daarover te kunnen uitspreken.
De groote beteekenis van het Plan is echter, dat het tracht
binnenkort een begin van beterschap te krijgen, dat het den
moed doet terugkeeren en dat het den indruk kan wekken
dat, als men werkt volgens de goede methode, men ver
betering zal krijgen, en dat men niet moet berusten in de
krankzinnigheden en onmenschelijkheden van het kapitalisme,
dat er van alles wat noodig is overvloed is, terwijl zoovelen
gebrek lijden. Dit wil het Plan bereiken door op touw te zetten
groote werken, door binnen korten tijd te zorgen, dat de
werkgelegenheid aanzienlijk grooter wordt. Er bestaat op
het oogenblik een ontzaglijke afgrond tusschen de productie
mogelijkheid en de consumptiemogelijkheid; dat verschil
tusschen beide wil het Plan verminderen door de koopkracht
te verhoogen, hetgeen te bereiken is door de economische
positie van de groote massa van de bevolking eenigszins te
verbeteren. Door dat inspuiten van koopkracht kan een
begin van verbetering ontstaan. Yan de verhooging van de
koopkracht zal ook de middenstand groot voordeel hebben;