36 MAANDAG 10 FEBRUARI 1936. Groente-distributie. (Rumijn e.a.) De heer van Stralen schuift spreker nu in de schoenen, dat deze wantrouwen koestert tegenover het College. Toen spreker op den wethouderszetel zat, sprak de sociaal-democra tische fractie permanent wantrouwen in hem uit. Bij spreker bestaat echter niet de gedachte aan wantrouwen tegenover het College. Men heeft in dezen niet met het College, maar met de groentenhandelaren te maken en het is niet on mogelijk, dat wanneer de Raad thans zou hesluiten den groentenhandel in te schakelen, de groentenhandelaren wenschen zouden uiten, die de Raad liever niet inwilligde. Zoolang er onzekerheid bestaat ten aanzien van het stand punt van den Raad, zal juist van de zijde van den handel de grootst mogelijke coulance worden betracht en de grootst mogelijke waarborg worden gegeven ter bestrijding van knoeierijen, die de heer van Stralen vreest. Op dien grond is deze oplossing alleszins aanvaardbaar. De Voorzitter maakt bezwaar tegen de suggestie van den heer Romijn. Het College zou geenerlei bezwaar hebben aan den Raad, zoo het mogelijk ware, tijdig mede te deelen, welke oplossing het dan kan vinden, maar het maakt ernstig bezwaar .om de behandeling van de begrooting in de volgende week, die zeer uitvoerig dreigt te worden, ook nog te belasten met een discussie over dit punt. Het is daarom beter vandaag de knoop door te hakken. De heer Bergers zegt, dat de Wethouder zoo'n bezwaar heeft tegen inschakeling van den groentenhandel, maar de vleeschdistributie wordt verzorgd door de georganiseerde slagers op de wijze, als de gemeente wil. Kunnen de groenten handelaren dit niet, dan staat de zaak anders, maar als de handel het zelf wil doen, is dat de beste manier die er bestaat. De heer Bcekenkamp trekt, alles en alles overwegende, gezien de stemming in den Raad, zijn amendement in. Daartegenover vraagt spreker als concessie van het College, dat het thans de toezegging doet dat, zoo dit eenigszins mogelijk blijkt, de particuliere handel in de distributie zal worden betrokken; aan het College laat spreker dan over, op welke .wijze het dit eventueel wil bewerkstelligen. De Voorzitter constateert, dat het amendement van den heer Beekenkamp c.s. is ingetrokken, en zegt namens Burge meester en Wethouders toe, dat zij nader zullen overwegen, Groente-distributie. (Voorzitter e.a.) of het mogelijk is de groentenhandelaren in de distributie te betrekken, en dat zij, zoo dit eenigszins mogelijk blijkt, daartoe zullen overgaan. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming op voorstel van den Voorzitter besloten, de punten 12 en 13 (zie bl. 23) aan te houden tot een volgende vergadering. De Voorzitter stelt thans aan de orde de beslissing omtrent de wijze van behandeling van het adres van de N. V. Uitgebreid Bezit, inzake het aanleggen van een groene beplanting langs het verkochte bouwterrein aan de Sumatra- straat. De heer Wilbrink meent, dat de toestand, waarin de Sumatrastraat verkeert, dringend verbetering behoeft en zou daarom gaarne willen vernemen, of het College voor nemens is den toestand daar te laten, zooals hij is. De heer Splinter zegt, dat het College niet de bedoeling heeft de zaak te laten, zooals ze thans is. De directeur van Gemeentewerken heeft hierover reeds een rapport ingediend. De Voorzitter stelt voor het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De Voorzitter vraagt of thans een der leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Coster geeft het College in overweging om, nu er zoo'n uitstekend parkeerterrein is, de tegenwoordig op den Stationsweg parkeerende auto's weg te doen halen en op het parkeerterrein te doen plaatsen, De Voorzitter zal daaraan aandacht wijden. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 14