2 MAANDAG 20 JANÜABI 1936. Benoeming lid Commissie Endegeest c.a.e.a. (Voorzitter e. a.). sloten het verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 2°. Adres van het bestuur van de Vereeniging van Leidsche Zandschippers, om aan de aannemers van de werkzaam heden aan het uitbreidingsplan beoosten de spoorbaan Leiden—Utrecht, van den Brandelerkade, de Meij van Streefkerkstraat enz. de verplichting op te leggen, dat het voor die werken benoodigde zand door Leidsche zandschippers moet worden aangevoerd. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 3°. Verzoek van de Leidsche Middenstands-Centrale om niet over te gaan tot distributie van groenten van gemeente wege resp. om deze te doen plaats hebbên door tusschen- komst van de betrokken handelaren. Zal worden behandeld tegelijk met een voorstel, dat Burge meester en Wethouders in deze vergadering nog aanhangig zullen maken. 4°. Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den Gemeente-Ontvanger. Zal in de Leeskamer voor de leden ter lezing worden gelegd. 5°. Amendementen van den heer Eomijn op de verordening op de heffing van een belasting onder den naam van Straat belasting, te Leiden. Zullen worden behandeld bij punt 11 van de gedrukte agenda. 6°. Amendement van den heer van Eek op de verordening, betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Zal worden behandeld bij punt 10 van de gedrukte agenda. 7°. Schrijven van den heer van der Voort, mede namens de S.D.A.P. raadsfractie, ten geleide van een 5-tal amende menten op de verordening, houdende regeling van den rechts toestand van het onderwijzend personeel, verbonden aan de openbare inrichtingen van onderwijs der gemeente Leiden. De amendementen zullen worden behandeld bij punt 13 van de gedrukte agenda. 8°. Amendementen van den heer Groeneveld op de ver ordening, houdende regeling van den rechtstoestand van het onderwijzend personeel, verbonden aan de openbare inrich tingen van onderwijs der gemeente Leiden. Zullen worden behandeld bij punt 13 van de gedrukte agenda. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat met ingang vanWoensdag22 Januaril936indeLeeskamer ter visie zal liggen een staat, vermeldende de door Burgemees ter en Wethouders krachtens art. 29 van het Ambtenaren reglement 1934 aan ambtenaren/werklieden der gemeente verleendé vergunningen tot het naast de betrekking ver richten van andere werkzaamheden of het vervullen van een andere betrekking, eenig ambt of beroep of eenige bediening of functie, waaraan een bezoldiging of een geldelijke ver goeding is verbonden. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rliijn- geest" (vacature de heer J. G. van Es). (2) De Voorzitter verzoekt den heeren van der Beijden, Man- ders, Kuipers en Schoneveld het stembureau te vormen. Wordt benoemd de heer E. Eikerbout met 28 stemmen; de heer Mr. C. Beekenkamp verkreeg 4 stemmen. De heer Eikerhout verklaart de benoeming te aanvaarden. II. Aanwijzing van een eandidaat voor de benoeming van een Commissaris van de N.V. Leidsche Duinwater Maat schappij. (3) Wordt aangewezen als eandidaat voor de benoeming van Commissaris L. Duinwater-Mij. e.a. (Bergers c.a.) een Commissaris der N.V. Leidsche Duinwater Mij., de heer Th. M. W. Bergers, met algemeene (32) stemmen. De heer Bergers verklaart de aanwijzing te aanvaarden. III. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. (4) Wordt benoemd tot tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes de heer Ir. A. A. Lagaay, met algemeene (32) stemmen, zulks met ingang van 1 Maart 1936, voor den alsdan nog overblijvenden duur van den cursus 1935—1936. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. IV. Voorstel tot het verleenen van ontslag aan Dr. J. D. A. Boks als tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan de lloogere Burgerschool voor Meisjes. (4) V. Voorstel in zake overneming en ruiling van eenige strookjes grond. (5) Wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming overeenkomstig de voorstellen IV en V besloten. VI. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met A. Schipper, te Leiden, en de Woningbouwvereeniging „de Tuinstadwijk", in verband met het bezigen van den Noord westelijken zijgevel van het aan eerstgenoemde toebehoorende perceel, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M No. 5120, als bouwmuur van de aangrenzende woning van „de Tuin stadwijk". (6) De heer Sehiiller vraagt zich af, of de Baad in dezen niet voor een fait accompli wordt gesteld en of deze transactie niet aanhangig gemaakt had kunnen worden bij de indiening van het bouwplan op 12 November 1934. Spreker heeft gelezen, dat het College bij schrijven van 5 October 1935 het bestuur der woningbouwvereeniging gemachtigd heeft, deze transactie aan te gaan. Spreker heeft niet begrepen, wat het zeggen wil, dat de aannemer 175.wenschte te ontvangen; het rapport van den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht was op dat punt niet zeer duidelijk. Hoe komt het, dat de Baad thans plotseling voor een feit wordt geplaatst, nu het woningblok zoo goed als gereed is? De heer Splinter zegt, dat de architect bij de behandeling van de bouwplannen er dadelijk op attent is gemaakt, dat de mede-eigendom van dezen muur diende te worden ver kregen, om daarin te kunnen inbinten, hetgeen in de practijk herhaaldelijk voorkomt en waarop bij het onderhavige bouw plan van ,,de Tuinstadwijk" dan ook was gerekend. De toenmalige Directeur van het Bouw- en Woning toezicht heeft op 6 Mei 1935, voordat de aanbesteding plaats had, den architect er op gewezen, dat deze zaak in orde moest komen. Op 2 Augustus d.a.v. heeft men den architect nogmaals daarover geschreven. Op 16 September 1935 heeft het bestuur het desbetreffende verzoek aan het College overgebracht, welk verzoek van de woningbouw vereeniging ,,de Tuinstadwijk" moest uitgaan. Op 20 Septem ber 1935 heeft Bouw- en Woningtoezicht hierover aan het College advies uitgebracht en op 5 October d.a.v. is van het besluit van het College mededeeling gedaan aan de woningbouwvereeniging, waarna de zaak is geregeld. Wel ware het misschien beter geweest, indien niet achteraf de goedkeuring van den Baad was gevraagd, maar de Baad tevoren in deze zaak was gekend. Het is echter zoo'n kleinigheid, dat spreker daarop liever niet verder ingaat. Deze transactie is in elk geval voordeeliger dan het zetten van een geheel nieuwen buitenmuur. De woningbouwvereeniging heeft het bedrag van 175. aan Schipper betaald. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel tot het verleenen van vergunning, overeen komstig liet bepaalde bij art. 17, eerste alinea, van de ver ordening op het bouwen en sloopen, ten aanzien van den bouw van een twaalftal woningen e.a. door Regenten van bet Barend van Namenhofje op een terrein tusselien de Witte Rozenstraat en den Trekvliet. (7)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 2