22 MAANDAG 20 JANUARI 1936. Rondvraag. (Lombert e.a.) De heer Lombert heeft in de korte periode, dat hij lid van den Raad is, opgemerkt, dat vooral de sociaal-democra tische leden zich voordoen als de beschermers van de rechten van den Raad. Onlangs is echter een wijziging gebracht in de distributie van brandstoffenbons aan alleenstaande per sonen, zonder dat de Raad in die wijziging is gekend. Spreker zegt hiermede niet, dat hij eventueel bezwaar tegen die wijziging zou hebben gemaakt, maar meent wel, dat wanneer een zelfde feit zich zou hebben voorgedaan onder het wet houderschap van den heer Romijn, de sociaal-democratische leden wel de heftigste protesten tegen de mededeeling van dat feit zouden hebben laten hooren. De Voorzitter verzoekt den heer Lombert de rondvraag niet al te uitvoerig te maken. Rondvraag. (Lombert e.a.) De heer Lombert stelt zich voor, dat wanneer de heer Romijn of een ander Raadslid, niet behoorende tot de sociaal-demo cratische fractie, zou hebben voorgesteld het spoedeischende voorstel van het College dadelijk in behandeling te nemen en daarmede de rechten van den Raad zou hebben aan getast, een storm van verontwaardiging van de zijde der sociaal-democraten daartegen zou zijn opgegaan. De Voorzitter constateert, dat de heer Lombert een rede voering houdt, terwijl de rondvraag alleen dient om de leden in staat te stellen, vragen tot het College te richten. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 22