20
MAANDAG 20 JANUARI 1936.
Distributie van goedkoope groenten.
(Romijn e.a.)
gelegenheid gehad hun bezwaren kenbaar te maken. Het
is beter, dat over dit voorstel een schriftelijk praeadvies ver
schijnt en dat daarin wat meer staat dan het zeer summiere
en zeer weinig inhoudende voorstel, door den Wethouder
medegedeeld.
De Voorzitter zegt, dat de Wethouder verstandig zal doen
nog enkele mededeelingen aan den Raad te doen; spreker
hoopt dat daarmee de bezwaren in den Raad tegen dadelijke
behandeling zullen verdwijnen.
De heer van Stralen zegt, dat het hem tegenvalt, dat zoo
vele Raadsleden blijken bezwaar te hebben tegen het dadelijk
in behandeling nemen van dit voorstel en hij ook niet begrijpt,
waarom de Raad tegen het voorstel zelf eigenlijk bezwaar
zou hebben. De Raad moet er toch van overtuigd zijn, dat
het gemeentebestuur, den plicht heeft al het mogelijke te
doen om voorzieningen te treffen in den toestand van. de
werkloozen, die naarmate de crisis langer duurt ellendiger
en liopeloozer wordt.
De heer Romijn meent blijkens zijn betoog, dat de thans
voorgestelde voorziening niet noodig zou zijn.
De heer Romijn heeft dit in het geheel niet gezegd, doch
alleen meer toelichting gevraagd.
De heer van Stralen zegt, dat de heer Romijn verder
gegaan is en er zijn eigen conclusies aan verbonden heeft.
De heer Romijn zegt, dat daarvan geen sprake is en protes
teert tegen de opmerking van den Wethouder.
De heer van Stralen heeft den heer Romijn dan misschien
misverstaan.
In de middagzitting hebben eenige leden bij het debat
over het voorstel omtrent de straatbelasting gezegd, dat er
naar hun meening in de gebruikte argumenten „iets niet
klopte." Spreker constateert, dat ook bij deze zaak iets niet
klopt en niet in orde is, dat n.l. aan den eenen kant groote
hoeveelheden groenten, die onverkoopbaar zijn, worden weg
gesmeten en vernietigd, terwijl aan den anderen kant
duizenden arbeidersgezinnen door gebrek aan middelen dit
gezonde volksvoedsel niet kunnen bekomen.
Wanneer de Raad de gelegenheid krijgt, dit eenigszins
in orde te maken, moet hij daartoe onverwijld overgaan.
De zaak is overigens nogal opgeschroefd. Zoodra het
gerucht ging, dat het College voornemens was, deze voor
ziening te treffen, zijn allerhande machines in werking ge
steld om het te voorkomen. Men heeft er over gesproken
in de vergadering van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken; de Leidsche Middenstands-Centrale heeft een
adres tot den Raad gericht. Spreker heeft ook meerdere
waarschuwingen ontvangen.
Het gaat er niet om, zooals in een van de Leidsche dag
bladen heeft gestaan, dat het gemeentebestuur groenteboer
zal worden of, zooals men uit het adres van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken zou moeten afleiden, de gemeente
zich met een algemeene groenten-distributie zal belasten.
Het betreft den zeer gerechtvaardigden en noodzakelijken
maatregel om groenten, die anders vernietigd zouden worden,
zoo goedkoop mogelijk ter beschikking van de noodlijdende
bevolking te stellen. Bij dezen maatregel zit hetzelfde voor
als bij het verstrekken van goedkoope boter of goedkoop
vleesch aan werkloozen, over welken maatregel men niet
zooveel gehoord heeft.
Yan de zijde der Regeering wordt aandrang uitgeoefend
op de gemeentebesturen om via de Groente- en Fruit-Centrale
tot het nemen van den thans voorgesteldeii maatregel over te
gaan. Het aantal gemeenten, dat deze distributie ter hand
neemt, neemt hand over hand toe; een half jaar geleden
waren het er ruim 50, thans reeds 120de laatste weken
zijn er weer 22 nog bijgekomen. In dit winterseizoen zullen
op deze wijze 7 millioen K.G. groenten worden gedistribueerd.
Deze zaak is verder vrij eenvoudig en behoeft geen groote
sommen aan de gemeentekas te kosten; gaat men in op de
aanbieding van de Groenten-Centrale, dan kost deze geheele
distributie van goedkoope groenten de gemeente ongeveer
niets. De gemeente koopt die groenten in van de Centrale
voor 2-| cent per K.G. en moet ze verkoopen voor 3 cent.
In dien halven cent zijn vrijwel alle kosten van deze distri
butie verdisconteerd. Er zou bij spreker, wanneer deze zaak
niet in den Raad zou zijn gekomen, geen bezwaar tegen
geweest zijn, alvast tot dezen maatregel over te gaan en
later den Raad daarmee in kennis te stellen, omdat met
dezen maatregel geen enkel principe is gemoeid; het is een
doodgewone crisismaatregel van de gemeente in het belang
Distributie van goedkoope groenten.
(van Stralen e.a.)
van de noodlijdende bevolking, waardoor geen belang ge
schaad wordt; men zegt dat wel, maar dat is zeer over
dreven. Spreker begrijpt dat de direct betrokkenen, de
handelaren, een dergelijken maatregel ongaarne zien ge
nomen en alles probeeren om dit onmogelijk te maken,
maar de bona fide handelaren zullen van deze zaak absoluut
geen nadeel hebben, omdat dezen het moeten hebben van
beter gesitueerden en arbeiders, die nog werken en nog geld
hebben voor groenten. De werkloozen, die tot de geregelde
clientèle van den groentenhandel behooren, zijn wel te
tellen; door den Geneeskundigen Dienst is geconstateerd dat
het aantal werkloozen, dat niet meer geregeld een warm
middagmaal gebruikt, steeds grooter wordt; zij behelpen
zich steeds meer met brood, omdat zij geen geld hebben
om warm eten te betalen. Dit is een gevaar voor de gezondheid.
Als nu op deze wijze goedkoope groenten ter beschikking van
de bevolking gesteld kunnen worden, zal de animo om warm
eten te gebruiken weer toenemen en zal aldus een goede daad
in het belang van de volksgezondheid zijn verricht.
Wanneer de Raad in deze vergadering hieromtrent geen
besluit neemt, zal de zaak zeker 6 weken moeten worden
opgeschort, omdat zij dan eerst kan worden behandeld in
de volgende vergadering, die in de derde week van Februari
zal plaats hebben, terwijl daarna de voorbereidende maat
regelen voor de uitvoering van het besluit moeten worden
genomen.
De behandeling behoeft niet te worden uitgesteld op grond
van een onvoldoende voorbereiding; deze zaak is zeer een
voudig en gemakkelijk te overzien. Indien de Raad wel tot
uitstel van de behandeling besloot, zou het alleen zijn om
tegemoet te komen aan de bezwaren, die door derden zijn
geopperd en om die bezwaren nogeens breed uit te meten
ten einde te verkrijgen, dat het gemeentebestuur niet tot
het nemen van den voorgestelden maatregel overgaat.
Het College wenscht gedurende drie maanden een proef
te nemen. De gemeente beschikt niet over eigen lokaliteiten,
die voor de distributie van groenten geschikt zijn en daarom
vraagt het College een crediet van 500.voor het huren
van eenige winkelhuizen en het doen van een aantal kleine
uitgaven.
Het verschil tusschen den inkoopprijs en den verkoopprijs
ten bedrage van cent per kilogram kan desgewenscht
ter beschikking worden gesteld van de vereeniging van
groentenhandelaren, voor zoover men aan die zijde van den
maatregel eenige schade zou kunnen ondervinden, hetgeen
spreker echter in twijfel trekt.
Spreker dringt er bij den Raad zeer sterk op aan, in deze
vergadering een beslissing te nemen.
De heer Bergers vermoedt, dat hij nog wel een andere
gelegenheid krijgt om over het voor- en nadeel van den
thans voorgestelden maatregel te spreken.
Het bevreemdt spreker, dat het College thans voorstelt
het voorstel spoedeischend in behandeling te nemen, terwijl
in de vergadering van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, die eenige dagen geleden heeft plaats gehad, een
lid dier Kamer mededeelde, dat alles in kannen en kruiken
was, de winkels gehuurd waren en de handelaren het verschil
van l cent per kilogram zouden ontvangen. Er is een adres
van den Middenstands-Centrale ingekomen en ook in de
couranten heeft men over de zaak geschreven, zoodat het
College toch wel de gelegenheid heeft gehad de leden eerder
in te lichten, waardoor zij de zaak in de fracties hadden
kunnen behandelen.
De Raad wordt nu voor een feit gesteld: neemt hij het
voorstel niet aan, dan is hij tegen de armlastigen en werk
loozen, besluit hij tot uitstel van de behandeling, dan is het
ook niet goed.
Wanneer men nu besluit, het voorstel als zijnde spoed
eischend dadelijk in behandeling te nemen, kan men eigenlijk
den Raad wel uitschakelen en daarom vindt spreker het
niet in den haak.
De heer Wilbrink meent in tegenstelling met den Wet
houder, dat bij deze zaak wel een principe in het geding is.
De gemeente zal n.l. bij aanneming van het voorstel zelf
handelend optreden bij de voorziening in bepaalde levens
behoeften. Het bevreemdt spreker daarom, dat het College
thans voorstelt, deze zaak dadelijk te behandelen. Er bestond
alle reden den Raad een behoorlijk gemotiveerd praeadvies
te geven, zoodat men aan de hand daarvan zou hebben kunnen
oordeelen. Het College kan er zich niet op beroepen, dat de
tijd dringt en dat er geen gelegenheid voor is geweest; de
Wethouder zeide direct, dat deze zaak al besproken was,
voordat hij als zoodanig optrad. Spreker begrijpt dat de
Wethouder zich in de zaken moet inwerken, maar hij is reeds