MAANDAG 20 JANUARI 1936. 19 Sportstichting. (Wilmer e.a.) vast te leggen, dat per se drie bestuursleden ook lid van den Raad moeten zijn. Indien men met deze bepaling bedoelt te kennen te geven, dat de stichting onder een zekere controle, een zeker toezicht van den Raad moet staan, is de gekozen vorm niet juist, maar ook overbodig, omdat die contröle en dat toezicht zeker voldoende in de statuten zijn vastgelegd. De Raad moet het standpunt verlaten, dat een stichting, welke hij in het leven roept en waaraan hij een zekere bevoegd heid delegeert, niet goed kan werken, wanneer in het bestuur daarvan geen Raadsleden zitting hebben. Dit standpunt is min of meer verouderd. Spreker vereenigt zich wel met het voorstel, de benoeming van de bestuursleden te doen geschieden door den gemeente raad, omdat hij het goed vindt, dat de benoemingen in het algemeen staan onder de publieke contróle. De heer Verweij heeft er geen bezwaar tegen, dat zijn amendement gesplitst in stemming wordt gebracht. De eerste alinea van het amendement van den heer Verweij zie blz. 18) wordt aangenomen met 19 tegen 16 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Schüller, Carton, Schoneveld, Verweij, van Stralen, Vos, Hessing, van Weizen, Groeneveld, van der Voort, van Bek, Snel, Kuipers, mevrouw Braggaar, de heeren Vallentgoed, Eikerbout, Jongeleen, mevrouw de Cler, en de heer Beekenkamp. Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Manders, Splinter, Tepe, van Rosmalen, van der Kwaak, Bergers, de Vries, Goslinga, Lombert, de Reede, Tobé, Coster, Wilbrink, van der Reijden en Romijn. Het overige gedeelte van het amendement van den heer Verweij wordt aangenomen met 29 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Wilmer, Schüller, Manders, Carton, Schoneveld, Verweij, van Stralen, Tepe, van Rosmalen, van der Kwaak, Vos, Hessing, Bergers, van Weizen, Lombert, Groeneveld, van der Voort, van Eek, Snel, Kuipers, mevrouw Braggaar, de heeren Vallentgoed, Eikerbout, Coster, Wilbrink, van der Reijden, Jongeleen, mevrouw de Cler en de heer Beekenkamp. Tegen stemmen: de heeren Splinter, de Vries, Goslinga, de Reede, Tobé en Romijn. Het gewijzigde artikel 8 wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 9. Bij artikel 9 komt aan de orde het amendement van den heer Verweij, luidende: „Ondergeteekende stelt voor artikel 9 van de Statuten der Sportstichting als volgt te lezen: De leden van den Raad van Beheer hebben zitting voor den tijd van zes jaren. Om de twee jaren treden aan het einde van het kalenderjaar volgens rooster vier leden af, waaronder een lid van het Dagelijksch Bestuur. De aftre denden zijn terstond weder benoembaar. Indien een lid van den Raad van Beheer, tevens lid van den Gemeenteraad, uit den Gemeenteraad treedt, houdt hij geüjktijdig op lid van den Raad van Beheer te zijn. De leden, die benoemd zijn ter vervulling van een tusschen- tijds opengevallen plaats, treden af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats zij zijn benoemd, moest aftreden. De Secretaris geeft van een vacature onmiddellijk kennis aan Burgemeester en Wethouders. De vacature wordt zoo mogelijk aangevuld binnen twee maanden, nadat zij is ontstaan. De heer Verweij zegt, dat zijn amendement op artikel 9 logisch voortvloeit uit zijn amendement op artikel 8. De Voorzitter neemt namens Burgemeester en Wethouders het amendement van den heer Verweij op artikel 9 over. Het gewijzigde artikel 9 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen De artikelen 10 tot en met 20 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 21. De heer Vos zegt dat, wanneer men de redactie van dit artikel goed leest, die kan worden beschouwd als een trieste voorspelling, een gedachte, die niet past bij sport en spel. Subsidie aan bijzondere bewaarscholen; e.a. (Vos e.a.) Veeleer kan worden verwacht, dat b.v. de jeugdige voetballer met verlicht gemoed en daardoor te forscher trap den bal naar het doel zal schieten, als hij weet, dat zijn Stichting nooit en door niemand anders kan worden opgeheven dan door den Raad. Spreker stelt voor het woord „zal" te ver vangen door „kan slechts". De Voorzitter neemt namens het College met dank aan den voorsteller de wijziging over. Het gewijzigde artikel 21 wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. De artikelen 22 en 23 alsmede de overgangsbepaling, worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming aangenomen, waarna de Statuten in hun geheel zonder hoofdelijke stemming worden vastgesteld. Tenslotte wordt nog zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig de punten C en D van het voorstel van Bur gemeester en Wethouders. Op voorstel van den Voorzitter wordt vervolgens besloten punt XVIII der agenda (zie blz. 1) aan te houden. XIV. Voorstel tot wijziging van de verordening, regelende de voorwaarden, waaronder ten behoeve van bijzondere be waarscholen subsidie uit de gemeentekas wordt verleend. (11) De verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld. De Voorzitter geeft thans het woord aan den heer van Stralen tot het doen van een spoedeischend voorstel. De heer van Stralen zegt, dat in de maand Juli 1935 bij het College is ingekomen een verzoek om goedkoope groenten voor werkloozen te verstrekken. Het toenmalige College besloot de behandeling van dit verzoek uit te stellen tot de nieuwe Raad het nieuwe College zou hebben gekozen. Het tegenwoordige College heeft zich sinds eenigen tijd met dit vraagstuk bezig gehouden. Het is tot het besluit gekomen, dat het wenschelijk is over te gaan tot de distributie van goedkoope groenten voor de gesteunden in het algemeen en dient thans het volgende voorstel in: „Burgemeester en Wethouders geven aan den gemeenteraad in overweging een crediet van 500.te verleenen aan het College ten einde voor drie maanden een proef te kunnen nemen met de distributie van goedkoope groenten aan de daarvoor in aanmerking komende gesteunde werkloozen en armlastigen en Burgemeester en Wethouders te machtigen het noodige voor het nemen van die proef te verrichten." Bij dit voorstel komt tevens aan de orde het desbetref fend adres van de Leidsche Middenstands-Centrale. De Voorzitter stelt voor, dit voorstel dadelijk te behandelen. De heer Romijn heeft er bezwaar tegen zoo volslagen onvoorbereid dit voorstel in behandeling te nemen, te meer daar hetgeen het College medegedeeld heeft niet heel veel houvast biedt en niet veel gelegenheid biedt zich te oriën- teeren omtrent hetgeen gebeuren zal in dezen, hoewel deze zaak toch wel van belang is. Als Wethouder van Sociale Zaken heeft spreker, toen een soortgelijk verzoek aanhangig was, alvorens een dergelijk voorstel in het College te brengen, doch zeer stellig alvorens het in den Raad te brengen, het advies van deskundigen in dezen willen inwinnen, welk advies in zeer ruimen deskundigen kring behandeld is, door vertegenwoordigers van de arbeidersorganisaties, van het Crisis-Comité, van den groentenhandel en van de veilingen hier ter stede en bovendien door iemand, die nauw gelieerd was met den Regeeringscommissaris voor groenten; door die deskundigen is unaniem betoogd, ondersteund door de inlichtingen ook van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken en door den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst, dat distributie van groenten onder werkloozen hier ter plaatse allerminst noodig was, omdat men kon aannemen, dat in de behoefte aan groenten voldoende werd voorzien door de omstreken van Leiden, als gevolg van de speciale ligging van de stad. De Raad zal er toch wel voor gevoelen door het College te worden voorgelicht, nadat het wederom ,'die deskundigen heeft geraadpleegd. Bij dadelijke behandeling staat de Raad volmaakt onvoorbereid tegenover het voorstel van het College en hebben het publiek en de daarbij betrokkenen ook geen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 19